Marc Van Beek 

vanbeekmarc
Geboren te Borgerhout op 01.06.1938.

Hij behaalde het diploma van regent Moedertaal-Geschiedenis in 1961.

Hij werd in 1961 leraar aan de middelbare oefenschool van de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas.

Op 24.05.1986 werd hij tot diaken gewijd te Gent. Sindsdien was hij als diaken verbonden aan de Sint-Andreas- en Sint-Ghislenusparochie van Belsele. Ondertussen bleef hij als regent verbonden aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas tot aan zijn pensionering in 1998. In 1991 werd hij diocesaan begeleider voor schoolpastoraal in het bisdom en was hij halftijds in de Normaalschool.

Hij overleed te Sint-Niklaas op 20.01.2006. 

1986: 25 jaar leraar in de Bisschoppelijke Normaalschool

Deze minzame, bescheiden collega bezorgde ons wat hij een 'gevleid zelfportret noemt:

"Nog net voor de Tweede Oorlog werd ik geboren in Borgerhout. 't Is jammer dat ik het zelf zeg, maar in 't Antwerpse heeft de uitdrukking 'van voor de oorlog' de naam van iets degelijks! Nochtans heeft die oorlog mijn schoolloopbaan tragisch beïnvloed. Het ouderlijk huis was bij de bombardementen op de Antwerpse haven op het einde van de wereldbrand het derde in de rij dat overeind bleef staan, maar het was totaal onbewoonbaar. In tegenstelling met veel families uit de buurt bleef ons gezin behouden. 

Een ingrijpend gevolg was wel dat we op de school waren en ik met de nodige onrust en miserie mijn basisvorming kreeg op vier lagere scholen. De humaniora-afdeling doorliep ik aan het Sint-Jan-Berchmanscollege te Antwerpen en via kennissen geraakte ik met de BNS vertrouwd, hoewel ik van huize uit voorbestemd was voor een boekhoudkundige carrière.

Mijn eerste modelles (toen toch nog) was een les aardrijkskunde bij onze huidige directeur, toen leraar aardrijkskunde aan het regentaat, hoewel ik Nederlands-Geschiedenis gevolgd had.

Ik ben gehuwd met Agnes Gijsbrechts, een onderwijzeres uit het nijvere fruitdorp Broechem bij Lier. Ons huwelijk wordt dit jaar meerderjarig. Het landelijk wonen wensten we in de omgeving van Sint-Niklaas voort te zetten en zo kwamen we in Belsele, Isegrimstraat 30, terecht.

Jarenlang hebben we het erg op prijs gesteld om met Peter en Inge, met ons gezinnetje dus, met vakantie te gaan. Onze voorkeur gaat uit naar het Tirools gebergte, waar wij logeren in een klein pension, waarvan het adres ons al bekend is sinds 1952. 's Zomers wandelen we er tussen kanjers van bergen en 's winters, de laatste jaren toch, komen we onder de indruk van het besneeuwde landschap. Dan is langlaufen de aangewezen manier om je te verplaatsen.

Zo zitten we dan op het sportieve vlak. Toen de kinderen klein waren, zwommen we wekelijks een uurtje; tegenwoordig is het in onze contreien wandelen of met collega's een uurtje mee tennissen. 

Lievelingsdrank en -gerecht? Een 'palmke' als ik echt dorst heb, maar voor de smaak drink ik bij voorkeur een Glühwein, een landwijntje of een porto. Moet er gegeten worden, dan liefst burgerkeuken en bij extra-gelegenheden paling-in-'t groen, garnalen of Normandische tongen.

De lastige karwei thuis is ongetwijfeld tijdig opstaan als het de avond voordien wat laat geworden is. Plezierig vind ik wel rozijnenbrood bakken en tussendoor proeven of het deeg wel degelijk is.

Tot de prettigste ervaringen uit mijn loopbaan behoort de vlotte samenwerking met de rechtstreekse collega's. De beginperiode vooral was er een van samen uit, samen thuis, en met Herwig en Guido R. vormde ik een soort triumviraat van de vijfde moderne. De minst prettige ervaringen heb ik eigenlijk nog meegemaakt op studie-uitstappen. Tijdens een wandeling langs de schorren van de Schelde namen nogal wat leerlingen in hun jeugdig enthousiasme een binnenweg en hielden geen rekening met het wassende water. Uiteraard hadden ze daarvoor niet de gepaste kledij aan. Zoiets raakt mijn verantwoordelijkheidsgevoel. En dan... in de metro van Lille: daar zagen enkele collega's mij bijna voortijdig een hartinfarct krijgen toen ik met enkele leerlingen op zo'n moltrein stapte en ik niet wist waar ik naartoe moest, terwijl de 'organisatoren' op het perron bleven staan...

Als hobby's heb ik het lezen van jeugdliteratuur voor cursorisch lezen, zingen in twee koren: de Mariakantorij en het parochiaal koor van Belsele, luisteren naar klassieke muziek, wat pianospelen en verder parochiale activiteiten met in hoofdzaak vormselcatechese en helpen bij de plaatselijkle liturgische vieringen.

In de loop van die 25 jaar zal ikzelf wel het meest veranderd zijn, veel meer dan ik zelf wil geloven, want voortgaande op de portrettengalerij van mijn voorgangers in Kasteelgalm zal ik er veel ouder uitzien dan ik wil aannemen (n.v.d.r. de jubilaris had het konterfeitsel op dat ogenblik nog niet in ogenschouw genomen). In het onderwijs is de aangroei van de nieuwe media indrukwekkend. Toch blijf ik zweren bij het boek als cultuurdrager bij uitstek en bij de leraar als spil voor de persoonlijkheidsvorming van de leerlingen. Daarom trouwens geloof ik in het blijvend belang van het katholiek onderwijs als uitdrager van waarden zoals hoffelijkheid, solidariteit, soberheid, naast een zo sterk mogelijke cognitieve vorming.

Mocht ik tot een ander beroep 'geroepen' zijn, zou het zeker in de sociale sector zijn. Ik wil sluiten met mijn dankbaarheid kenbaar te maken aan het adres van deze school, die mij een zinvolle levenstaak aanbood en ik hoop die opdracht in een collegiale sfeer tot een goed einde te brengen.

(Kasteelgalm, lente 1986) 

Begeleider schoolpastoraal in 1991

Dat het onderwijs de jongste tijd bijna helemaal aan het veranderen is, moet wellicht toch al iedereen opgevallen zijn. Dat ook het inspectie- en begeleidingsteam door mekaar geschud werd, is evenzeer realiteit, al zou het kunnen gebeuren dat dit aan ouders en leerlingen voorbijgegaan is zondermeer. De leerlingen van Humaniora 1A en van het derde jaar konden echter aan de lijve onderviinden dat er iets aan het gisten is. Na de herfstvakantie moesten zij beleven dat hun leraar Nederlands en geschiedenis, Marc Van Beek, nog slechts halftijds op school was, niet omdat hij aan een uitgroeibaan (nog zoiets nieuws) begonnen was, maar wel omdat hij aangeduid was als diocesaan begeleider voor schoolpastoraal in het bisdom Gent.

Een vreemde keuze? Wellicht niet. Enkele jaren geleden werd Marc Van Beek tot diaken gewijd en wie het kerkelijk leven in Belsele een beetje volgt, weet hoeveel de parochie aan onze collega te danken heeft. Ook in de pastorale werkgroep van de humaniora is het al lang duidelijk geworden dat een leraar Nederlands en geschiedenis ook op het vlak van vieringen en acties veel te betekenen heeft. Het verwonderde ons dan ook niet dat onze diaken al minstens tot het einde van het schooljaar 1991-92 de opdracht kreeg Oost-Vlaanderen af te rijden om scholen te helpen op een eigentijdse manier christelijk te zijn. Hij zal met hen zoeken naar antwoorden op vragen als: hoe kun je tegenwoordig zinvolle vieringen (boetevieringen, gebedsvieringen, eucharistievieringen) houden? Hoe vul je een of meer bezinningsdagen op? Kun je bidden op een school? Hoe kunnen periodes als missiemaand, advent en vasten op een school merkbaar zijn? Hoe bepaalt je christen zijn je omgang met leerlingen en met collega's? Hoe beleven wij ons geloof in een priesterarme kerk/school? Wij kennen Marc maar al te goed om te beseffen dat hij veel mogelijkheden zal aanreiken, maar dat hij niets zal opdringen. En wij vrezen tegelijkertijd dat de opdracht, die normaal voorzien is voor één schooljaar, wel eens langer zou kunnen duren. In ieder geval wensen wij onze collega veel succes in zijn nieuwe functie en willen wij niet verzwijgen dat wij hem maar al te graag voltijds op school hadden gehouden. Ik hoor hem echter reeds reageren: "Je moet nooit te veel voor jezelf willen houden!"

(Freddy Van Hove in 'In-fra', winter 1991)

 

 

{gotop}