Mogelijkheden van het Vrij Onderwijs in Kongo

Wanneer men bedenkt dat de schoolgaande jeugd in Kongo in de jaren'50 op 1 257 570 werd geraamd, waarvan 837 700 bij het katholiek onderwijs zijn ingeschreven, dan kan men zich gemakkelijk voorstellen welk een talrijk lerarenkorps nodig is.

Om de voortdurende uitbreiding van alle takken in het onderwijs te kunnen volgen en tevens te voorzien in de geschikte plaatsvervangers voor de openstaande betrekkingen, diende er een zeer ruime werfreserve aangeleld. Om de onderwijsinrichtingen in Kongo te helpen bij het rekruteren van de lekeleerkrachten, werd de Belgische Interfederale Dienst voor het Vrij Onderwijs (S.I.B.E.L.A.C.) opgericht. Sibelac centraliseerde de plaatsaanbiedingen en de plaatsaanvragen. Het stond tevens in voor de nodige voorbereiding van de kandidaten op een koloniale loopbaan. Een veertiendaagse lessencursus voor koloniale vorming werd ieder jaar rond half-juli ingericht. S.I.B.E.L.A.C. was ook een inlichtingencentrum voor de kandidaten hier en voor de scholen in Kongo. In 1956 heeft Dibelac geholpen bij de plaatsing van meer dan 100 leraars en leraressen.

In veruit het grootste aantal scholen in Kongo was het Frans de voertaal. Nederlandse secties werden slechts aangetroffen in het onderwijs voor blanken. Daarom werd van de kandidaten die niet in het bezit waren van een diploma van het Frans taalstelsel een degelijke kennis van het Frans vereist.

Wat betreft de materiële voordelen, deze waren dezelfde als in het officieel onderwijs. Naast hun wedde, genoten de leraars: kosteloze medische zorg, kosteloze heen- en terugreis om de 10 maanden, kosteloze huisvesting, gezinsvergoedingen en recht op pensioen. De leraars die reeds praktijk hadden in het moederland kregen daarenboven een weddeverhoging van 2% 'per twee jaar dienst' in het onderwijs. Alle geldelijke vergoedingen werden steeds aangepast aan de index van levensduurte.

De licentiaten in de germaanse-, romaanse- en klassieke filologie, de licentiaten in de wis- en de natuurkunde alsook de letterkundige en wetenschappelijke regenten en regentessen, de regenten en regentessen in de germaanse talen, de onderwijzers en onderwijzeressen met een voldoende kennis van de tweede landstaal werden regelmatig geplaatst. Daar het bekend maken van de kandidaten aan de directies van de scholen en het vervullen van de formaliteiten heel wat tijd in beslag nam, was het aan te raden aan hen die belangstelling hadden voor een koloniale loopbaan zich in verbinding te stellen met Sibelac.

(Kasteelgalm 1956)

 

 

{gotop}