Uitspraken van leraar Frans Bossaert
- Het moet juist zijn, anders is het mis!
- Als ge valt, blijf dan liggen; dan hebben ze compassie, en anders lachen ze.
- De tijd is nog niet zo lang voorbij dat ge in uw broek moest kruipen met een schoentrekker.
- Een mini-rok is schoon, als de benen schoon zijn.
- Meneer Van Goethem moest hier altijd schilderen, altijd in ’t geel. Dat moest zo van de directeur. En dan vroeg iedereen als hij ging schilderen: “Charles, is ’t weer kreempap?”.
- Roef, die klassieke muziek af en Veronica opzoeken. En dan moet ge daar staan springen, zo van "de WC is langs hier”.
- Hoe tekent ge een pet? Dat is niets meer dan een klep met een zak daaraan. Giet hem dan nog wat naft in zijn oren en hij kan vliegen.
- Ik kreeg daarstraks een reclamefolder in de brievenbus. ’t Was om ook mijn geld te verspillen aan de E-3. Die wisten ook al dat ik veel geld heb.
- Drie gram zult ge wel kunnen dragen, is ’t niet met één hand, dan toch wel met twee.
- Ik ben geen ascenseur, zulle!
- (tot leerling): “Zijt gij van de gemeenteraad? Gij knikt altijd maar.”
- Kijk eens, nonkel, wat ik getekend heb! Een auto met pootjes!