Dirk De Waele

1992dirkdewaele
Dirk De Waele kwam na zijn legerdienst in 1978 in de drukkerij van de Bisschoppelijke Normaalschool terecht. Hij deed alle drukwerk voor de lagere school, de humaniora, de onderwijzers en regenten. Hij volgde ondertussen een bibliotheekopleiding en zo kwam ook de zorg voor de bibliotheek bij zijn takenpakket.

Hij werd later studiemeester - opvoeder en secretaris-archivaris van de Bisschoppelijke Normaalschool.

In 1999, na de fusie, verhuisde hij naar het College te Sint-Niklaas en werd er huismeester van het Sint-Jozef Klein Seminarie. Het beheren van de gebouwen was één van zijn hoofdopdrachten. Op 1 november 2016 ging hij met pensioen.

 Bij zijn pensionering in 2016

Pensioenviering2016Pensioenviering door de secretariaatsploeg op 23.06.2016

Toegewijd, deskundig en met een warm hart

"Mijn schoolloopbaan is in 1978 begonnen in de Bisschoppelijke Normaalschool in de Kasteelstraat. Directeur e.h. Eduard De Witte was op zoek naar iemand om de taken van de drukkerij over te nemen en tevens zocht hij extra hulp voor de schoolbibliotheek om directiesecretaris Jos Andries bij te staan.  Mijnheer De Witte, zoals we hem altijd noemden, had vernomen dat ik pas mijn legerdienst had volbracht en dat ik mijn bibliotheekopleiding terug had opgestart. Hij polste of ik interesse had en na het bezoek aan de school, de drukkerij en de collega’s begon ik de volgende dag aan mijn schoolloopbaan.

De naam ‘Drukkerij’ dekte toen nog de echte activiteit in het lokaal. Het vermenigvuldigen van de originele documenten gebeurde met een offset drukmachine. Het was voor mij onbekend terrein maar mijn voorganger Ivan De Baere zorgde voor een goede opleiding. Samen met collega Chris Beck, die het fotografisch procedé ter voorbereiding van het drukproces voor haar rekening nam, verzorgden we al het drukwerk voor de lagere school, de humaniora en de onderwijzers- en regentenopleiding.

De schoolbibliotheek werd na een tijdje ook volledig aan mijn takenpakket toegevoegd. De handboeken voor de lesvoorbereidingen van de stagelessen werden overgebracht van het boekenfonds en de leerlingen van de humaniora mochten ook boeken ontlenen en groepswerken komen maken. Het was een prettige opdracht, omdat ik zowel met leerlingen als leerkrachten in contact kwam.

Ondanks de verschillende afdelingen die verspreid waren in de gebouwen was er een gevoel van kleinschaligheid. Er heerste een gemoedelijke sfeer, waaraan de aanwezigheid van e.h. Ward De Witte niet vreemd was, en iedereen kende iedereen. Ik voelde me er snel thuis.

HH. Engelen

Op school verbleven ook de Eerwaarde Zusters van de Heilige Engelen. De zusters waren altijd in de weer: zorg voor de priesters, hulp in de keuken en zoveel meer. Altijd aanwezig als je in het weekend of in de vakantie op school moest zijn. Altijd wat thuiskomen. Als een priester niet was komen opdagen voor het middagmaal en er was een gebakje voorzien, werd ik uitgenodigd om dit kort na de middag, na hun werk en voor de recreatie, samen met hen te nuttigen bij een tas koffie  (Sorry voor de eerwaarde heren die ’s avonds in de koelkast naar hun taartje zijn gaan zoeken. ’t Was lekker!)

Maar de zusters werden ouder en het werk en de vele trappen werden hen te zwaar. In de paasvakantie van 1990 vertrokken ze met veel spijt,  terug naar het 'Moederhuis' te Lokeren waar voor hen beter kon gezorgd worden.

Ter voorbereiding van hun verhuis hielp ik mee kasten leegmaken, opruimen en inpakken. Verschillende keren reden zuster Edwarda en ik met mijn volgeladen wagen naar Lokeren. Tijdens al deze werkzaamheden vertelden de zusters over hun verleden, hun roeping, hoe ze alles hadden zien veranderen... Ik raakte geboeid door hun levensverhalen. De band is gebleven tot aan hun overlijden. (Lees hierover: klik hier.)

Huismeester in een kleiner wordende school

Door veranderingen in de organisatie van het onderwijs (de afdeling Menswetenschappen mocht door alle secundaire scholen ingericht worden en niet enkel door Normaalscholen en de fusionering van het hoger onderwijs van onze school met deze van O.L.Vr. Presentatie, viel een aantrekkingskracht tot  onze school en het internaat weg. Later fusioneerde ook de lagere school met de lagere school van O.L.Vr. Presentatie zodat nog enkel de humaniora restte.

Ondertussen was het werk in de drukkerij overgenomen door een nieuwe collega en deed ik de privé-boekhouding, later kwam er nog de zorg voor de gebouwen en het onderhoud bij.

Op 1 september 1992 werd onze 1e graad administratief toegevoegd aan het Sint-Jozef-Klein-Seminarie en het jaar daarop volgde de rest zodat we een volledige afdeling werden van het College. Superior E.H. Daniël De Smet vroeg me om de organisatie van de dagelijkse werking in de Kasteelstraat op te nemen. Provisor Walter Roggeman kwam regelmatig langs voor overleg en om de band met de Kasteelstraat te versterken. Van het oude secretariaat bleef ik uiteindelijk als enige over maar gelukkig kwam collega Bea Cap van het College om me bij te staan en de personeelsdossiers van beide vestigingsplaatsen te beheren.

Met lood in de schoenen

Geleidelijk werden klassen overgebracht naar het College zodat er leegstaande lokalen ontstonden. De twee branden in 1994 in een deel van de lagere school van het College zorgden er nog even voor dat onze leegstaande lokalen opnieuw in gebruik werden genomen wat zorgde voor nieuw leven in onze gebouwen.  

In het schooljaar 1998-1999 werden de voorbereidingen gestart voor de geleidelijke overbrenging van alle klassen naar de Collegestraat. Tevens moesten de gebouwen van kelders tot zolders ontruimd worden.

Ervaring heb je met zoiets natuurlijk niet, wat af en toe zorgde voor wat hoofdbrekens. Er diende een inventaris opgemaakt te worden waarmee we aan de slag konden voor de verdeling van de inboedel . Bepaalde stukken gingen naar het bisdom samen met het oud archief dat opgeslagen was in de oude priesterbibliotheek. Ik had dit jaren geleden geïnventariseerd ter voorbereiding van de viering van 150 jaar Normaalschool in 1989. Jammer genoeg hebben we de 150 jaar niet gehaald.

Het bruikbare schoolmateriaal en schoolmeubilair werd naar de Collegestraat overgebracht en wat niet meer dienstig was werd afgevoerd of verkocht. Zo zijn o.a. de reftertafels de boot opgegaan naar Amerika. Gilbert Maes en de onderhoudsman van het College Luc Bocklandt hebben het hard te verduren gehad met de vele verhuiswagens die zij moesten vullen en uitladen.

Alles moest gebeuren tussen het gewone schoolleven door. Een heel drukke periode die nog verschillende weken doorliep in de grote vakantie.

Het was een intense, maar geen prettige taak. Het voelde als het leeghalen van een huis na een overlijden. Het huis voelt leeg, de ziel is weg. Er is een stilte die weegt, geluiden klinken anders. Je dwaalt er nog rond, maar het is voorbij en komt niet meer terug.

Huismeester van het College

Een tijdperk was afgesloten en ik startte op het College. Mijn eerste ervaringen waren hectisch. De school was nog een bouwwerf, klassen zaten verspreid, de speelplaats was opgebroken, het secretariaat was verdeeld over elk vrij lokaaltje. Het was in het begin moeilijk om mijn weg te vinden.

De nadruk in mijn nieuwe opdracht lag op de opvolging van de schoonmaak en de afwerking van de nieuwbouw, het inrichten van de lokalen en het organiseren van de verhuis van de klassen.

Tot het einde van mijn loopbaan was ik bezig met het beheer van de gebouwen maar gelukkig al met hulp van collega’s. De oudste gebouwen dateren uit de 17e eeuw en het meest recente is van 2009. Het grootste probleem is altijd het tekort aan financiële middelen geweest. De afbetaling van de nieuwe gebouwen met de daaraan gekoppelde technische vernieuwingen in de ganse school namen een grote hap uit het budget. Daarbij kwamen later nog de aankoop en renovatie van het Belgacomgebouw wegens het voortdurend stijgen van het aantal leerlingen, het overbrengen van de leerlingen van de Sint-Rochusschool naar onze gebouwen (opnieuw een verhuis!) met de daarmee gepaard gaande verbouwingen van lokalen en het plaatsen van een snelbouw met een kleuterrefter en klassen voor de humaniora.

Het kerkgebouw is nog een probleem. Het mee opvolgen van de voorbereidende studie voor de binnenrestauratie was heel boeiend. Wanneer de restauratie uiteindelijk zal doorgaan is nog een groot vraagteken want de financiële middelen van de school dienen voor het realiseren van onderwijsdoelstellingen en het onderhoud van de schoolgebouwen waartoe de kerk niet behoort.

Ik ben nu wel erg tevreden dat collega Bernard Jadoul een start heeft kunnen maken met het opnieuw schilderen van de klaslokalen. We waren al jaren vragende partij maar er was tot nu toe geen ruimte en tijd voor.

De geschiedenis in de muren

Het oudste gedeelte van de school heeft voor mij het meeste charme. Het is fijn dat de recente klasgebouwen er net en verzorgd uitzien, maar het verhaal en de aantrekkingskracht van de oude gebouwen is van een andere orde. De binnentuin is er een voorbeeld van: de sfeer, de serene rust middenin de stad. Ik keek elk jaar uit naar de bloei van de magnoliaboom en de sierkerselaar.

Engel
Eind juni nam ik nog de tijd om enkele foto's te nemen van het hoogaltaar in de kerk. 322 jaar oud en nog steeds een tijdloze uitstraling. De beelden van de twee engelen vooraan behoren tot mijn absolute favorieten.

Recent vond ik in een technische ruimte, waar bijna niemand komt, oude inkervingen in een trap. Het zijn namen, vermoedelijk afkomstig van personeelsleden die hier ooit hebben gewerkt. Ik ga proberen hun namen terug te vinden in de oude archieven. De ontdekking van zulke zaken en het verhaal erachter opzoeken boeit me. Wat me ook fascineert is het nog dagelijks gebruik, weliswaar in kleine kring, van de oude benaming van lokalen: de boerderij, de appelzolder, de patattenkelder... Wij die dit gebruik ervan nooit gekend hebben.

Pleidooi voor zorgzaam omspringen met gebouwen en materiaal

In de loop der jaren zie ik wel dat men in de omgang met de gebouwen en de materialen van de school veel nonchalanter is geworden. Vele gewoonten zijn natuurlijk veranderd maar de zorg om andermans materiaal en dus ook voor het schoolmateriaal blijft belangrijk. Het is iets wat door iedereen in de school moet gedragen worden om resultaat te hebben en waar iedereen baat bij heeft. Een mooie, propere omgeving is prettig om te verblijven.

Met veel voldoening kijk ik terug op een erg afwisselende loopbaan in twee scholen die ik allebei een warm hart toedraag.”

(Tekst: JB en DVR in Ic Hou - februari 2017, met aanvullingen van Dirk)

Dirk De Waele 1b