E.H. Eduard De Witte

E.H. Eduard De Witte

Geboren te Burcht op 31 december 1923

Volgde lagere school in de gemeenteschool te Burcht.

Deed zijn Middelbare studiën te Antwerpen (O.L.Vrouwcollege, Jezuieten).

Van 1947 tot 1949 volgde hij aan de universiteit Leuven de faculteit aardrijkskundige wetenschappen.

Werd op 31 mei 1947 tot priester gewijd te Gent

Van 16.09.1949 tot 21.10.1949: leraar aan het Heilige-Maagdcollege te Dendermonde.

Van 21.10.1949 tot 30.08.1966: leraar aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas.

Van 01.09.1966 tot 31.12.1974: superior aan het Sint-Hendrikscollege te Deinze

Directeur van de Bisschoppelijke Normaalschool van 1 januari 1975 tot 1987.

Arrondissementsproost van Landbouwwerken Sint-Niklaas

Residentie Sint-Andreas en Sint-Ghislenusparochie in Belsele

Rector van de Zusters O.L.Vrouw Presentatie van Sint-Niklaas

Lees meer: E.H. De Witte als leraar: klik hier.

Bij zijn verwelkoming als directeur in 1975

Met ingang van 1 januari 1975 benoemde mgr. Van Peteghem E.H. Edward De Witte tot directeur aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas.

Ik geloof niet dat het in de geschiedenis van onze school reeds voorkwam dat iemand, na een zeventienjarige loopbaan als leraar en een achtjarige als superior aan een college, naar zijn eerste school terugkeert om het directeurschap ervan op zich te nemen.

Indien het leiden van een school in deze tijd op zichzelf al geen sinecure is, dan zeker niet voor een normaalschool met haar gecompliceerde structuur van lager, middelbaar en hoger onderwijs, en met de specifieke problemen, eigen aan de onderwijzers- en regentenopleiding. Men kan iemand die deze taak aanvaardt dan ook rustig een edelmoedig mens noemen. Maar edelmoedige inzet volstaat niet. Horen er evenzeer bij: bekwaamheid op pedagogisch en organisatorisch vlak, bekwaamheid in de omgang met mensen.

Het is tegenwoordig nogal gebruikelijk om bij een benoeming een 'verwachtingsprofiel' uit te tekenen. In het geval van E.H. De Witte wordt dir profiel onwillekeurig gekleurd door de wijze waarop wij hem in het verleden hebben gekend.

Voor zijn studenten betekende zijn komst in de Normaalschool destijds écht 'een nieuw geluid': een mens die de barrière tussen leraar en leerling neerhaalde; een bescheiden iemand, die het opbracht om ook in de klas zijn eigen gelijk soms in vraag te stellen.

Voor de andere leraars was hij de attentievolle, meelevende collega, die zich betrokken voelde bij hun wel en wee, ook buiten de schoolmuren. Eén geheim is voor hen steeds onopgehelderd gebleven: waar hij het recuperatie-vermogen vandaan haalde om met een minimum aan nachtrust, elke dag weer fris en monter op het appèl te verschijnen.

Hoe E.H. De Witte als superior aan het college te Deinze werd gewaardeerd, moge voor de buitenstaanders blijken uit één kleine (slot)anecdote: aan zijn verhuizing hebben enkele van zijn leerkrachten een dag van hun kerstvakantie besteed.

En dan de toekomst...

De collega van destijds wordt nu directeur.

Mogen wij enkele wensen formuleren?

- dat de nieuwe directeur de school met vaste hand leidt, maar verantwoordelijkheid kan delegeren aan wie dat verdient en aankan;

- dat hij met de nodige strengheid een voor de school uitgestippelde lijn volgt, maar de nodige soepelheid opbrengt om de mens belangrijker te vinden dan de lijn;

- dat hij, in de geest van de tijd, een verantwoorde inspraak stimuleert, maar het zélf nemen van de uiteindelijke beslissingen niet uit de weg gaat;

- dat hij bij het uitbouwen van zijn taak zijn eigen temperament en aanleg volgt, maar oog heeft voor de administratieve zowel als voor de pedagogische, voor de materiële zowel als voor de menselijke facetten ervan;

- dat hij idealistisch genoeg is om naar het onverbeterlijke te streven, maar realistisch genoeg is om te beseffen dat elke mensengemeenschap onvolmaakt is.

Klinken bovenstaande wensen wellicht een tikje arrogant van onzentwege? Waar halen wij het recht om dit verwachtingspatroon te verwoorden?

Ons antwoord hierop is: uit de toezegging van onze eerlijke, loyale medewerking aan het ene gemeenschappelijke doel: de promotie van de Bisschoppelijke Normaalschool.

Namens de collega's,

ADS

(Kasteelgalm, 1974)

Welkomwoord door E.H. De Witte bij zijn terugkeer in 1975

Beste vrienden, 

Niemand zal het mij ten kwade duiden dat ik bij mijn terugkeer in die oude Normaalschool eerst en vooral mijn oud-collega's van harte begroet. Hen opnieuw te ontmoeten in dit vertrouwde huis van voor een achttal jaren is mij bijzonder aangenaam.

Daarbij gaat mijn groet - meteen een nieuwjaarsgroet - naar de velen, tot nog toe voor mij onbekenden: leraars, leerlingen, ouders, met wie ik in de komende maanden en jaren hopelijk zal mogen samenwerken in een sfeer van openheid en vriendschap.

De Bisschoppelijke Normaalschool is voor mij altijd een begrip gebleven met diepe inhoud. Graag heb ik er vroeger zelf gewerkt als leraar, met veel liefde en goede herinneringen heb ik er steeds over gesproken, en met veel moed keer ik er nu terug, hoewel ik wel kan vermoeden dat reeds heel wat veranderd en uitgebreid is in de laatste jaren.

Ik hoop van harte dat het nieuwe jaar voor ons allen een vruchtbare tijd wordt van samenwerking waarin we ons eerlijk inzetten voor de onderwijstaak en voor alles wat van ons in dit huis mag verwacht worden.

Al gaan mijn eerste zorgen naar de school zelf, toch meen ik, als oud-secretaris van de Oudleerlingenbond, dat alle oud-leerlingen, - zowel deze van de laatste jaren als deze van ver terug in de tijd - steeds moeten kunnen ervaren dat deze school hun thuis blijft, waar ze steeds welkom zijn, zowel voor bijscholing als voor een vriendschappelijke ontmoeting met elkaar.

Moge de Heer ons allen dit jaar en in de komende jaren bewaren in werkkracht en goedgezindheid, in samenwerking en vriendschap.

Van harte

Edward De Witte, uw directeur

(Kasteelgalm, 1974)

Viering E.H. Eduard De Witte: 25 jaar Normaalschool

25 jaar Ward!

(Vrij naar: 'Des winters als het regent')

Director hier en proost aldaar

Wat wordt het leven zwaar!

U viert dit jaar een jubilé

Wij vieren dit graag mee.

Refrein:  Met uwen B.M.W., met uwen B.M.W.

               Wie rijdt er niet graag met je mee? (2x)

U hebt toen menig jonge paar

Met humor begeleid.

Tot Leonce dacht: "Ward, 't is nu tijd

Dat jij naar Deinze rijdt."

Refrein: ...

Maar toen de Stuyts bevorderd werd

Liet Leonce u weer gaan

Naar d'oude heimat B.N.S.

Met zijn roemrucht bestaan.

Refr.: ...

Wij allen wensen u in koor

Geluk en voorspoed hier.

Zet alle zorgen nu opzij,

Wij heffen thans het bier!

Refrein: Op onze directeur, op onze directeur,

              Bevrijd van alle zorg en sleur. (2x)

Bij zijn afscheid als directeur van de Normaalschool na schooljaar 1986-87

Het afscheid van E.H. Eduard De Witte werd met de hele school gevierd in de stadsschouwburg van Sint-Niklaas op 26 juni 1987. De verschillende afdelingen van de school zorgden voor een passend afscheid met verschillende optredens op het podium.

De wijkafdeling van de lagere oefenschool werd vertegenwoordigd door het vierde leerjaar die het sprookje 'Nostradomus' opvoerde.

Een groep studenten van de Humaniora werkten in de lessen lichamelijke expressie, onder leiding van turnleraar André Schepens, een schoolrapnummer uit, waarvan hieronder de tekst.

Schoolrap II

Eerwaarde Heer Directeur,

U bent, hoop ik in een goed humeur.

Een ode aan de hoofdfiguur,

voor 't einde van zijn legislatuur.

 

Beste leraars hier aanwezig,

nu hou ik u even bezig.

't Was anders altijd omgekeerd,

't wordt tijd dat u van ons iets leert!

 

Beste studenten, stop al dat werken,

je maakt toch alleen maar je eigen zerken.

Inclusief met kruis erop,

afstuderen en dan naar den dop.

Ik ga u wat vertellen over deze plaats,

over Geert Verwilligen en andere maats.

 

In de Kasteelstraat nummer acht,

daar is het schoolhoofd aan de macht.

's Morgens reeds om kwart voor zeven

komt de B.N.S. helemaal tot leven.

 

Eduard den Eersten, hoofd van de school,

tekent samen met De Ridder een unieke parabool.

Meneer Beghyn, jaloers zoals hij is,

had de trekking van de wortel weeral mis.

Hij gaat nu ten rade bij meneer De Cock,

maar die hangt dan alles aan de grote klok.

 

Na nieuwjaar kwam bij ons Geert Maes:

hij rent en spurt en holt als een haas.

In pantomime is hij onderlegd,

of gebarentaal, da's anders gezegd.

 

Happy Days, zijn naam is Fons Verhelst,

wie weet er als hij les geeft wat hem behelst?

Hij kweekt ajuin in zijn eigen tuin,

hij ligt er te zonnen: De vakantie is begonnen!

Vijf dagen werken, twee dagen rust,

is voor Fons Verhelst alleszins een must:

Op zestig loopt hij wellicht met krukken,

de seniliteit begint al op te rukken.

 

Luc De Rijck is tekenaar,

geef eens een andere naam voor een trottoir?

Hoeperdepoep zat op de ......,

we nemen Magic Patrick onder de loep.

Van fysica heeft hij kaas gegeten,

hij is nog vrijgezel, maar dat moogt ge niet weten.

Moe van het werken wil hij wel eens rust,

die vindt hij dit jaar aan de Griekse kust.

Allerlei proeven wil hij uitproberen;

kijk uit, of 't zal hier nog exploderen.

 

Linda Crommar geeft Frans in 't vijfde jaar,

conjugez avec ou sans avoir,

't Is ik ga étudieren chez m'sieur Happart,

chez m'sieur Happart, chez m'sieur Happart.

Walter Cools, een graaggeziene gast,

geeft een vak dat hem niet altijd past.

Iedereen is bang voor zijn exaam,

een nul past zeker niet in ons kraam.

Uitkijken dus, of we zijn geflest,

dus iedereen doet maar zijn uiterste best.

 

André Schepens is de sportfanaat,

maar speel niet met zijn voeten, want dan wordt hij kwaad,

Dan stuurt er hij een paar naar de wintertuin,

veel blijft daar niet van over, alleen wat puin.

 

Als hij met pensioen gaat, wil Guido Verstraeten,

enkel en alleen nog films gaan maken.

Met in de hoofdrol, u raadt het al,

een voor ons psychologisch onverantwoord geval.

Hij zal de zaak zelf regisseren,

desnoods in 't Duits, dat wil hij wel proberen.

 

We hadden het nog niet over het secretariaat,

het is daar dat ze zeggen: "U bent te laat."

't Is koffiepauze de hele dag door,

koffie en koekjes, ze gaan er alle door.

Er zijn er bij die chocolade eten,

die krijgen dan puistjes, acné geheten.

 

Kris Soetens speelt op de piano,

z'n lievelingsmens is de Italiano.

Hij gaat er op reis aan 't eind van 't jaar,

samen in een busje met een vriendenpaar.

Als hij dan gedronken heeft, dan krijgt hij klop,

de vreugde kan dan niet meer op.

Eigenlijk valt hij nog wel mee,

zijn punten maken ons gelukkig en tevree.

Herwig de Pottel is de helft van een koppel,

Engels behoort tot zijn mogelijkheden,

nu nog een bewijs van goed gedrag en zeden.

 

Dit wordt een vers over Robbe de Geest,

qua aantal uren hadden wij hem het meest.

Zijn droge moppen sloegen in,

vandaag wel meer dan in het begin.

 

Hij houdt van vis en 'n goede Bordeaux,

Van tijd is hij zelfs op z'n bureau.

Hij houdt er rustig de touwtjes in handen,

Een lekker sigaartje tussen de tanden.

Hij lost kruiswoordraadsels op, heel alleen,

Een reis naar Zwitserland? Hij zegt niet neen!

Hij gaat nu rusten, hij gaat met pensioen,

Misschien zal ie z'n jonge jaren nog eens overdoen.

 

Dit was het verhaal over onze school;

voor mijn part lapt ge't aan uw zool

't Was voor enkele leraars een brute pech;

Salut en de kost, ik ben ermee weg!

 

 Interview van Herman Schack met E.H. Eduard De Witte

(Verschenen in 'Ic hou', schoolmagazine van het SJKS - nr. 68 - juni 1999)

dewitte1

 dewitte2

dewitte2,

 

dewitte3

dewitte4