Aannemingsexamen in de Bisschoppelijke Normaalschool voor onderwijzers te Sint-Niklaas

Het examen duurt twee opeenvolgende dagen en zal beginnen den 17 augustus 1914 om 8 1/2 uren 's morgens.

De eerste dag wordt besteed aan de schriftelijke, de tweede dag aan de mondelinge proeven.

Om tot de proeven toegelaten te worden, moet de aanvrager:

1 Ten minste 15 jaar, ten meeste 20 jaar oud zijn den 31 december 1914;

2 Een goed lichaamsgestel hebben;

3 ten minste één week voor de proeven, aan de Bestuurder der Normaalschool zijn aanvraag zenden, daar bijvoegende:

a zijn geboorteakte uit het register van den burgerlijken stand;

b een bewijs van goed gedrag afgeleverd door den E.H. Pastoor der parochie en door de Bestuurder van het gesticht waar de aanvrager laatst de lessen volgde;

c een bewijs dat hij de koepokinenting ondergaan of de pokziekte gehad heeft;

d het volledige adres van zijn ouders of van zijn voogd.

NB

1 Niet één der gevraagde bewijzen moet op zegel zijn;

2 De stof der proeven begrijpt gansch het programma van de leerstof der lagere school, de Fransche taal er bij gerekend, waar veel belang aan gehecht wordt.

Er zijn in ons bisdom sedert eenige jaren veel katholieke onderwijzers te kort. Om dat te verhelpen, heeft Zijn Hoogwaardigheid Monseigneur Stillemans grote opofferingen getroost. Hij heeft de lokalen van zijn gesticht merkelijk doen vermeerderen, waardoor het mogelijk wordt ieder jaar 100 leerlingen te aanvaarden.

We durven hopen dat, door de wijze medewerking van priesters en onderwijzers, zich een groot aantal candidaten zullen aanbieden.

Bovendien, het pensioen en de jaarwedde der onderwijzers zijn beide gestegen en de katholieke Reegering heeft het bedrag van de beurs aan normalisten toe te kennen veel vermeerderd. Die beurs beliep in 1913 voor het eerste studiejaar, 34 fr.; voor het tweede, 34 x 2 = 68 fr.; voor het derde studiejaar, 34 x 3 = 102 fr.; en voor het vierde, 34 x 4 = 136 fr.