16 - 18 februari 1966: Driedaagse studiereis regenten naar Kweekschool Venlo

Reisden mee:

Studenten diplomajaar 1966: Eli Laureyssens, Arsène Van der Linden, Willy Baes, Marc De Backer, André Vastenhaeck, Guido Van Puyenbroeck, Walter De Wispelaere, Jozef Janssens

Leraars: Michel Roose, Guido Goedemé, Guido Van den Wijngaert, Michel Roose

Indrukken 

Eindelijk was de dag gekomen. De dag der dagen, even verbeid als de dag der proclamatie die het einde van een regentaat kan afsluiten. Onder een allerbest weertje stroomden in de morgen van 16 februari een aantal globetrotters samen in het zo vertrouwde gebouw van de Normaalschool. Geleek die samenkomst door de aanwezigheid van valiezen meer op en beginnend of eindigend schooljaar, die indruk werd volledig gewijzigd van het ogenblik af dat de bus aangekomen was. Ons rijdend huis - voor 3 dagen althans - werd in één oogopslag goedgekeurd en weg waren we.

Al hotsend over de E3-weg verdween Sint-Niklaas al vlug uit het gezicht en we legden ons gemakkelijk, want Beveren, Antwerpen en Herentals waren ons nog te goed gekend. De kilometerteller liep vlug en na 2 uur bereikten we de grens: Oranje boven en... fietsers koning. In Roermond hielden we een uurtje halt. Stipt 13.30 uur stonden we dan voor de Kweekschool te Venlo, waar ons geen tijd gegund werd om even rond te neuzen, maar onmiddellijk de innerlijke mens werd versterkt...

gvdw60

Hoe nu die eerste indrukken onder woorden brengen? Verbazend, enig soms. Kom, laat ons realistisch zijn, maar dat eerste uur te Venlo zal mij nog jaren bijblijven. Wie zijn hart niet sneller voelde kloppen, toen hij daar stond in die aula van de kwekelingen, late zich meteen begraven. Een idealer zaal is eenvoudig niet denkbaar: ultramodern ingericht: een houten muurbekleding, knap en akoestisch verantwoord. Brave Sinterklaas, doe toch voor België ook eens een woordje bij de minister van onderwijs en cultuur.

Maar de aula werd gauw vergeten wanneer we het talenpracticum aanschouwden. Velen zijn toen wellicht beginnen te dromen en maten de resultaten af, die zijzelf met deze middelen konden bereiken.

Stipt 18 uur mochten we voor 't eerst op kasteel Well onze benen onder de tafel schuiven. Nog een vluchtige blik op de slaapzaal en dan terug de bus in, naar Venlo. Ons tijdschema liet echt geen verpozen toe. De verdere uurtjes verliepen rustig, zonder noemenswaardige feiten. De eerste kennismaking met de kwekelingen was hartelijk, zoals trouwens ieder contact met de Nederlanders geweest is.

In tegenstelling met het slapengaan de woensdagavond, verliep het opstaan de volgende dag normaal, d.w.z. zonder tegenbericht en bijgevolg om 07.15 uur stipt. Voor donderdag was een bezoek gepland aan de 'Petrus Canisius'-school te Venlo, waar we de gelegenheid kregen tot het bijwonen van enkele lessen. Dat beloofde, en het werd interessant ook.

Hoe het bezoek aan de Lagere Technische School te Horst het summum werd van onze reis, kan ik moeilijk verwoorden. Men moet het echt zelf allemaal gezien en beleefd hebben. Het ultra-modern exterieur van de school deed de pracht en de rijkdom van het interieur reeds degelijk vermoeden. Werkelijk, deze Lagere Technische School is een unicum. Niet alleen beschikte deze school over zeer modern materiaal vooral in de metaal- en elektriciteitsafdeling, bovendien geduigden de leraars - wellicht technisch ingenieurs - van een goede vakkennis. De leerkrachten waren zeker veel beter geschoold dan de leraars aan de U.L.O. (Uitgebreid Lager Onderwijs) te Venlo.

gvdw62

De ontvangst op het stadhuis had niet veel om het lijf. En van de bustocht door de stad kan ik me nog enkel de typische huisjes in de buitenwijk van Venlo herinneren. Wel was het voor de chauffeur de gelegenheid om alle twijfels omtrent zijn rijkunst te verpletteren door met zijn rijdend gedrocht als ware het een 'deux chevauke' de stad door te trekken.

 gvdw61Nog één dag voor de boeg, beslist niet een minder interessante. Het bezoek aan het blindeninstituut te Grave maakte ons beter vertrouwd met de onderwijsmethode voor blinde en slechtziende kinderen. De brailleschool dwong werkelijk al onze respect af vooral door de manier waarop er onderricht wordt verstrekt.

Nog één lunch, een volleybalwedstrijd en dan... een paar wuivende zakdoeken en de reis was voorbij.

gvdw63

Bedenkingen

Tijdens de eerste (en jammer genoeg de enige) contact-avond met de Nederlandse studenten, naar aanleiding van de discussie over de pedagogische probleemfilm 'Het gerucht', werd ons dit zogenaamd Nederlands meerwaardigheidsgevoel vrij duidelijk. Wat wij bij de Nederlanders wel eens beschouwen als een uiting van een soort 'hooghartigheid', is in feite niets meer dan een houding van reserve, een 'begin-strakheid' die vlug verdwijnt wanneer de banden iets vertrouwelijker worden. Tekenend in dit opzicht was de reactie op het einde van de discussieavond: "Hoe jammer dat de tijd nu om is, nu juist het gesprek vlot op dreef kwam!" 

Onze gastheren ontpopten zich als uitgesproken en ongeveinsd hartelijke mensen. Meteen werd ons vooroordeel dat een Nederlander een hooghartig, pedant heerschap zou zijn in hoge mate ontzenuwd.

De Nederlanders beschikken over een onmiskenbare dosis taalvaardigheid, die echter door een verregaande nonchalance ontaardt in een zekere vorm van taalslordigheid en een schrijnend gebrek aan articulatie. Opvallend is hun kleurrijke taal, doorspekt met een massa uitdrukkingen en zegswijzen en een buitengewoon vaardige afwisseling in zinsbouw. Eens te meer hebben we hier de bevestiging gekregen dat binnen afzienbare tijd Vlaanderen, inzake taalvaardigheid en taalzuiverheid, Nederland onherroepelijk zal overvleugelen. Dat onder de sprekers, die toch allen tot de intellektuele elite behoren, slechts de heer Hanselman een zeker peil van taalzuiverheid bereikte, is ongetwijfeld een veeg teken aan de wand.

Met een zekere overmoed stapten we een half uur later uit de bus te Venlo. Maar dit gevoel duurde niet lang en sloeg om in verwondering, toen we in de kweekschool op zo'n hartelijke wijze werden ontvangen, dat iedereen er enigszins bedeesd bijstond.

Deze hartelijke ontvangsten zijn ons in alle scholen te beurt gevallen. Het deed ons werkelijk goed te ondervinden dat, voor zover we konden beoordelen, de meeste intellektuelen in Nederland ons niet beschouwen als vreemdelingen, maar als verwanten. Bovendien waren alle schoolhoofden zo goed op de hoogte van de omstandigheden waarin wij reisden, ons programma, ons studieniveau en dies meer, dat hier werkelijk van een prachtige organisatie en een toegewijde belangstelling mag sprake zijn. Het was voor die mensen werkelijk een eer Belgische studenten te kunnen ontvangen en rondleiden. Ik vrees dat dit bij ons als een last zou beschouwd worden.

Maar wat ons het meest verbaasde was de openhartigheid en de spontaneïteit waarmee de mensen van de kweekschool over zichzelf vertelden.

De discussie die daarop volgde vormde wellicht een van de meest interessante aktiviteiten van de reis. In tegenstelling met onze voorgaande studiereis naar Münster was het geplande contact met de Nederlandse studenten geen utopie. Uit dit bijzonder verrijkend gesprek hebben wij ongetwijfeld veel kunnen leren in verband met de pedagogische opvatting en scholing van de studenten en hun algemene zienswijze en karakter. De Nederlander zoals wij die afschilderen in onze stereotype gesprekken heb ik daar niet ontmoet. Integendeel, de jonge mensen waarmee ik contact gekomen ben, getuigden van een ongewone hartelijkheid en spontaneïteit. Hun aanpassing en hun vrij persoonlijke stellingname verwonderden mij in sterke mate.

De natuurlijkheid en openheid van onze Venlose collega's manifesteerde zich in een vlotte omgang met de andere sekse. De sfeer die ginds uitgestraald werd zou een pleidooi voor coïnstructie waard zijn. Het ligt echter niet in mijn bedoeling binnen dit summiere bestek over deze pedagogische situatie uit te weiden. Toch zou ik er graag enkele bedenkingen aan vastknopen.

We moeten opgevoed worden tot een passende houding tegenover personen van het andere geslacht. En wij stellen vast dat er een grote nood aan gelegenheden bestaat waar jongelui elkaar in groep kunnen ontmoeten om gemeenschappelijke interessen samen te cultiveren. Waar ligt de beste gelegenheid? In de school zou ik denken! Kan coïnstructie en coëducatie wel gemist worden bij de vorming van een evenwichtige persoonlijkheid? Opvoeders die in deze tijd nog altijd een radikale scheiding voorstaan verdenk ik van gemakzucht en struisvogelpolitiek. De behoorlijke omgang met het andere geslacht is voor ons een terrein dat nog volledig moet ontgind worden. De Katholieke Kweekschool te Venlo weze voor ons een levend voorbeeld!

's Avonds moesten we ons op aanraden van zuster Magdalie vermengen met de 'inboorlingen'. Maar zoiets doe je niet op bevel, zeker niet wanneer de meisjes je jarenlang als een verboden snoepje zijn voorgesteld.

Een belangrijk punt, dat misschien wel enigszins buiten dit verband ligt, maar waar ik toch de nadruk op wil leggen is het samen-reizen van leraars en leerlingen. Het is voor velen onder ons een openbaring geweest de leraars in hun activiteiten te zien buiten het gewone klasverband. Ik bedoel hiermee de contacten van de leraars met de studenten, zonder klassikale doeleinden. Het is altijd leerrijk een leraar ook als een doogewoon mens te bekijken, en dit vergroot de achting, misschien wel aan beide zijden. De leraar verliest het begrip van de vervelende leerling en deze leert de docent kennen als een sociaal mens, twee uitzichten die wel meer zouden moeten verspreid worden.

De volgende morgen bezochten wij twee scholen in de omgeving van Venlo. Zeereerwaarde Broeder Generosus verwelkomde ons hartelijk op zijn 'Petrus Canisius' U.L.O-school (Uitgebreid Lager Onderwijs). Hierna kregen wij de gelegenheid enkele lessen bij te wonen. Ik moet toegeven dat de voornoemde activiteit ons werkelijk, als toekomstige leerkrachten, een hart onder de riem heeft gestoken. Het was voor ons duidelijk dat de leraars, ondanks hun uitgebreide pedagogische en didaktische vorming, in de praktijk zich niet kunnen meten met onze leerkrachten.

Daarna volgde, naar mijn persoonlijke mening, de meest interessante gebeurtenis van ons verblijf in Nederland. Op een allerhartelijkste wijze werden we in de Technische School te Horst ontvangen. Na een korte verwelkoming door de heer Flapper, en een inleidende oriëntatie, bezochten we de diverse lokalen van deze prachtige instelling. Wat mij vooral trof was de schoonmenselijkheid van de directeur. In deze school tracht hij vooral het accent te leggen op het feit dat de leerlingen 'mensen' moeten worden, met andere woorden, tracht hij de technische kennis in dienst te stellen van de opvoeding. Dit ideaal steekt schril af tegenover de opinies van mensen zoals wij er dagelijks in vele instituten kunnen aantreffen, mensen die de opvoeding ondergeschikt maken aan de wetenschappelijke kennis.

De hartelijke ontvangst is reeds een lange beschrijving waardig maar vormde slechts een begin. De vertrouwelijkheid ging steeds crescendo, zodat ik op de laatste avond zelfs even de indruk had dat zuster Magdalie, de directrice, de heer Roose wilde omarmen toen deze haar een prachtig boek had overhandigd. Stel u gerust, het was slechts een illusie van een student wiens fantasie een beetje doordraafde. 

 Tegenbezoek

 Op 11 tot 13 mei 1966 kwamen een veertigtal studenten van de Katholieke Kweekschool 'De Wylderbeek' te Venlo op tegenbezoek bij ons. Het programma van dit tegenbezoek voorzag o.m. in een uiteenzetting door E.H. Beirnaert over de structuur van het onderwijs in België, in het bijwonen van lessen in onze oefenscholen (ingeleid door Julien Dhont, directeur van de Lagere Oefenschool), in een bezoek aan de 'Inrichting voor doofstomme en spraakgebrekkige kinderen' van de Broeders van Liefde te Gentbrugge.

Ten einde onze gasten met de best mogelijke indruk naar Nederland te laten terugkeren, werd voor de afscheidsavond beroep gedaan op E.H. De Sutter. Hij hield een uiteenzetting over de 'Huismuziek in de Nederlanden', uiteenzetting die hij tot werkelijkheid omtoverde door samen met E.H. De Lil, E.H. Smet en blokfluitensemble van de school enkele van de besproken composities bijzonder verzorgd uit te voeren.