Albert Van Hoeij

Albert Van Hoeij werd geboren te Kemzeke op 27.01.1924. Na twee jaar humaniora bij de Broeders te Sint-Niklaas ging hij in 1939 naar de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas en behaalde hij het diploma van onderwijzer op 30 juni 1943. (Met 108 normalisten gestart en met 53 geëindigd.) Na zijn diplomering deed hij de boekhouding in een bedrijf te Sint-Niklaas.

Tijdens Wereldoorlog II, op 11 juli 1944, werd hij thuis in Stekene opgepakt omdat hij te maken had met het verzet en werd hij naar de gevangenis in Gent gebracht. Een paar dagen later werd hij naar het concentratiekamp in Buchenwald gebracht. Hij kwam terecht in Blankenburg en daarna in Dora.Na 13 maanden, na de bevrijding van het kamp, kwam hij terug vrij.

Hij kon toen op 1 maart 1946 beginnen als onderwijzer in de Lagere School van de Hellestraat in Stekene, waar hij in 1970 ook directeur werd, in opvolging van Alphonse Van der Linden. Hij ging met pensioen in oktober 1976.

In de krant 'Het Nieuwsblad' van 3 april 2015 legde hij een getuigenis af over zijn verblijf in het concentratiekamp.

Zoals ook wij vergeven...

"Vergeven kon ik niet. Tot vorig jaar, op mijn hometrainer. Plots werd die SS'er een mens".

vanhoeyAlbert Van Hoeij - (Foto: Geert Van de Velde)"Het heeft geduurd tot vorig jaar, 69 jaar na datum. Ik zat op mijn hometrainer, zoals elke dag mijn kilometers te malen. Ik bad het Onzevader. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren. Na al die jaren kreeg het een andere betekenis. Plots werd die SS'er een mens voor mij."

"Die SS'er, dat is de kampbewaker die mijn vriend Phil Cornu doodschoot. Het was in de lente van 1945, ik zat al negen maanden in de kampen en we begonnen aan onze dodenmars, weg uit het concentratiekamp van Dora. Wie niet kan volgen, wordt doodgeschoten, waarschuwden de bewakers. Na twaalf kilometer was het zover. Het was Phil: hij kwam ook uit het Waasland, we waren in dezelfde periode opgepakt, hadden maandenlang onze miserie gedeeld. Hij kon niet meer. Hij liep vlak voor mij, maar ik mocht hem niet ondersteunen. Hij moest gaan liggen in de grachtkant. Het eerste schot doodde hem niet en hij smeekte voor zijn leven. Toen kwam het tweede schot."

Op een beestenwagon

"In de zomer daarvoor, op 19 juli 1944, was ik opgepakt. Thuis, in Stekene, omdat ik te maken had met het verzet. Ik was pas afgestudeerd als leraar, maar in plaats van te kunnen gaan werken, vloog ik in Gent de gevangenis in. Een paar dagen later werd ik op een beestenwagon naar Buchenwald gezet. Elke wagon zat propvol, zitten ging niet, drinken mocht niet, er was amper verse lucht. Toen de deuren opengingen, stonden de SS'ers daar, met hun stokken en hun honden. We moesten ons uitkleden, we werden onthaard - overal - en gedesinfecteerd. Vanaf dan waren we geen mensen meer, maar nummers."

"Ik kwam terecht in Brankenburg, waar vooral Belgen vastzaten, en daarna in Dora, waar de V2-bommen werden gemaakt. Het ochtendappel was niet meer dan een slavenmarkt. We werden uitgehongerd, als we geluk hadden vonden we wat paardenbloemen om op te eten. We trokken zelfs eens soep van een hondenkop. Ik kreeg stokslagen op mijn bloot zitvlak omdat ik stiekem een reep stof had omgedaan als sjaal, tegen een longontsteking en 42 graden koorts. Ik zag mijn vrienden - allemaal Vlamingen - één voor één sterven. Van de kou, van ziekte, opgehangen als voorbeeld. Ze werden als afval uit een treinwagon gegooid, of als honden in een put".

Nummer 75623

"Eén keer heeft een kampbewaker me aangesproken als Herr Lehrer. Mijnheer de leraar. Het..."

"Excuseer me..."

"Even was ik niet meer nummer 75623, maar een mens. Het deed me beseffen dat ook die kampbewakers maar mensen waren. Maar wat met die SS'er die Phil Cornu had doodgeschoten? Ik kon er niet bij hoe iemand zo'n beest kon worden".

"Terug thuis was ik vooral met mijn eigen historie bezig. Zo gelukkig dat ik kon trouwen met mijn Esther, het schoonste meiske van het Waasland, die dertien maanden op mij gewacht had. Ik kon schoolmeester worden in Stekene, later zelfs directeur. Ik was een gelukkig mens."

"Ik heb zo vaak op de rand van de dood gestaan, maar toch heb ik een sprookjeshuwelijk gekregen,vijf kinderen, 17 kleinkinderen, 24 achterkleinkinderen en een 25ste op komst. Mensen die er allemaal niet geweest waren als ik was gestorven in de kampen".

"Woede en wrok, daar was ik nooit mee bezig geweest. Maar vergeven? Dat ging niet. Tot vorig jaar, op mijn hometrainer. Als ik nu het Onzevader bid, flitst elke keer Phil Cornu door mijn hoofd. Die SS'er heb ik nooit meer gezien, nooit gesproken. Maar ik besef hoeveel geluk ik heb gehad dat ik hier geboren ben. Want wie zou ik geworden zijn als ik geboren was in een nazifamilie? Die kampbewakers hebben niet het geluk gehad dat ik heb gehad. Dat besef, dat is voor mij vergeving."

(Jesse Van Regenmortel en Wim Dehandschutter in 'Het Nieuwsblad, 3 april 2015)

 

Albert Van Hoeij werd ook bekend door zijn deelname aan verschillende TV-quizprogramma's op de BRT, zoals 'Spelevaren', 'Magelaan' en 'Van Pool tot Evenaar' die hij won en als prijs tweemaal Mexico kon bezoeken. brugputteZijn overwinning in de live-uitzending van 'Spelevaren' op 12 november 1966 zal steeds verbonden blijven met de brug in Putte. Toen hij die avond met de auto huiswaarts reed langs de Koning Boudewijnsnelweg (E313) was hij net over de acht jaar oude brug over het Netekanaal toen deze ineen zakte. Acht auto's stortten samen met de brug in de diepte. Eindbalans: 2 doden en 17 gewonden.

"Ik heb al vaak geluk gehad in mijn leven," getuigt Albert Van Hoeij.

 

Niettegenstaande zijn leeftijd (91 jaar) legt hij nog boeiende (anderhalf à twee uur) getuigenissen af in scholen en verenigingen over zijn verblijf in het concentratiekamp en de hele geschiedenis errond.

Hij is nog steeds de verantwoordelijke uitgever van het driemaandelijks tijdschrift van de vriendenkring der politieke gevangenen van DORA en commando's vzw.

dora tijdschrift

Hij overleed te Stekene op 25.01.2019.

Lees ook: 'Inhuldiging Albert Van Hoeijestrasse in Blankenburg (Duitsland): klik hier.