Dienstpersoneel
Naast de leraars en onderwijzers is het dienstpersoneel van de Normaalschool steeds zeer belangrijk geweest. Met grote dankbaarheid brengen we ze in herinnering.
- De Zusters der Heilige Engelen: klik hier.
- Conciërge
In de jaren 1930 was een conciërge (Louis Rotthier en zijn echtgenote Philomena Strybol) verbonden aan de school, die er o.a. voor moest zorgen dat 's morgens de kachels brandden. Hun kinderen, waaronder de vader van Rudi Rotthier (R1983), moesten hierbij meehelpen. De conciërgewoning bevond zich waar nu de Jonathanschool gevestigd is.
Onderhouds- en keukenpersoneel
Eerste rij: 1 Zuster Eduarda, 2 Willy Van Meirvenne, 3 4 Gabriël De Maeyer, 5 Albrecht De Coninck, 6 Patrick Bourgoinie,
Tweede rij: 7 8 9 10 Zuster Leonarda, 11 Christiane De Wree, 12 Gaby Elewaut,13 14 Zuster Theophila,15 Angèle, 16 E.H. André Van Duyse
- Patrick Bourgoignie
Hij werd geboren te Gent op 06.05.1955.
Hij was de kok van de school van november 1976 tot juli 1981. Hij is dan naar Zuid-Afrika vertrokken voor 2 jaar als ontwikkelingshelper van 'Thusanang' en gaf er catechese in een christelijk informatiecentrum waaraan een vormingscentrum en een school verbonden zijn. Hij werd priester gewijd te Gent op 06.07.1985 en werd op 03.10.1985 onderpastoor te Stekene, Heilig Kruis. Op 03.10.1989 werd hij onderpastoor te Gent Sint-Coleta.
In oktober 2009 werd hij pastoor van de parochie Sint-Pietersbanden in Erondegem.
In 2010 vierde hij zijn 25 jaar priesterschap.
Hij is nu aalmoezenier van het Aalsters Algemeen Ziekenhuis (ASZ) en pastoor van de parochie Sint-Pietersbanden in Erondegem binnen de parochie Erpe-Mere.
- Gabriël De Mayer
Hij was als kok van de school de opvolger van Patrick Bourgoignie. Bij 't begin van het schooljaar 1985-86 ging hij met pensioen en kookte hij alleen nog zijn eigen potje.
De nieuwe kok was Rudi Klippelaar.
Andere kok was Max Verschelden.
- Albrecht De Coninck
Albrecht werd geboren te Eeklo op 01.01.1919.
Hij was beroepsmilitair in Kazerne Westakkers te Haasdonk tot 31.01.1975.
Van 01.02.1975 tot 31.01.1984 was hij in de Normaalschool in dienst als portier.
(Kasteelgalm, lente 1984)
Hij overleed op 87-jarige leeftijd te Sint-Niklaas op 01.04.2006.
Andere portiers waren Amaat, Nicolaas en Gaby.
- Jef Brijs
Jef was jarenlang de tuinman en de verzorger van de dieren op de kinderboerderij in de wijkafdeling van de Lagere School, Watermolenstraat. Dagelijks kwam hij de dieren voederen, onderhield hij zijn eigen groententuintje naast de schooltuin en tijdens de speeltijden kwam hij een 'klapke' doen met de onderwijzers. Ieder kind kende hem. Hij was een vertrouwd gezicht in de wijkschool.
Toen Jef er mee ophield, werd hij opgevolgd door René Meul die juist naast de school woonde, samen met zijn echtgenote, 'madame Meul' (Henriette Oelbrandt) die al jarenlang de afwas deed na de middagmalen.
- Gilbert Maes
Gilbert was de klusjesman tijdens de laatste periode in het bestaan van de Bisschoppelijke Normaalschool.
Bij zijn pensionering in 2007
Op 15 februari 2OO7 ging Gilbert met pensioen. Hij werd dan 65 jaar. In de Kasteelstraat en in de Collegestraat samen was Gilbert in het totaal 32 jaar aan de slag als onderhoudsman.
Gilbert is op 1 augustus 1974 in dienst getreden in de Bisschoppelijke Normaalschool als onderhoudsman. Hij had het ganse complex onder zijn bevoegdheid: de lokalen van de lagere school, de humaniora, het pedagogisch hoger onderwijs, de keuken, de kapel en de privé-vertrekken van de priesters en de zusters. Werk genoeg dus. Na de afscheiding van het pedagogisch hoger onderwijs in 1987 fuseerde in 1993 de middelbare afdeling met het Sint-Jozef-Klein-Seminarie (beide bisschoppelijke scholen). In 1999 werden de lokalen in de Kasteelstraat verlaten en verhuisden de leerlingen en het personeel naar de Collegestraat. Ook Gilbert pakte zijn werktuigen in en verliet zijn vertrouwde omgeving.
Gratis poweren
Dit was wel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het gedeelte van het gebouw dat de lokalen van de humaniora omvatte, de kapel, de keuken en de privé-vertrekken met de bijhorende zolders en kelders die sinds 1873 in gebruik waren, moesten volledig ontruimd worden. Restanten van spaarzame vlijt van de zusters dienden uit de kelders gehaald te worden. Meubilair en ander materiaal dat misschien nog eens kon dienen – zo dachten de opeenvolgende priester-directeurs – moest vele verdiepingen naar beneden van de zolders gehaald worden. Gilbert had maanden aan een stuk gratis powertraining en ademde figuurlijk en letterlijk generaties geschiedenisstof in. Het beste materiaal – datgene dat nog kon dienen – bracht hij samen met Luc Bocklandt (de onderhoudsman van de Collegestraat) in verhuiswagens naar de Collegestraat. We herinneren ons nog wel de maandenlang gevulde gangen rondom de Calfac.
Nogmaals een verhuis
Van bekomen was hier geen sprake. De nieuwbouw in de Collegestraat was bijna klaar zodat de lagere school naar de nieuwe lokalen kon verhuizen en de verlaten lokalen moesten ingericht worden voor de humaniora. En in 2002 sloot de Sint-Rochusschool, waardoor het weer verhuizen geblazen was. Ook daar moesten de lokalen leeggemaakt worden en werd ‘het bruikbare’ overgebracht.
Schilderen
Van de vele taken die Gilbert heeft uitgevoerd is schilderen zijn lievelingstaak. Een verouderd en vuil lokaal omtoveren in een frisse ruimte geeft hem veel voldoening.
Hij heeft hier op school heel wat klaslokalen geschilderd, de lange gang, de traphal aan de kleuters, de kleine kapel, enz. (met voor de laatste twee de nodige zelf opgebouwde constructies om tot aan het plafond te geraken). Graag had hij nog meer geschilderd maar de vele andere taken maakten dit niet mogelijk. We wensen Gilbert een lang (en zijn vitaliteit kennende twijfelen we daar niet aan) en een deugdoend pensioen en hopen hem met regelmaat terug te zien in ons midden.
(Dirk De Waele in Ic hou - februari 2007)
- William Van den Branden
William werd geboren in de Dalstraat te Sint-Niklaas op 15 juli 1944. Na de kleuterschool bij de zusters in de Plezantstraat, ging hij naar de lagere oefenschool aan de Kasteelstraat.
In 1961 trad hij in dienst van de Bisschoppelijke Normaalschool en stond hij in voor het onderhoud van speelplaats en gebouwen. Omstreeks die tijd ging hij ook helpen in de O.L. Vrouwkerk te Sint-Niklaas, waar zijn vader onderkoster was. Na de dood van zijn vader, werd hij de nieuwe onderkoster. Het werk in de kerk zag hij als een ontspanning. "Ik moet me kunnen bezighouden. Ik mag niet te veel thuis zitten."
In 1986 was William 25 jaar in dienst van de Normaalschool. Bij die gelegenheid verscheen in 'Kasteelgalm' een artikel over hem.
Koffie bij William
Vrijdag, 10 oktober 1986. Met E.H. directeur De Witte, want die moest meekomen, trok ik naar een dakappartement in het gebouw rechtover de school Een stralende William ontving ons. Leidde ons rond in zijn eigendom waarop hij terecht fier mag zijn. Zette koffie. Serveerde pralines-van-de-goede soort, want "als er volk komt, dan is dat iets speciaals en dat betekent dat er pralines moeten zijn". (Had William de week tevoren ook niet stiekem een grote doos van hetzelfde merk in de leraarskamer gezet om te zeggen dat hij blij was omwille van die 25 jaar in de BNS?)
Herinneringen
Bij de koffie dus een gesprek over een kwarteeuw werken op school.
Over de eerste jaren. Het werk in de 'dortoir'. Zorgen voor water in lampetkannen. De 'potten' reinigen. De wekelijkse grote schoonmaakbeurt van de chambretten. De dagindeling van toen. Dagen van 7.15 uur tot 20.30 uur. Werken in de refter. Zelfs tijdens het week-end was William op school. Vrije tijd was er weinig. Koffiepauze om 10 uur en na het vieruurtje. Anderhalf uur op woensdagnamiddag en een paar uur op zondag. Tussendoor moest de gang geschuurd worden, moesten de klassen onderhouden worden en was er ook werk bij de 'heren', zoals de priesters toen algemeen genoemd werden en nu ook nog genoemd worden door alle mensen die in de omgeving van de schoolkeuken werken.
25 jaar BNS. William werkte onder vier directeurs. E.H. Weemaes: "Ik had schrik van die man. Hij was streng. In de refter en in de gangen moest gezwegen worden. Ook door het personeel." E.H. Beirnaert: "Een stille." E.H. Stuyts: "Van hem kreeg ik geen opslag. De kapel moest zeer proper zijn of er zwaaide wat." E.H. De Witte: "Die heb ik nog gekend als leraar."
William had 5 onderbazen (citaat).
E.H. Van Haele: "Die begon met een pronostiek en hij wou dat ik meedeed, maar daar liep ik niet in!"
E.H. Van Impe: "Die kon plezier maken. Hij voerde hier een nieuwe schuurmachine in. En toen ik ze probeerde in de clubzaal, reed de machine met mij weg."
E.H. Van Duyse: "Over hem had ik geen klagen."
Willy Van Meirvenne: "Die was braaf toen hij nog studiemeester was, maar dat veranderde toen hij baas werd."
Gerrit Heirman. (Over hem wou William nog niets zeggen.)
25 jaar BNS. William werkte hier met Leon, Frans en Felix.
Kende 4 portiers: Amaat, Nicolaas, Albert en Gaby.
En heeft de zusters nog gekend vóór eerwaarde moeder, zuster Eduarda en zuster Leonarda.
Hij beleefde de tijd van zuster Scholastica, zuster Landrada, zuster Lucia en zuster Leontien. Heeft geproefd van de kookkunsten van Max Verschelden, Patrick, Gabriël De Mayer en Rudi Klippelaar. Als het boek over 150 jaar BNS voorbereid wordt, moeten de auteurs te rade gaan bij William...
William privé
Nu heeft hij meer vrije tijd dan vroeger, heeft hij ook volop kans om zich met zijn hobby's bezig te houden. Biljarten in Huize de Meerleer. En reizen. Tijdens de vakanties vertoeft hij in het buitenland. Oostenrijk, waar hij van de wintersport leerde proeven. Lourdes. Duitsland. "De onderpastoors zijn jaloers op mij. Maar ja, deze winter ga ik 14 dagen skiën.
Ten slotte
"Ik voel me gelukkig. Ik hoop dat ik gezond mag blijven en dat ik nog lang op de school mag zijn. Schrijf dat zeker op." Dat deden we met plezier en met een gevoel van dankbaarheid voor het werk van deze stille man, die zorgt voor de W.C.'s, de vuilnisbakken leegmaakt, de klassen van het P.H.O. onderhoudt, de studiezaal van de lagere school en in het najaar een bijna hopeloze strijd voert tegen de vallende sieraden van de bomen op de speelplaats. Uitslapen kent hij niet. Al om 7.15 uur is hij paraat, want dan opent hij de poorten van de school. En op een uurtje later kijkt hij ook niet, want komt hij niet iedere avond terug om de internen hun avondmaal op te dienen? Voor sommige mensen zijn schooldagen nog goed gevuld. Bedankt, William!
Tot we mekaar eens ontmoeten op de heide van Waasmunster. Jij met de fiets. Ik met de auto. Maar allebei met een pater van Westmalle!
Naschrift
Maandagmiddag, 13 oktober 1986. Locatie: de refter. William stapt op me toe, stopt me een krantenknipsel in de handen. "Of dat nog bij het artikel kan komen. Allé, als Kasteelgalm nog niet bij de drukker is." Kasteelgalm reist pas 's anderendaags naar Puurs. Dus: een belofte. En daarom, voor de lezers van dit blad: Williams geschenk: Het gedicht van de week.
Zoland de natuur in sappen openschiet
staan wij niet in de tijd verloren
O boomgaarden, o velden koren
vol bloesemsmaak en vogellied
Beloften van geluk laten niet los
O er weer telkens in geloven!:
spel van de knaap zijn in de hoven
en kinderjubel door het bos. (Herwig Hensen)
(Freddy Van Hove in 'Kasteelgalm, Herfst 1986)
- Norbert De Coen
Op 4 juli 1972, bij het begin van de grote vakantie, overleed te Sint-Niklaas Norbert De Coen, in leven lange jaren 'knecht' in de Normaalschool.
Als herinnering aan de figuur die vele studenten-generaties gekend hebben, en als dank aan het verdoken werk dat hij voor zovelen ongemerkt heeft verricht, hieronder de tekst op het doodsprentje.
Norbert is een van die mensen die onopvallend geleefd hebben. Hij maakte geen lawaai of drukte maar deed elke dag stil en onopgemerkt zijn plicht en vond vreugde in eenvoudige arbeid. De slagen van het leven verwerkte hij in stilte. Hij had geleerd veel te aanvaarden en in alles te berusten. "Als 't moet dan moet het", dat was een van zijn uitspraken, maar achter deze woorden ging dikwijls een diep geloof schuil aan de wil van de Vader in de hemel. Norbert was gelukkig met een goed woord en een vriendelijke goede dag. Daarin ervaarde hij de waardering van anderen voor zijn werk. Hij was altijd content, dikwijls stil, maar soms toch ook smakelijk lachend en goedhartig. De korte gesprekken die hij af en toe voerde getuigen van zijn levenservaring en zijn slimheid. De laatste twintig jaren leefde hij in de Normaalschool als in een thuis: het was een stuk van zijn leven geworden. Pas toen hij zwaar ziek geworden was aanvaardde hij dat men hem weg voerde naar het ziekenhuis.
Nu deze mens overleden is, zullen wij hem, in het vertrouwde kader waarin hij thuis hoorde wel missen. Wij kunnen nu alleen nog dankbaar bidden voor hem: "Heer, geef hem de eeuwige rust, dat het eeuwig licht hem verschijne, dat hij ruste in vrede".
(Kasteelgalm, herfst 1972)
- Leon Beck
Welke student herinnert zich niet 'Leon'?
Samen met Norbert (De Coen) en Frans vormde hij het trio van de typische collegeknechten die inwoonden en tot de vertrouwde figuren van het huis behoorden. Norbert overleed in 1972 tijdens de grote vakantie, Frans ging in 1973 met pensioen en in september 1974 overleed Leon. Hij stond bijna 25 jaar in dienst van de schoolgemeenschap. Sedert Pasen 1974 verbleef hij in de kliniek. De goede zorgen die hij daar kreeg, konden niet meer helpen. Een reeds lang slepende ziekte werd hem op bijna zeventigjarige leeftijd fataal.
De meeste studenten, vooral de internen, regenten en onderwijzers, zullen zich wellicht vele anekdoten herinneren over deze man. Hij stond graag goed met hen, bezorgde hen wel eens stiekem een boterham of een sleutel en drukte hun allen bij hun terugkeer uit vakantie een stevige hand. Ook oud-leraars werden door hem bij een bezoek aan de school uitbundig verwelkomd. Hij was niet altijd en op iedereen even goed gezind. Op zo'n dagen bleef men hem het best uit de weg. Het koelde gewoonlijk zonder blaren. En als hij dan terug los kwam, kon hij vertellen over het leven, over de miserie van de mensen die hij kende, over de boeren en over het weer. Op zijn manier was hij een filosoof, die, zij het op ongezouten manier soms diepe levenswijsheid verkocht en studenten raad gaf. Zijn schoonste dagen waren de korpsfeesten en oud-leerlingendagen. Hij poetste zich dan op om van dienst te zijn en als hij de kans kreeg begaf hij zich graag op de dansvloer als een twintig- of dertigjarige.
Elke zondagmorgen trok hij naar de vroegste mis in de stad want hij leefde als een gelovige man. Bij zijn ziekte in de kliniek was hij vriendelijk en blij als hij een bezoek kreeg: dan leerde men de echte Leon kennen. Op zaterdag 14 september werd hij in zijn geboortedorp Sint-Pauwels ten grave gedragen. E.H. Directeur Georges Stuyts en E.H. Raf Leys celebreerden samen met de pastoor van Sint-Pauwels de lijkdienst waarin al zijn vrienden hem een laatste groet brachten.
- Pierre Van Uytvanck
Hij woonde in het huisje waar nu de oprit van de Dalstraat naar de parking is. Hij zorgde voor het voeren van de dieren.