E.H. Frans Hitchinson

frans hitchinsonHij werd geboren te Opbrakel op 08.08.1948 en groeide op in Deftinge. Zijn vader Robert (O1941) was onderwijzer in het lager onderwijs van het Sint-Catharinacollege in Geraardsbergen waar hij zelf ook les volgde.

Hij werd priester gewijd in Gent op 06.07.1974.

Hij werd licentiaat sociologie en licentiaat morele en religieuze wetenschappen.

Hij was leraar godsdienst (in 4-5-6 van Wetenschappelijke B, Economische en Menswetenschappen) en 'maatschappelijke en economische problemen' (in de Menswetenschappen) in de Bisschoppelijke Normaalschool van Sint-Niklaas van 1 oktober 1977 tot 1982) en superior van het college van Zottegem van 1982 tot 1994.

Op 01.09.1994 werd hij benoemd tot inspecteur-adviseur katholiek, gemeentelijk en provinciaal Basisonderwijs (gewoon en buitengewoon) voor het hoofdgebied Zottegem.

Hij was rector van het Katholiek Hoger Instituut voor Opvoedkunde Dr. Fr. De Hovre.

Res. parochie O.L.Vrouw Geboorte en Sint-Jozef te Elene

v.o. parochie Sint-Martinus te Velzeke-Ruddershove (benoeming 04.12.1994)

Docent aan het Godsdienstinstituut

Op 9 maart 2014 werd hij aangesteld tot deken in Geraardsbergen.

 

Bij zijn afscheid aan de Bisschoppelijke Normaalschool in1982

'Vlaanderen zendt zijn zonen uit!", was een van die slagzinnen die mij als jonge knaap altijd met een tikkeltje fierheid vervulde. Vlaanderen... een onooglijk klein stipje op de wereldkaart... en toch, 'de besten onzer broeders' togen erop uit om hun - en onze - idealen uit te dragen, om hun taak en verantwoordelijkheden op te nemen, overal ter wereld.

Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat - zij het dan op micro-niveau - dezelfde bewering geldt voor de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas. Zeer velen van onze 'gewijde zonen' hebben wij de laatste jaren de veilige thuishaven weten verlaten om elders verantwoordelijkheden op te nemen. Voor sommigen van hen konden wij vermoeden dat hun uur genaderd is. Voor anderen kwam het als een volslagen verrassing.

En compleet overrompeld was ik toen Frans op een vrij zonnige maandagmorgen bij mij aanbelde. Ik had juist mijn verfborstel neergelegd (want de regenpijpen van ons huis hadden dringend behoefte aan een laagje roestwerende bescherming) en was eigenlijk niet voorbereid om het nieuws te verwerken dat Frans tot superior van het College O.-L.-Vrouw van Deinsbeke, te Zottegem, aangesteld was. Terwijl hij op de hem eigen, rustige, ongecompliceerde manier een beeld schetste van de besprekingen die aan zijn benoeming vooraf gegaan waren, voelde ik - wat ik mij in mijn prille onervaren jeugd nooit gerealiseerd had - dat het 'uitzenden van de zonen' steeds gepaard gaat met afscheid nemen, dat wij daarbij steeds geconfronteerd worden met verlies.

Want inderdaad, aan Frans verliezen wij een zeer gewaardeerd collega. Hij was de man die, met zijn eigen woorden gezegd, "graag meeging met mensen van goede wil", die steunde en bemoedigde waar zijn fijnmenselijk aanvoelen en attente oogopslag hem moeilijke situaties, nood aan geborgenheid, aan belangstelling, deden onderkennen. Frans was de man wiens enorme werklust nauwelijks gelijke tred kon houden met een steeds maar groter wordend werkterrein.

Frans...

Maar ik betrap er mezelf op dat ik nu dingen neerschrijf die Frans niet graag over zichzelf leest. Zijn bescheiden natuur respecterend wil ik hem een - in feite: welverdiende - lofrede besparen. Toch zou ik niet graag willen eindigen zonder in naam van alle collega's, een algemeen gevoel van oprechte dankbaarheid te vertolken voor de korte tijd dat wij het privilege genoten de rijkdom van Frans' inspirerende nabijheid te ervaren.

Frans, we wensen je alle succes toe bij het vervullen van je nieuwe opdracht! Wees verzekerd van ons gebed om steun voor jou tot Hem die ons schreden leidt...

(Raoul Six in 'Kasteelgalm', herfst 1982)