Halfvasten 1950

De gehangene met de koord

toneeldegehangene

Mirakelspel in drie bedrijven van Henri Gheon, in vertaling door Wies Moens

Regie: E.H. Marcel Vermussche, leraar Nederlands

Decor: E.H. Eduard De Witte

Belichting: Jozef De Clippeleir

 

Het eerste tafereel was een grote meevaller, vooral de scene waarin de oude pelgrim zich door de drank laat verleiden. Volgt daarop het complot van waard en waardin die het in geweten klaar spelen de arme pelgrim te doen betichten van diefstal, waarvoor ze dan ook in het tweede bedrijf worden veroordeeld tot de strop.

In het derde bedrijf komen dan de wroeging van de beide dieven; het mirakel van de gehangene die begint te spreken en de ontknoping: een nieuw vonnis; de rollen worden omgekeerd maar de knaap schenkt vergiffenis aan zijn boosdoeners.

 

Voor studententoneel, met inachtname van de tijd er aan besteed, is het een zeer voortreffelijke prestatie, dank vooral een drietal uitstekende vertolkers: de waard, de waardin en de oude vader. Dictie was goed; gebarenspel, vooral de waardin, zeer goed.De pikturale gendarm zorgde voor het (soms té) burleske effect.

Het sobere decor, waar E.H. De Witte voor zorgde, paste in het genre.. De belichting was van het gekende merk: De Clippeleir. Waarborg verzekerd. E.H. Vermussche, de leraar Nederlands die het stuk aanleerde en leidde, dient gefeliciteerd.

 

Tussen de eerste twee bedrijven zong het koor een paar oud-Nederlandse liederen in eigen bewerking: Het waren twee Coninckxkinderen en Het Lied van Pierlala. Vooral het laatste, waarvan elke strofe verschillend bewerkt, was bizonder fijn. Proficiat aan het koor en zijn dappere dirigent.

 

Halfvasten, dag van verpozen midden in de tijd van bezinning, is sinds enkele jaren op de Normaalschool de dag van de Ouders geworden. Het is op deze dag dat de familie van de leerlingen uitgenodigd wordt op een toneelfeest door de studenten gegeven. Dat die gelegenheid door de ouders te baat genomen wordt bewijst de overrompelende opkomst tot uit de verste hoeken van Zuid-Vlaanderen en de Kempen. Het is tevens voor veel ouders de geschikte gelegenheid om met de heren professoren en subregenten van gedachten te wisselen over de zaken waar ze zo om bekommerd zijn: de studies en het gedrag.

De zaal zat dan ook meer dan stampvol als E.H. Directeur het podium betrad om deze feestnamiddag in het ware licht (of beter feeërieke kunstlicht van dhr. De Clippeleir) te stellen.

(Uit 'Bulletin van den Oudleerlingenbond Sint-Franciscus van Sales' - 7e jaargang - 1950 - nr 1)

 

 

{gotop}