23 maart 1947

Barabas

Treurspel in 3 handelingen

Auteur: Michel de Ghelderode, Nederlandse tekst Jan Boon

Acteurs: normalisten van het derde en vierde jaar

Regie: E.H. Gustaaf Van de Merlen

1947studententoneel'Christus vóór Pilatus' (scène uit het bijbelstuk 'Barabbas').

Rolverdeling

 Jezus:                                    Paul Van Roste (O1948)

Barabbas:                               Valeer De Smet (O1947)

Goede moordenaar:                Robert Cauwels (O1947)

Slechte moordenaar:               Marcel Colpaert (O 1947)

Gevangenisdirecteur:              Roger Citters (O1947)

Pilatus:                                    Paul Kiekens (O 1947)

Pilatus' vrouw:                         Omer Van Hooreweghe (O1948)

Herodes:                                 Ernest Rombaut (O1947)

Caïfas:                                    Piet Mahieu (O1947)

Opperpriester:                         Roger Schuddinck (O1947)

Maria, Jezus' moeder:               Oscar Philips (O1948)

Magdalena:                             Marcel Van Mele (O1948)

Joannes:                                 Piet De Winne

Petrus:                                    René Van Den Bremt (O1947)

Judas:                                     Werner Smet ( O1947)

Judas' vrouw:                          Achiel Foket (O1948)

Barakman:                              Jan Geerinck (O 1947)

Zotskap:                                  Karel De Wolf (O1949)

Pilatus' slaaf:                           André Haentjes (O1950)

Soldaten:                                Leon Schrijvers, Theophiel Van Hoe (O1947) en Karel De Wolf (O1949)

Apostelen:                              Gilbert Van der Trappen (O1947), Roger De Noyette (O1947), Gaston De Langhe (O1947),

                                               André Van de Velde (O1947), Marcel Colpaert (O1947), Willy Coppieters (O1948)

Gepeupel:                              Marcel Vervaet (O1947), Roger Wymeersch (O1947), Piet De Coeyere (O1947),

                                               Roger Cosyns (O1948), Antoon Pieters (O 1948), Germain De Langhe (O1948)

Joden en Farizeeërs

Inhoud

Het eerste bedrijf vertoont Barabbas in de gevangenis te Jerusalem, in zijn woeste onkracht. Het is eerder persoonlijkheidscultuur dan hoogmoed. Hij wil niet worden als de anderen, laf of onbenullig, maar zoekt het buitengewone en vormt tegenstelling met iedereen. Brutaal, maar terzelfdertijd spiritueel, ontleedt hij zichzelf. Hij ontwaakt uit zijn droom van veroordeelde door het geschreeuw van het gepeupel dat wacht op zijn aanvoerder... Hij schaamt zich over zijn celbroeders, die moorden, niet uit ideaal, zoals hij, maar uit wellust of onwetendheid. Hij gaat groots op zijn fysische kracht en schudt vergeefs de slaven zijner kooi. Hij scheldt zijn bewakers, kent geen compromis, want recht voor de vuist is hij vóór alles. Zijn dorst naar gerechtigheid is onleesbaar, en dronken, na een vluchtige opwelling van heimwee waarvan hij niet weten wil, zingt hij een cantiek van het bloed.

In zulk milieu wordt Christus langzaam ingeleid bij het menselijkzwakke van deze stervensmoede man, verliest Barabbas zijn zekerheid. Er gebeurt iets mysterieus in deze gevangenis. Wat komt die Judas hier doen? Hoe durft de opperpriester beweren, dat Barabbas' wandaden niets zijn tegenover deze van iemand, die meer gelijkt op een vermoorde dan op een moordenaar. Barabbas wil Jezus te lijf; doch het goddelijk-sterke van deze zwijgende Christus verlamt de laatste kracht welke de bandiet nog bezit om de dood in te gaan.

Het tweede bedrijf stelt een nacht vol gruwel voor: Pilatus' paleis schijnt behekst. Eén voor één verschijnen de triestige figuren uit de passie: Judas - o de macht van het geld, via de vrouw, op de mens! - ; de benauwde apostelen, als een verstrooide kudde zonder herder; Pilatus, die de waarschuwende dromen zijner vrouw verwerpt als ziekelijk lyrisme, en het houdt met de valse dageraad; Herodes, die wulpse nulliteit en dat energieloze kruipdier. Hij komt zijn Romeinse rivaal het hof maken, gevleid door de erkenning zijner rechtsmacht over de Galileër. Ten slotte komen nog twee karikaturen de collectie vervolledigen: Caïphas en zijn x.

Er ontwaakt een stad: de dag is opgestaan.

De egoïst Pilatus, beducht voor een nieuwe aanklacht der joden bij de keizer, zwicht voor deze listige staatslieden. Hij zal het dan maar met schijnmiddelen beproeven. Barabbas wordt ontboden. Zijn hoop op vrijheid doet deze de houding aannemen welke de hogepriesters hem opdringen. Daar wordt Jezus naast hem geplaatst. Nu begrijpt hij niets meer van de hele geschiedenis. Pilatus wil met een laatste poging Jezus redden: de geseling. In een groteske bewijsvoering spelen ondertussen de opperpriesters advokaat van de duivel, tot stijgende verbazing van Barabbas. Deze geraakt totaal het hoofd kwijt. Midden het huilend krapuul is hij, de aartsbandiet, de enige die meelij voelt met dat stukje mensenleven, dat wordt uitgejouwd en veroordeeld. Toch doet en zegt hij nog alles wat zijn rechters hem inblazen.

Plots ziet hij, dat al die magistraten niet beter zijn dan hij. Waarom ook geen volksmenner worden? Het eeuwige gespuis van alle tijden komt aan zijn voeten neerhurken. Hij houdt een communistische rede. En in een wilde roes van sociale verdelging, danst hij het gepeupel voorop.

Wanneer alles weer stil geworden is, realiseert men eerst goed het monsterachtige van dit raadsbesluit. Wat moet de Moeder van Smarten hierbij geleden hebben!

Het derde bedrijf speelt op de vooravond der joodse paasfeesten, in een achterbuurt van Jerusalem.

Een Ziener, samen met Maria Magdalena, onderlijnt voortdurend de feiten van Calvarie en hun waarde voor alle tijden. Doch de ernst van het godsdienstig gebeuren wordt overschreeuwd door jankende kermisgekken, die vruchteloos de op sensatie beluste massa willen weghouden van Golgotha. Waar zijn nu Jezus' volgelingen? De schuwe apostelen willen van hun gebrek een principe maken. Op Petrus mag niet zo rotsvast gebouwd, maar het berouw doet de hoop op barmhartigheid herleven. De verbitterde Judas integendeel zoekt vergeefs iemand die op zijn schande spuwen wil. Daar verschijnt opnieuw Barabbas; heel alleen is hij nu aan het dolen geraakt. De beschamende verkiezing boven Jezus speelt in zijn hoofd en maakt hem dronken. Neen, hij is niet vrij -  de liefde

 

 

Passiezondag 1947

Marten de Haas

Klucht in drie bedrijven

Auteur: C. Lindemans

Acteurs: normalisten

Regie: E.H. Marcel Vermussche

Toneelschikking: E.H. Gustaaf Van de Merlen