Oud-leerlingendag 1953

In trouwe getalsterkte kwamen reeds lang bekende en ook weer nieuwe gezichten nogmaals die dag naar Sint-Niklaas gespoord en... gebold of gewandeld. De kleurrijke en welgeslaagde catechetische tentoonstelling in de stemmige wintertuin verwelkomde dit jaar met nog meer aantrekkelijkheid de tweehonderd oudleerlingen.

Ingezet met een gesolemniseerde H.Mis, opgedragen door E.H. directeur Weemaes voor de dierbare afgestorvenen, zou de dag gevuld worden. De feestzaal wenkte voor de verrassende kleurenfilm over de stad Sint-Niklaas en voor de hoogstaande en fijne rede van de bekende onderwijzersvriend uit Nederland, prof. dr. J. Gielen, oudminister van Onderwijs en hoogleraar te Nijmegen. De sociale taak van de onderwijzer 'als onderwijzer' heeft spreker in een genuanceerd betoog belicht. "Deze opdracht berust niet alleen op het meedelen van wetenschap en cultuur, maar bestaat voornamelijk in het leren gebruiken van deze kundigheden in de werkelijkheid van het dagelijkse leven. De onderwijzer moet de kinderen leren praktisch en kritisch te oordelen en redeneren, ze uitrusten voor de verschillende levensomstandigheden, zodat ze zich kunnen inschakelen als volwassen cultuurmensen in de maatschappij, het verenigingsleven, de Staat en de Kerk."

Onze bariton Florent Verbeke en tenor Georges Dutré luisterden met kunstvol gezongen Vlaamse liederen de feestvergadering op en verdienen onze dank en gelukwensen.

In zijn dankwoord legde de voorzitter de nadruk op het belang van een nauwere samenwerking tussen de onderwijzers van Noord en Zuid, waarmee onze geestelijke verrijking en duurzame verbroedering zullen gebaat zijn.

Gedurende het gezellig feestmaal lieten de twee bovengenoemde zangers zich weer horen, begeleid aan het klavier door stadsbeiaardier J. Verniers. Namens de talrijk opgekomen 'goudvissen' van 1903 sprak J. Van Puymbroeck, ereschoolbestuurder van de oefenschool van de katholieke normaalschool te Antwerpen, in een meesterlijke improvisatie over de lotgevallen van hun normaalschoolleven. In rake en humoristische zetten heeft hij zowel jongere als oudere collega's doen lachen en in de handen klappen... 1903 is een klas, die goddank goed bewaard, tot voorbeeld verdient te worden gesteld!

In naam van de 'zilvervossen' 1928 kwam P. Cooremans, onderwijzer te Buggenhout, op het podium, en dankte de normaalschool voor het verleden, het heden en de toekomst. Zijn oudstudiemakkers zullen voorzeker de koppen hebben saamgestoken om in de volgende jaren nog talrijker op post te zijn.

Vervolgens gaf voorzitter Van den Berghe lezing van een telegram van gelukwensen aan prinses Joséphine-Charlotte en erf-groothertog Jan ter gelegenheid van hun huwelijk te Luxemburg. Een telegram van eerbiedige aanhankelijkheid werd ook gestuurd naar mgr de bisschop van Gent, alsmede een telegram van sympathie aan kan. C. Quintelier.

Als laatste officieel gedeelte hoorden de aanwezigen vol belangstelling enkele interessante en bemoedigende mededelingen van de voorzitter betreffende de pensioenwetgeving voor de onderwijzers en de getroffen maatregelen voor onderwijzers met overtollig geworden klassen.

In de beste stemming en in grote tevredenheid verliepen de laatste uurtjes en de volgende dagen bezorgde menig katholiek Vlaams dagblad een omstandig relaas van deze welgeslaagde jaarvergadering.

Tafeltoast van Jozef Van Puymbroeck - klas 1903 - in naam van de gouden jubilarissen

Men vertelt dat dichter Karel Van de Woestijne, die veel van de zee hield, gaarne te Oostende verbleef. Op zijn dagelijkse wandelingen naar het strand, zag hij steeds een groep mensen staan op het voetpad nabij het loodshuis. Eens wou Van de Woestijne met deze mensen een babbeltje slaan en vroeg aan een hunner: "Vriend, welk weer zouden wij morgen hebben?" Hij kreeg voor antwoord: "Ik weet het niet, meneer, want ik ben gepensionneerd."

Ik zal dus kort zijn want al de vrienden van 1903 zijn al jaren gepensionneerd.

In 1899 begonnen wij met 63 makkers de uitwerking van ons vierjarenplan en werden wij opgeleid volgens de gekende verhardingsmethode van de internaten van die tijd. Op 1 augustus 1903 werden wij met 35 gediplomeerd e verleten de normaalschool met bitterheid.

Naarmate de jaren vorderden verdween deze verbittering. Door de ervaring van het leven moesten wij vaststellen dat aan onze harde opleiding in de normaalschoolt te danken was wat wij geworden zijn.

Daarom brengen wij vandaag een dankbare hulde aan het bestuur enhet professoraat van onze tijd en vermelden:

E.H. kan. Amaat Joos, bestuurder. Ten volle getypeerd in een artikel van ere-hoofdinspecteur Troch. Het was de bestuurder met de ijzeren armen: hij kende slechts tucht en onverpoosd werken.

Professor De Feyter - voor wiskunde, wetenschappen en landbouw - wel wat zenuwachtig maar een goed mens.

Professor Van Britsom - voor moedertaal en Franse taal - 'n leraar van de oude garde, koud en op afstand; opgevolgd door professor Foncke, meer gentleman.

Professor Verstraeten - voor 'les grands faits de l'histoire, l'histoire nationale, l'histoire ecclésiastique'. Hij kwam steeds naar de klas men enkele lijvige boekdelen onder de arm. Wij vreesden maar dat hij de leerstof nog zou aandikken met citaten uit deze boeken. Gelukkig bleef het er bij: hij bracht ze maar mee om wat gezelschap te hebben.

Professor De Waele - voor 'les lois, la géographie et la cosmographie'. Een zacht aristocratisch voorkomen. Tijdens de lesuren vond hij wel tijd om Patagonië en de sterrebeelden te laten rusten ten einde ons voor te lezen uit de krant over de heldendaden van onze taalbroeders uit Zuid-Afrika. We zijn er hem nog dankbaar voor.

Professor Jan De Smedt - voor opvoedkunde en methodeleer. We moeten eerlijk bekennen: veel wetenschap heeft hij ons niet meegegeven, maar hij heeft van ons onderwijzers gemaakt. Kort na zijn overlijden sprak mgr. Sencie, tijdens de Vlieberghleergangen, mij over Jan De Smedt, die alle jaren de sociale week te Leuven volgde. Een of ander hoogleraar wist hem altijd te vragen om nog eens catechismusles te geven aan de kleintjes. Er werd wat klein volk samengebracht en Jan De Smedt gaf catechismusles omringd van monseigneurs en hoogleraars, die deze geboren methodieker niet graag genoeg konden bewonderen.

Professor Morre - voor muziek, zang en handenarbeid. We konden nooit zeggen of hij goed of slechtgezind was: hij stond zeer wantrouwig tegenover de studenten. De uitvoering van 'Klokke Roeland', van Tinel staat op zijn actief.

Professor Quintelier, onze godsdienstleraar. We zijn hem bijzonder dankbaar voor onze diepe godsdienstige opleiding en wij betreuren waarlijk hem hier vandaag in ons midden niet te kunnen begroeten.

Ten laatste onze subregenten, de eerwaarde heren Cornelis en Moortgat: onze lotgenoten die dag aan dag het eentonig 'Perpetuum Mobile' met ons afdraaiden van 5 uur 's morgens tot 9 uur 's avonds.

Bij al deze herinneringen mogen wij de onderwijzers van de oefenschool niet vergeten; zij ondersteunden onze eerste wankele stappen op het veld van de praktijk: de heren Gijselinck voor het zesde leerjaar, onze leraar in 'Commerce'; Van Steenweghen voor het vijfde leerjaar, onze leraar in tekenen; Meganck voor het vierde leerjaar; Aloïs Pannier voor het derde leerjaar; De Cock voor het tweede leerjaar; De Schamphelaer en daarna Edward Pannier voor het eerste leerjaar.

Vijftig jaren zijn over dit alles heengegaan. Van de 35 gediplomeerden van 1903 zijn er nog 21 in leven, waarvan er hier vandaag 14 aanwezig zijn.

Tijdens onze loopbaan hebben wij 'n vloed van methodes en gedachtenstromingen meegemaakt. Nu nog leven wij onder de invloed van één enkele methode: de uitstervingsmethode door de achtereenvolgende regeringen toegepast op de oude gepensionneerden. We zijn rotsvast overtuigd dat, na deze tijden van besparingen en van reusachtige uitgaven voor andere doeleinden, de aanpassingswet eens zal gestemd worden. En als dan de bedienden van de pensioenen aan 't cijferen gaan, zullen zij met verwondering vaststellen dat de laatste der Mohikanen daags te voren overleden is.

Wij besluiten: vandaag hebben wij allen gebeden om over tien jaar, even talrijk en in goede gezondheid, hier tegenwoordig te mogen zijn om te zeggen: de oude garde van 1903 staat nog altijd paraat en viert haar diamanten jubelfeest.

 O1903in1953bDe aanwezige gouden jubilarissen van diplomajaar 1903

Op deze oudleerlingendag werd een telegram gestuurd naar:

Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Joséphine-Charlotte en Zijne Hoogheid Erf-Groothertog Jan - Luxemburg

Oud-leraars en oud-leerlingen Bisschoppelijke Normaalschool Sint-Niklaas, in jaarlijkse feestvergadering op Uw huwelijksdag, feliciteren beide doorluchtige Vorstenhuizen, brengen eerbiedige hulde in Uw persoon aan beide dynastieën, vragen Gods zegen over België en Luxemburg.

Voorzitter Volksvertegenwoordiger Albert Van den Berghe

Op 28 april 1953 kwam op de Normaalschool volgend antwoord toe:

Etat. Mr Van den Berghe prés. des anc. professeurs et anc. élèves de l'école normale épiscopale St-Niklaas

Luxembourg. Nos meilleurs remerciements pout bons voeux exprimés au nom des anciens professeurs et anciens élèves de l'école normale de St-Niklaas.

Joséphine-Charlotte -  Jean

(Kasteelgalm, 10e jaargang, 1953 nr. 2)