Gaston Van Der Gucht

Gaston Van Der Gucht werd geboren op 8 maart 1922 te Mere. Al vroeg verhuisde het gezin naar Oordegem, waar zijn vader gemeentesecretaris was. Hij studeerde aan het college te Aalst en in 1943 behaalde hij het diploma van onderwijzer aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas. Jarenlang stond hij in het onderwijs, eerst als onderwijzer, nadien als directeur van de basisschool van het Sint-Franciscuscollege te Wetteren. Hij was medewerker aan literaire en pedagogische tijdschriften. Zijn naam als beginnend jeugdschrijver vindt men ook terug bij enkele ‘Vlaamse Filmkens’.

Hij was toneelspeler, regisseur, toneel- en romanschrijver voor jong en oud.

Met de ‘Meirsche Kunstvrienden’ stond hij zelf al vroeg op de planken. In Oordegem speelde hij mee in ‘Visserseer’ en stichtte hij later in 1947 de toneelgroep ‘Hooger Leven’ en het 'Reizend Jeugdtheater Nele'. Zo begon ook zijn toneelcarrière naast de scène. In de periode 1968-1985 regisseerde hij bij de Leedse toneelgroep ‘Vreugd in Deugd’ acht stukken. Zelf schreef hij ook een aantal toneelstukken, ondermeer voor het jeugdtoneel ‘Nele’. Maar ook stukken voor een volwassen publiek, schreef hij. Ondermeer vier spektakelstukken, verbonden aan de gemeenten Lebbeke, Overmere (Frere Pachters, 1985, over start van de Boerenkrijg), Laarne en Wetteren. Op een overvolle markt werd in deze laatste gemeente in 1992 het historische spel ‘Wetthra’ opgevoerd. 

 

Toneelstukken van hem zijn o.a.: ‘Hernomen Dialoog’ (1958), Het Mariaspel van Lebbeke (1960), Mirakel van Syrakuse (1972), Laster (1962), De Piskijker (1980), De Bekoring (1982). Daarnaast schreef hij nog een tiental stukken voor jeugd- en kindertoneel.

 

In 1968 blies hij nieuw leven in de oude toneelvereniging 'Zucht naar Kunst' van Wetteren en was voorzitter van dit toneelgezelschap tot in 1988.

 

Ook op het gebied van het boek voor jong en oud bleef deze auteur niet achterwege: Deling van het Brood (1952), God in de stad (1956), De Moordenaar leeft gelukkig (1960), Schamel als onze Handen (1962), De Ploeg (1972).

 

Als jeugdschrijver debuteerde hij al in 1947 met ‘Kleermaker Hannes’. Andere jeugdboeken zijn: ‘Doorbijten Maaike’, ‘Bunkerratten’ (een succesnummer),’Katrina’, ‘De Vlaamse Sprookjesreeks’, ‘Mie Auw’,  ‘Boefjes in mijn straat’, ‘Geitenregen’,  ‘De Madonna van de Knechtjes’,  ‘Olifantenwraak’, ‘Vrijbuiter, wie wint’, ‘Als rode bessen op je Huid’, ‘Handkoffertje’, ‘Katten, Jongens, Katten allemaal’.

Verscheidene van deze jeugdromans werden bekroond met diverse prijzen.

In 1963 werd voor de tweede maal de Kan. Amaat Joosprijs van het Davidsfonds toegekend aan Gaston Van der Gucht met zijn avonturenroman 'Olifantenwraak'. Dit was meteen de achtste bekroning voor literair werk, welke hem te beurt viel.

Hij overleed te Wetteren op 05.02.2009.

 

{gotop}