René Schietse

Geboren te Moortsele op 30.01.1892

Behaalde het diploma van onderwijzer aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas in 1911.

Op 30 september 1923 werd hij leraar in het tekenen en in de meetkunde in de Bisschoppelijke Normaalschool.

Afkomstig van Molenbeek maar woonde in een villaatje in Sint-Niklaas.

Amaat Daelman (diplomajaar 1941) getuigt: "Schietse had een vaste hand, trok met de vrije hand een prachtige rechte lijn. Kon met de twee handen tegelijk tekenen op de bordjes in het tekenlokaal."

Ging met pensioen op 01.10.1944. Hij werd opgevolgd door Frans Bossaert.

Hij gaf het boek 'Teekenoefeningen voor Normaalscholen onderwijzers en onderwijzeressen' uit

boek teekenoefeningen


 

In 1946 gaf hij, samen met Frans Bossaert, het boek uit 'Tekenoefeningen voor onderwijzers en onderwijzeressen'.

tekenboek Schietsetekenboek Schietse 2

Hij overleed te Kasterlee op 22.08.1947 en werd begraven te Sint-Jans-Molenbeek op 26.08.1947.

In memoriam

Nee, dat ging niet op, dat kon niet waar zijn. Voor mij, die zoveel jaren, dag bij dag, en - neem niet kwalijk - ook wel eens een nacht met hem over de effen wegeltjes van Gods schone wereld heb gewandeld in zalige voldoening om het vele heerlijke dat de Schepper van zijn schepselen heeft gereedgemaakt, of laten gereedmaken, voor mij is er harde tegenstelling tussen de beweeglijke persoonlijkheid van René Schietse en de roerloze rust van de dood.

Hij was één leven! Ik zie nog zijn rond gezicht, blozend en blakend van gezondheid, zijn glundere ogen die steeds maar uitkeken naar een of ander dat mooi was, zijn schietende bewegingen, rusteloos vlinderachtig, zijn hele zware lichaam dat gemaakt scheen om te zitten en niet zitten kon. Hoe is dat daverend mekaniek zo ineens stilgevallen, die dansende vlam gedoofd! Ik heb een paar minuten mijn ogen moeten toedoen en me zelf overtuigen dat het tenslotte toch mogelijk was, eer ik het kon geloven...

Nu blijft ons de herinnering, een schone herinnering. Hij was van in de normaalschool een begaafde jongen, Vlaams en idealist, artistiek aangelegd met de daarbij horende geestdrift en naieve eenvoud, gevoelsmens op en top met alle voor- en nadelen. En heel zijn leven is hij die Vlaamse jongen gebleven, geboren om te wandelen en te spelen in de zon, bloemen zoekend, bloemen plukkend, zich omkransend met bloemen, gulhartig bloemen wegschenkend. Zijn borst kon zwellen en zijn ogen stralen, wanneer hem iets schoons tegemoet trad, en dan deelde hij bloemen uit; maar hij kon ineenschrompelen als een kruidje-roer-mij-niet wanneer de mensen rondom hem weer eens lelijk gingen doen; dan sloot zijn mond potdicht en hij verdween.

Zijn werk - hij heeft in zijn leven veel gewerkt, hard gewerkt, veel meer dan de meesten kunnen vermoeden - zijn werk pakte hij aan met geestdrift en de voortvarendheid die hem kenmerkten. Getuige daarvan de bekomen uitslagen in de normaalschool, de hoge dunk die de staatsinspecteurs van hem hadden, het geweldig succes van zijn bundel 'Tekenoefeningen'. Trouw leerling van zaliger Jan De Smedt die hij, als wij allen, een ware verering toedroeg, zocht hij in zijn lessen die eenvoudige, weldoordachte, staag voortschrijdende methode, die de onderwijzers van zijn tijd kenmerkt en die de reputatie van Sint-Niklaas zo sterk heeft bevestigd. Buiten zijn klas levend als een volbloed artiest, wist hij bij zijn lessen zijn wilde fantasie te breidelen, in te tomen, neer te halen tot het peuterig gedoe van de schoolman die schoolmannen had te vormen.

Hij heeft nooit geweten, maar ik heb dikwijls in de gang tussen onze klasdeuren staan luisteren naar het geweld dat daar binnen aan 't woeden was, naar die heiligen ijver die ik hoorde trillen en naar de intonaties van dat zware orgaan, dat bulderen kon als de koppen te hard, de ogen te dof, en de vingers te stijf waren. Ik, die hem kende, die hem begreep, ik heb dan vaak met een beetje ontzag naar hem opgekeken.

Als vriend was hij een engel. Ik heb van hem gehouden om zijn door en door goede hart, om zijn onwankelbare overtuiging, om zijn eerlijke levenswandel. El al lijkt het een beetje paradoks bij die vlinderachtige artiest, toen ik vóór zijn graf stond, las ik in die massa bloemen het woord: trouw!

Ik weet hoe hij was.

J. De Clippeleir

(Bulletin, 1947 - 4e jaargang - nr 3)

 

 

 

{gotop}