Bouwkamp 1962 - Sankt Vith

Periode: juli 1962

Plaats: Sankt Vith

Deelnemers: E.H. Emiel Van Hecke (proost en onze leraar Nederlands), Miet en Magda Martens (onderwijzeressen uit Lovendegem) uit de regio Meetjesland, zouden voor de keuken en de sociale begeleiding zorgen, Guido Colpaert (toen leraar Middelbaar Onderwijs in de oefenschool R1958), Luc De Witte (O1959) en broer van onze klasgenoot Hedwig (O1963), Herman Vereecken (2LNS), Guido Debaets (2LNS), Jacques Meire (3LNS), Benny Foubert (3LNS), Willy Sillis (3LNS), Roland Vercammen (3LNS), Frank (familielid van Emiel Van Hecke en in 1961 ook mee in Meersen NL) en nog een streekgenoot “ X” en tenslotte ondergetekende, Mark Charels (3LNS). Al bij al een kleine delegatie, want E.H. Van Hecke vertrok na ons bouwkamp (eind juli) meteen met een tweede groep naar Lyon.

Opdracht: het uitgraven van de nieuwe officiële toegang/ingang van het Bisschoppelijk (!) college van Sankt Vith. Wij zouden in het college de nodige infrastructuur kunnen gebruiken. De leerlingen (waaronder ook een groot aantal internen), waren met vakantie en wij zouden gedurende een 3-tal weken onze voorgangers, de studenten van het college van Boom, aflossen. Zij hadden het kamp opgestart en de eerste werkzaamheden verzorgd.

Er was uitzonderlijk niet gezorgd voor vervoer. Geen bus. Ieder trok zijn plan!

Herman Vereecken en ondergetekende, Mark Charels, hadden tijdens de laatste dagen van het schooljaar 1961-1962 afgesproken om de trip met de fiets te maken. Voor Herman een doodgewone klus, hij was dat jaar extern geworden en kwam dagelijks vanuit Beveren naar de Kasteelstraat 8, voor mezelf betekende dit een uitdaging, want behalve het feit dat we wel beiden deel uitmaakten van de keurgroep van onze turnleraar Gaston Clippeleyr en in de schoolploeg volleybal speelden, had ik duidelijk geen fietsbenen, wat me zwaar te verduren zou staan.

Herman vertrok vanuit Beveren, ik vanuit Lokeren en we zouden elkaar ontmoeten aan het zwembad in Sint-Niklaas. We besloten de trip (zo’n 240 km) in tweemaal af te leggen. Ik had nog een legertentje van mijn broer Fons mee in de fietstassen en samen zouden we wel kokkerellen onderweg. Rond de klok van elven waren we al in Leuven aangekomen, toen ik een vrachtwagen van de firma Van Osselaer- Pieters, toen een bekend transportbedrijf uit Lokeren, langs de weg zag staan. We zagen dat er nog plaats was op de vrachtwagen en we besloten onze kans te wagen om een lift te vragen. Ons Ma was geboren op de “Bergendries”, waar de firma toen gevestigd was en ik kende nog de tweeling, de zonen van de eigenaar, zodat de chauffeur meteen zorgde voor een plaats voor onze fietsen. Wij zaten tussen de pakjes van de firma (een voorloper dus van DHL/Bpost/Post NL enz…!) en keken uit op het achterliggend verkeer. Rond 12 uur werden we afgezet in het centrum van Luik aan de oever van de Maas. Onze tocht kon beginnen… Beelden van Luik-Bastenaken-Luik hadden we toen nog niet gezien. De chauffeur wenste ons nog veel succes! Dat Herman de best geoefende renner van ons tweeën was, werd meteen duidelijk. Geregeld moest hij me opwachten op de top van menige helling. Ik herinner me nog dat we op het circuit van Francorchamps de hellingen moesten trotseren; ik word er elke keer aan herinnerd als ik naar de Formule1-wedstrijd durf te kijken. Precies om 19 uur kwamen we in de eetzaal (refter, dus) van het college aan op de tunes van het nieuwbericht van de toenmalige NIR. Men luisterde dus naar een Vlaamse zender in het college!

We werden er opgewacht door de studenten van het college van Boom. We kregen een slaapplaats op de grote “Dortoir”, want zij zouden de volgende dag hun bouwkamp beëindigen. Meteen zouden we ook weten welke zware opdracht ons te wachten stond. Zij hadden het eerste deel van het traject afgelegd (ik schat de lengte van de gehele sleuf op ruim 100 meter). Onze  voorgangers hadden het geluk gehad om te kunnen starten met het uitgraven van wat ooit “dé gazon” van het college moest zijn geweest. Wij zouden de andere 80% van de taak voor onze rekening nemen. .. Wij, Herman en ik, hadden wel al gemerkt dat de houwelen onvoldoende zouden zijn om die doorgang te maken.

In de loop van zondag zou de rest van de groep ons vervoegen. Herman wou al eens op de speelplaats van het college oefenen met de Willy-jeep, een oldtimer uit WOII, die we zouden gebruiken om de afgegraven grond naar een nabijgelegen stort te brengen. Een job die door de anciens onder ons met plezier om beurten werd overgenomen. ’s Avonds bekeken we al eens de vorderingen van het uitgegraven gedeelte van de oprit. Het zag er nog “doenbaar” uit, maar we zouden ’s anderendaags anders piepen, want weldra botsten we op de rotsen. Onze houwelen bleken niet bestand tegen het gesteente en er werd besloten om een compressor te huren voor de duur van de werken. Goddank was het de hele tijd schitterend weer en genoten we van het werk, ook omdat we geregeld een break kregen om bij te tanken (de calorieën vlogen in het rond). Hard labeur!

De priesters die nog in het college waren, kwamen ons geregeld aanmoedigen. Miet en Magda zorgden voor de frisdrank en de maaltijden. ’s Avonds werd er gezongen, nummertjes opgevoerd (Herman had zijn huzarenstukje als vuurspuwer) en we nodigden de priesters en het personeel uit op een bonte avond.

Guido Colpaert dichtte een nieuwe tekst op de toenmalige hit van Bourvil: “Clair de lune à Maubeuge”. Leute alom!

Uit dankbaarheid werden we tijdens het weekeinde verrast met een uitstap naar Monschau, er werd geroeid op het meer van Bütgenbach en we maakten een uitstap naar Burg-Reuland, waar ik nog tijd kreeg om een schets te maken voor onze opdracht tekenen van den Bosschaert…

Enkele waaghalzen onder ons smaakten het genoegen om met een van de priester-leraars, “Pauke”, een reus van een vent, een ritje te maken op zijn BMW 500cc tweecilinder. Destijds een serieuze machine!

Eénmaal ontvingen we het bezoek van de hulpbisschop van het bisdom Limburg-Luik (toen nog één bisdom), die van ons exploot gehoord had en ons ’s avonds trakteerde op een biertje en een wijntje.

We namen afscheid van de overgebleven priesters en vertrokken naar huis. Ik waagde het niet om nog eens de trip met de fiets naar huis te maken en kon dank zij de ouders van Roland Vercammen (uit Hamme)  terug naar Lokeren.

Onze proost, E.H.Van Hecke, vertrok kort daarop naar Münsterschwarzach met een tweede groep normalisten. Anderen vertrokken meteen naar Essen met de CM als monitor. Wat onze proost wel verzwegen had, was het feit dat hij zich als leraar Nederlands terugtrok uit de normaalschool en zou opgevolgd worden door Leo De Meulenaer, maar dat is een ander verhaal!

De laatstejaars van het college van Boom zouden we precies een jaar later (1963) terug ontmoeten tijdens onze reis naar het bouwkamp in Gern (Eggenfelden, Niederbayern). Zij reden nog een eindje verder richting Neusiedlersee (Oostenrijk). Eén van hen zou er tijdens het zwemmen het leven laten…

(Verslag: Mark Charels, Beveren, in de vorstmaand 2019)

P.S. Via google maps vind je onder “bischöfliche Schule Sankt Vith”  de huidige toegangsweg.

 1962bouwkamp131962bouwkamp121962bouwkamp11

 

 

 

 

 

 

 

 

1962bouwkamp14 1962bouwkamp16
1962bouwkamp15

1962bouwkamp171962bouwkamp18

1962bouwkamp191962bouwkamp20
1962bouwkamp211962bouwkamp231962bouwkamp221962bouwkamp241962bouwkamp251962bouwkamp261962bouwkamp271962bouwkamp291962bouwkamp281962bouwkamp301962bouwkamp311962bouwkamp321962bouwkamp33

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Bouwkamp 1962 - Münsterschwarzach (Kitzingen) 

Periode: augustus 1962

Plaats: Münsterschwarzach

Opdracht: 

 1962bk10n1 2 E.H. Emiel Van Hecke, 3 4 5 6 Frans Van Gils, 7 8 9 10 11 Luc Van Sompel, 12 13 14 15 16 Stefaan Van Pottelberge, 17 18 19 Walter Strijpens, 20 21 22 23

1962bk03n

1962bk04n

1962bk05n

1962bk06n

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1962bk08n

 

 

 

1962bk09n

 

1962bk07n