Overlijden oud-leraar Jan Martens

martens jan leraar
Op 2 maart 2021 overleed onverwacht thuis in Haasdonk oud-leraar Jan Martens aan een hartaderbreuk. Hij werd geboren te Beveren op 15 oktober 1957. Hij was licenciaat fysica. In 1980 werd hij leraar wiskunde en fysica in de hogere cyclus van de Humaniora van de Bisschoppelijke Normaalschool tot na het schooljaar 1982-83. Daarna werd hij leerkracht fysica in het Instituut Sint-Vincentius a Paulo te Gijzegem (SVI) waar hij werkte tot aan zijn pensionering in augustus 2019, maar deed daarna nog twee keer een vervanging van een collega in de loop van het schooljaar 2019-2020.

Er werd afscheid genomen - in coronaperiode - op 9 maart 2021 in intieme kring.

MARTENS JANrouwkaart 1

MARTENS JANrouwkaart 2

Het overlijdensbericht van gewezen leerkracht Jan Martens sloeg in als een bom bij de hele SVI-familie in Gijzegem. Wat hierop volgde was een golf van verslagenheid en verdriet bij zowel het personeel als bij de leerlingen.

Op 4 maart, vóór aanvang van de lessen, werd de tijd even stil gezet en hield men een herdenkingsmoment op de speelplaats met de hele schoolgemeenschap.

Mevrouw Van Ranst schreef onderstaande tekst voor Jan Martens.

 Beste leerlingen,

Ik richt mij eerst tot jullie.

Hier staan we dan samen op de speelplaats, leerlingen en leerkrachten. Overdonderd door datgene wat we dinsdag hebben vernomen. Mijnheer Martens is overleden! Mijnheer Martens!

Jullie merken ongetwijfeld ook dat er deze week niet zomaar iemand is overleden, heel de school is in shock; jullie zien leerkrachten met tranen rondlopen, met stokkende stem les geven… Een tsunami aan emoties overspoelt onze school.

Maar ook buiten de school zijn er zoveel mensen wier wereld even stilstond toen ze het nieuws vernamen. Op de FB pagina van de school stromen de reacties binnen van oud-leerlingen, van ouders van leerlingen, van oud-collega’s.

Jan Martens was dan ook niet zomaar een gewone leraar: een boom van een man, een reus, sterk, luid, overal aanwezig, diepe stem… hij maakte indruk op nieuwe leerlingen, op nieuwe collega’s ook.

Maar iedereen die hem kende, weet dat hij een unicum was, met zoveel passie lesgeven, er alles aan doen om iets moeilijks simpeler trachten uit te leggen. Zijn ‘proefkes’ waar hij echt in opging en ook na 40 jaar les geven, was hij nog steeds verwonderd over het feit dat twee magneten elkaar konden aantrekken en afstoten.

Ik richt me even tot jullie, leerlingen van het zesde jaar: velen onder jullie hebben nog les gehad van hem vorig jaar, toen hij hier een zieke collega kwam vervangen, omdat er geen interimaris werd gevonden. Mijnheer Martens was toen reeds met pensioen, maar hij vond het zijn plicht om jullie te helpen om die moeilijke materie te doen begrijpen. “Ik kan die mannekens dat toch niet aandoen om dat alleen te studeren”.

Hij kwam speciaal naar school tijdens de eerste lockdown – bijna een uur rijden met de auto – om hier in het fysicalokaal proefkes te doen, die hij toonde via Smartschool Live. Mijnheer Martens, die niets moest weten van computers, wou absoluut dat hem werd uitgelegd hoe hij online les kon geven.

Leerlingen van het zesde, wees fier: jullie zijn de laatste leerlingen die van hem hebben les gekregen. Dit na meerdere generaties.

Mijnheer Martens slaagde erin om leerlingen goedgezind naar de les fysica te laten komen, hij gaf les met veel passie en veel humor, maakte grapkes met de leerlingen, maar vooral, hij had oog voor élke leerling als individu, als een leerling ervan overtuigd was dat fysica nooit zou lukken, kon hij de leerling toch blijven motiveren en in zichzelf laten geloven.

Dat komt ook steeds terug in de posts van oud-leerlingen op Facebook: “Fysica, niet meteen een vak om van te houden, maar door ‘de Martens’ ging ik graag en spartelde ik me er toch door.”

Jan Martens heeft ook veel leerlingen geïnspireerd om verder te gaan met fysica of wetenschappen of wiskunde of welk vak ook. Hij was doodeerlijk: als je tegen hem in het vierde jaar zou zeggen dat je naar de Wetenschappen-Wiskunde wou gaan in het vijfde en hij zag dat niet zitten, dan zou hij dit ook eerlijk zeggen en hij zou het afraden, maar als je het toch deed, was hij diegene die je bleef steunen in dat vijfde jaar.

Maar omgekeerd ook: als je twijfelde aan je eigen kunnen en hij zag je talenten, dan zou hij er alles aan doen om je dit te doen inzien. Zo zijn er heel wat leerlingen na het 6e middelbaar begonnen aan wetenschappelijke studies, omdat ‘de Martens’ in hen geloofde. Zo zijn er hier ook heel wat leerkrachten op school die van hem les hebben gekregen en die net door hem de onderwijskriebels kregen.

Beste leerlingen van het 6e: geloof in jullie talenten, zet een droom uit, maar wees realistisch t.o.v. jezelf en ga er dan volledig voor. Dit is écht wat mijnheer Martens jullie nu zou zeggen.

Ik richt mij ook tot jullie, leerlingen van het 4e: jullie hebben nooit les gekregen van mijnheer Martens. Maar toch worden jullie onrechtstreeks door hem beïnvloed vanaf de eerste dag dat jullie hier op school zijn. Mijnheer Martens is SVI en SVI was alles voor Mijnheer Martens. Hij deed alles voor de school, leefde ervoor, was fier op de school en de leerlingen. Maar het belangrijkste is hoe hij zijn taak als leraar zag.

Misschien beseffen jullie het niet echt, maar ik meen het als ik zeg dat jullie toch op een bijzondere school zitten. Wat eigen is aan SVI, is da     t de afstand tussen leerlingen en leerkrachten klein is; wij kennen jullie, jullie kennen ons, en ik weet zeker dat jullie weten dat als jullie met iets zitten, dat er hier op school zeker iemand is bij wie jullie terecht kunnen of die zal zien dat je even hulp nodig hebt. Dit is de spirit van SVI, en dat is wat Jan Martens belichaamde. Er altijd zijn voor de andere, de andere helpen als die hulp nodig had.

Ik richt mij ook tot mijn collega’s, de leerkrachten. Tot de mensen van het onderhoud, tot de mensen van het secretariaat. Heel kort. Jan was er altijd. Heel aanwezig. Met zijn grappen, zijn bulderlach, zijn luide stem. We vroegen niet “Hebben jullie Jan al gehoord vandaag?”.

Jan was nooit afwezig, zou door vuur gaan voor de school. Hij steunde de jonge leerkrachten als ze het moeilijk hadden in een klas, voerde je naar huis als je ziek was of platte band had, stond iedereen in raad en daad bij, ook als je het niet vroeg, was hij er gewoon plots als je het moeilijk had, belde je. Deus ex machina.

Hij steunde de directie altijd, no matter what. No matter wath, echt. ZO belangrijk.

Hij stond altijd klaar om een extra shift te doen, telde de uren niet, waste de glazen af na elke viering, diende de glazen op, ging naar zijn favoriete Colruyt de inkopen doen, veegde talloze keren de feestzaal uit terwijl wij al thuis waren.

Dit is wat belangrijk is, dit is waarvoor we een school zijn, dit is, wat ons moet wakker houden. De nieuwe eindtermen komen er wel, daar moeten we niet van wakker liggen; of die eindtermen komen er niet, so wath, maar we moeten eigenlijk enkel oog hebben voor onze leerlingen, voor onze directie, voor elkaar, voor onze school. Laten we als collega’s meer Jan zijn.

Jan, moateken, je zal door velen gemist worden, jouw geest zal in SVI blijven rondwaren. We zullen jou nooit vergeten.

Normaal volgt er nu een minuut stilte. Maar dit zou zo on-Jan zijn. Jan, mijnheer Martens, luid, lawaai, aanwezig. Daarom zou ik jullie graag uitnodigen om voor hem, hier en nu, het luidste applaus te geven dat hier ooit gegeven is, zo luid mogelijk, luider dan zijn stem. Omwille van wie hij was en wat hij betekende.

Hij zou blozen bij de aandacht, maar ik ben ervan overtuigd dat, waar hij nu ook is, dat hij zal bulderen bij het idee van dit applaus en er écht van genieten.

Lucie Van Ranst