Adolf De Rudder:

tekenaar-kunstschilder-beeldhouwer

derudder10
Adolf De Rudder werd geboren te Sint-Gillis-Waas op 8 oktober 1912. Hij werd als onderwijzer gediplomeerd aan de Bisschoppelijke Normaalschool in 1931. Na zijn militaire dienst van 17.08.1931 tot 15.10.1932 werd hij waarnemend onderwijzer in de Aangenomen Jongensschool te Stekene van 31.10.1932 tot 04.08.1933. Daarna, vanaf 18.09.1933,  werd hij onderwijzer aan de Gemeentelijke Jongensschool in Sint-Gillis-Waas tot einde schooljaar 1966. 

 Op 1 september 1966 werd hij leraar aan de Beroepsschool te Sint-Gillis-Waas en in 1968 werd hij directeur.

ddr01Van 1943 tot 1972 was hij brandweerman in Sint-Gillis-Waas. Hij behaalde het diploma van officier en in 1967 werd hij bevelhebber van het brandweerkorps.

Van kleinsaf had Dolf veel belangstelling voor mooie vormen, kleuren en beweging. Op vierjarige leeftijd maakte hij zijn eerste 'schilderij 'met water en zand'. Hij modelleerde met het schuurwater van zijn moeder, dat van de trappen naar buiten vloeide en een grillig wegje maakte in het zand. Water en zand gaf zo'n plezierige modder en dat was zijn verf en zijn kleuren. Als schoolknaap voelde hij zich aangetrokken tot het tekenen. Hij bezocht als jongeling vele musea en tentoonstellingen. Hij leerde o.a. Permeke kennen, begrijpen en waarderen. Op de Normaalschool kreeg hij een eerste gelegenheid om zich in zijn voorkeursvak te oefenen en te ontwikkelen. Hij werd er door zijn tekenleraar, René Schietse, geen methodeman, maar een eerlijk artist, opgemerkt, gewaardeerd en aangemoedigd. Als onderwijzer volgde hij later een driejarige vakantiecursus voor tekenen en schilderen, bij Pannier en Albert Dolphyn (onderwijzer, gediplomeerd in de Normaalschool in 1919). De leider van deze werkzaamheden, Albert Dolphyn, gaf hem interessante suggesties en wees hem de weg naar de schilderkunst. Op 2 september 1937 behaalde Dolf, voor een jury van het Verbond van het Katholiek Normaalonderwijs, het diploma van tekenleraar voor middelbare en lagere normaalscholen. Hij sloot zich ook aan bij De Wase Kunstkring, maar dat was niet zijn ding. Schilderen leert men alleen, vond hij, dat doet men alleen.

derudder09Dat is alles wat hij kreeg aan positieve opleiding. Hij oefende zichzelf in de klas en thuis. Hij gaf veel tekenen in zijn klas en de kinderen hadden dit graag. En hij had er zijn redenen voor. Er zijn kinderen die zich gemakkelijk uitdrukken met woord, gesproken of geschreven, maar kinderen die geen van beide kunnen, kunnen zich misschien intens uitleven met te tekenen. Dolf gaf ze ruimschoots het middel om hun gevoelens en gedachten uit te drukken. Tekenen, de activiteit als zodanig was niet belangrijk, maar wel wat het teweeg bracht in de ziel van de kinderen. Sommige ouders en inspecteurs begrepen dit misschien niet - lezen, rekenen en schrijven moeten ze kunnen - maar hebben pas later zijn manier van lesgeven begrepen, vooral toen zijn methode ook gebruikelijk was geworden in de Verenigde Staten.

Met zijn leerlingen won hij diverse prijzen met kindertekeningen in binnen- en buitenland. In de U.S.A. won hij de tekenwedstrijd van het magazine 'National Geographic'. In 1959 wonnen twee van zijn leerlingen de tekenwedstrijd georganiseerd door de Poolse Radio & TV.  Voor zijn werk als onderwijzer en leraar kreeg hij in 1960 de eremedaille van de Algemene Directie der Opvoedende diensten.

Ook als leraar en directeur van de Beroepsschool vond hij dat jonge mensen dienden gevormd te worden tot creatieve vakmensen. Voortdurend zei hij dat jonge mensen die de Beroepsschool verlieten vakbekwame mensen moesten zijn.

derudder08Als tekenleraar volgde Dolf zijn eigen methode. Hij had zelf een tekenboek samengesteld, wat nooit is uitgegeven. Dit boek bestond uit tekeningen uit de natuur. Zijn oud-tekenleraar uit de Normaalschool, René Schietse, vroeg hem tekeningen uit de natuur, dit naar aanleiding van een nieuw lesprogramma 'Studie van het milieu'. Dat was exploitatie van de natuur, wandelingen in de natuur, tekeningen die de natuur in de klas moesten brengen. Enkele jaren later kreeg hij een tekenboek van Schietse te zien waarin zijn tekeningen stonden.

Tijdens de oorlog stelde hij nog een tekenboek samen. Uitgeverijen wilden dit uitgeven als hij zelf de kosten wilde dragen, maar dat kon hij niet. Hij ging er mee naar broeder dr. Denijs (oud-leerling van de Normaalschool, gediplomeerd in 1911, en in 1930 in Gent gepromoveerd tot doctor met het proefschrift 'De psychologie van het tekenend kind'). Broeder Denijs vond het een goed tekenboek, maar het kon niet uitgegeven worden, er was geen papier (oorlog). Na de oorlog kreeg Dolf een tekenboek van Jan Heuninckx te zien, waarin enkele tekeningen van hem stonden.

Het tekenen was hij volledig meester. Maar hij begon ook te schilderen. Dat was aanvankelijk beeldekens maken, mooie vormen en harmonische kleuren scheppen. In die eerste periode ging zijn voorkeur naar het landschap en de mens in het landschap. Zijn boeren en arbeidslui groeien als het ware uit de grond. Zijn werken getuigen van een groot observatievermogen en zijn figuratief.

Echt schilder is hij pas geworden na de Tweede Wereldoorlog. En dat hij kon schilderen kwam aan het licht door zijn tentoonstelling van een veertigtal doeken in 1946 op een Vlaamse Kermis in Sint-Gillis-Waas. Als aquarellist was hij toen op z'n best en behaalde hij het meeste succes. Zijn prestaties als tekenaar en aquarellist lieten toen ook voor het schilderen met olieverf het beste verwachten. Hij schildert nu niet zomaar om te schilderen, hij schildert uit de stuwende drang om zijn innerlijke beleving vorm te geven, hij schildert omdat hij iets te zeggen heeft. Hij geeft zin en ziel aan zijn werken. En die ziel in zijn werken is zijn eigen ziel. Zijn eigen uiterlijk geeft een onweerstaanbaar gevoel, een indruk van kracht, van onuitputtelijke oerkracht. Beheerst geweld en gematigde excentriciteit zijn bij hem zelf en bij zijn werken typische kenmerken. Een gevoelig mens, en dat is Dolf De Rudder,  wordt vaak geërgerd, gefrustreerd en die frustraties reageert hij af op zijn schilderijen. Wat er van binnen in hem leeft, een rijk gamma van gevoelens, brengt hij in verf en lijnen op het doek. Zijn werken evolueren van puur figuratief naar abstract werk. Zijn kleuren worden feller en heviger. Zijn schildermethode verandert van de borstel naar het palletmes. In plaats van olieverf of aquarel gebruikt hij plakkaatverf die hij later gaat vernissen met olie.

Na zijn pensionering ging hij weer intens tekenen en maakte hij diverse doeken aan de hand van bijbel- en andere verhalen. Samen met dichter Bert Decorte gaf hij in 1985 het boek 'Reinaert de Vos' uit.

Vanuit deze intensieve tekenperiode volgt een intense schilderperiode. De tekeningen dienen als inspiratiebron voor nieuwe schilderijen. 

In 1983 is zijn laatste tentoonstelling - na tentoonstellingen in Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Antwerpen, Mechelen, Brussel en Eeklo - in Hof Ter Bist te Ekeren met werken die geïnspireerd zijn door het scheppingsverhaal zoals dat beschreven staat in het bijbelverhaal 'Genesis'. Elke schilderij is een plastische uitdrukking van een idee door de bijbelse tekst verwoord. En toch is het geen religieuze figuratie. Het is een persoonlijke interpretatie waaruit een eigen visie is ontstaan aangaande de schepping van de mens.

aNaast zijn tekenen en schilderen maakte Dolf De Rudder ook enkele beeldhouwwerken in hout en ijzer.

In 1985 werd Dolf De Rudder getroffen door een lichte beroerte. Hierna wordt het tekenen en schilderen niet meer mogelijk. Hij overleed te Sint-Niklaas op 29 november 1997.

derudder11
In september 2006 werd een 'Reprospectieve Dolf De Rudder' georganiseerd in Sint-Gillis-Waas. In de raadzaal van het gemeentehuis waren schilderijen, foto's, dokumenten en beeldhouwwerken te zien en in 'Kunst 22' zwart-wit tekeningen en beeldhouwwerken. Eén van zijn grotere beelden in de zo eigen Dolf De Rudder-stijl, 'De Danseres', werd naar aanleiding van deze dubbele tentoonstelling door de familie De Rudder aan de gemeente geschonken. Dit beeld prijkt nu voor het gemeentehuis in Sint-Gillis-Waas.

derudder12Bekijk hieronder een reeks beeldhouwwerken van Dolf De Rudder.