Pierre Meganck

Geboren te Overmere op 13.06.1871

Hij behaalde het diploma van onderwijzer aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas in 1893.

Oefenschoolonderwijzer in 1899-1900 in het vierde leerjaar.

Hieronder enkele teksten van deze onderwijzer:

Gedicht 

Daar schiet een watervogel

En snapt ons vischken mee.

 

Het derde vischken, wijzer,

Gehoorzaamde aan 't bevel:

Het bleef in 't diep des vijvers

En leefde er lang en wel.

 

Zoo ziet gij, brave kindren,

Die wijzen raad versmaadt

En 't ongeluk gaat zoeken,

Beklaagt het zich te laat.

 

Als vader, moeder, meester

U dit of dat verbiedt,

Gehoorzaamt altijd, vriendjes,

Wilt gij de straffe niet.

(Uit het Katholiek Onderwijs, 27ste jaargang 1905-1906)

 

De 10 geboden van een goed scholier

1 Kom altijd in de school op tijd;

2 Maak steeds uw werk met zorg en vlijt;

3 Vermijd ter klasse praat en spel;

4 Speel op den koer maar flink en fel;

5 Wees zeer beleefd in woord en daad;

6 Kom nooit in twist met uwen maat;

7 Bewaar uw kleeren vrij van smet;

8 Houd al uw boeken rein en net;

9 Bid voor uw werk tot God den Heer;

10 Keer altijd wijs naar huis toe weer.

(Uit het Katholiek Onderwijs, 27ste jaargang 1905-1906)

 

Om de kinderen slecht op te voeden

Het recept om de kinderen slecht op te voeden,

komt van enen Chinees, en luidt als volgt:

Gij hebt een lief, braaf, kloek en gezond kind,

en ge wilt er een deugniet, een onverdragelijk ding

en een ziekelijk wezen van maken, doe als volgt:

Om er de gezondheid uit te krijgen, stop het vol koekjes en lekkernij; 

laat het eten op alle uren van de dag;

leg het in een mollig bed, waar het half verstikt in sargiën en kussens;

laat het slapen zolang het hem belieft;

maak dat het, onder het spel, weinig beweging doet.

Om teer te blijven houdt het buiten wind en sneeuw, regen en zonneschijn;

kweek het gelijk in ene broeikas, zonder open lucht.

't Is zeker, zo gij deze voorschriften volgt,

zult gij er spoedig in gelukken een kind te hebben zonder lust,

zonder leven, zonder kracht, een loom en ongezond wezen.

Gij hebt een braaf, goedhartig kind,

en ge wilt er ene nietweerd van maken, een onverdragelijk ding,

dat is ook zo moeilijk niet.

Toon u altijd in bewondering voor dat klein vernuft;

- bof en stoef er gedurig op;

- lach van vreugde en keur goed,

als het kleine wezen de ene of andere domheid zegt;

- zeg overal, waar 't kind het hoort dat het een voorbeeld is

van olijkheid en verstand;

- volg al zijn grilletjes in;

- zorg op alle manieren, dat uw lieveling zich zelven aanzie

als een gewichtig persoontje, voor wien alles moet zwichten en buigen.

Als ge 't zo doet, kunt ge op uwe twee oren slapen;

spoedig zal uw kind zijn een dom, een ikzuchtig, een ellendig en onverdragelijk wezen;

Dat is nu wat, hoor ik zeggen, recepten geven om kinderen ziek te maken van lijf en van aard!

Wat belieft er u? Waartoe zou het dienen 't anders te zeggen,

vermits de mensen het nu toch volstrekt verkeerd willen.

(Fondsenblad)

(Uit het Katholiek Onderwijs, jaargang 1899-1900)

 

Wat een goed schoolbestuurder zoal te doen heeft.

Al wie in het onderwijs is, hoopt toch wel eens bestuurder of bestuurster te zullen worden;

voor bijna allen zou dit, zo menen zij, het toppunt van vrijheid en geluk zijn.

En nochtans, indien een onderwijzer die waarlijk zijn plicht verstaat, om zo te zeggen,

nooit ten einde zijn werk is, is dit voor een gewetensvolle bestuurder nog min te bekomen.

Wat heeft een goed schoolbestuurder zoals te doen,

om te mogen zeggen, dat er waarlijk toezicht is in zijn school?

Dit werk is dubbel:

1 Schrijfwerk,

2 Het eigenlijke toezicht.

Zijn schrijfwerk

1 Het klasboek van de hulponderwijzers met grote zorg nazien en onderzoeken of er voor al de vakken:

a) samenhang,

b) niet te veel uitbreiding,

c) overeenstemming met het programma is.

Hij zal wel doen, de lessen aan te tekenen, in dewelke hij, de volgende week, voor de ene of andere reden, zou willen tegenwoordig zijn.

(Uit het Katholiek Onderwijs, jaargang 1899-1900)

 

 

{gotop}