Cijfers en grafieken BNS 1945 - 1960

In 1960 berekende het secretariaat van de Normaalschool de evolutie en gaf de toestand van de school in cijfers en grafieken weer.

A De ontwikkeling van de schoolbevolking van 1945 tot 1960

grafiek01

- Er is een sterke toename van de totale bevolking van de Normaalschool van 395 in 1945 tot 873 in 1960, hetzij een aangroei van 220% (zwarte lijn).

Er kwamen in die periode twee nieuwe afdelingen bij, nl. de middelbare normaalschool (MNS)(1950-51) en de middelbare oefenschool (MOS)(1956-57). De voorbereidende klas (VK)(zwarte streepjeslijn) van de normaalschool verdween (1955-56). 

- De middelbare normaalschool (MNS)(groene lijn) groeit van 20 studenten in 1950 tot 2015 in 1960. Het aantal studenten werd 10 maal groter in 10 jaar. Het aantal uitgereikte regentendiploma's bedraagt 194 in 9 jaar.

- De aangroei van de middelbare oefenschool (MOS)(blauwe lijn) (lagere afdeling van de moderne humaniora) ging eveneens snel. In 1956 werd gestart met 3 klassen tegelijk, 37 studenten, en in 1960 waren dat 219 studenten. Het aantal werd verviervoudigd in 5 jaar tijd.

- Na jaren van stabiliteit of slechts geringe aangroei vermindert de bevolking van de lagere normaalschool (LNS) vanaf 1956-57 (invoering van nieuw regime) om vanaf 1958-59 snel te stijgen.

In de periode 1945-1960 werden er 475 onderwijzersdiploma's uitgereikt, hetzij een jaargemiddelde van 32.

- De evolutielijn van de lagere oefenschool (LOS)(groene streepjeslijn) verloopt praktisch horizontaal. De stabiliteit (+- 220 leerlingen) wordt verbroken door een daling in 1956 en 1959 om in 1960 sterk te stijgen met een aanwinst van 41 leerlingen.

B De geografische spreiding van de studenten (MOS - LNS - MNS) schooljaar 1960-61

tabel02De tabel geeft een overzicht van de herkomst van de studenten voor het schooljaar 1960-61 van de middelbare oefenschool (M.O.S.), de lagere normaalschool (L.N.S.) en de middelbare normaalschool (M.N.S.)

- Het aantal studenten uit Sint-Niklaas is eerder gering, in totaal 14%, voor de lagere normaalschool slechts 11% en de middelbare normaalschool 10%.

- Twee derde van de studenten van de middelbare oefenschool en van de lagere normaalschool komen uit het Waasland, dit geldt slechts voor één derde van de middelbare normaalschool.

- Opvallend is dat één derde (27%) van de regenten (MNS) komt van buiten Oost-Vlaanderen.

- Verrassend is eveneens dat ruim 15% van de studenten van de middelbare oefenschool (MOS) afkomstig is van buiten Oost-Vlaanderen, waar dit voor de lagere normaalschool (LNS) slechts 8% is.

C De familiale spreiding van de studenten (MOS - LNS - MNS) schooljaar 1960-61

tabel03De normaalschool heeft evenredig meer studenten uit grote dan uit kleine gezinnen.

Er werd een omrekening gemaakt om de gegevens van de school (studenten) te vergelijken met de verdeling in België (gezinnen). Op grond van de distributie van de gezinnen over het ganse land, werd berekend hoeveel op 1000 kinderen afkomstig zijn uit een gezin met 1, 2,... kinderen. De gegevens van de normaalschool werden eveneens op 1000 omgerekend. (Zie tabel)

tabel04grafiek02(Grafiek: horizontale as: samenstelling van de gezinnen (aantal kinderen) - Vertikale as: aantal studenten)

(Volle lijn: op 1000 kinderen: verwachte studenten op grond van de verdeling van de gezinnen in Belgïe - Stippellijn: aantal studenten op grond van de verdeling in de normaalschool)

 In verhouding met het aantal gezinnen in België telt de normaalschool minder studenten uit gezinnen van 1 en 2 kinderen, merkelijk meer uit gezinnen van 3, 4 en 5 kinderen.

(Kasteelgalm nr. 3 - Kerstmis 1960)