Paul Cleempoel: dichter, kunstschilder, beeldhouwer

1986cleempoelPaul Cleempoel 1986
2018cleempoelxPaul Cleempoel 2018
Paul Cleempoel werd geboren te Beveren op 11 januari 1937. Daarna belandde hij in Hamme. Hij behaalde het diploma van onderwijzer in 1957 aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas. Aan het Sint-Thomasinstituut te Brussel studeerde hij verder tot 1959 en werd regent Plastische Opvoeding. Hij werd leraar creativiteit, ornamenttekenen en plastische opvoeding aan de Vrije Technische School te Sint-Niklaas en dat bleef hij tot aan zijn pensionering in 1993.

Paul Cleempoel is geen academisch geschoold kunstenaar. Hij werd schilder omdat de omstandigheden tijdens zijn jeugdjaren gunstig waren om zijn sluimerend talent tot ontplooiing te brengen. Zijn vader Oscar (onderwijzer diplomajaar 1919 en overleden in 1976), verzamelde schilderijen en stimuleerde hem om te tekenen. Er was ook een neef (hoofdonderwijzer), die de jonge Paul tekenmateriaal bezorgde. Aan de Bisschoppelijke Normaalschool ontmoette hij tekenleraar Frans Bosschaert, die hem de weg naar Sint-Thomas in Brussel aanwees. In het plastisch regentaat leerde hij de knepen die een tekenleraar moet kennen, doch liet weinig ruimte en tijd voor de artistieke aspiraties van de studenten. Schilderen werd dus hoofdzakelijk een vakantiebezigheid, die pas na de studietijd meer tijd kon opeisen. Het schilderen bleef niet de enige kunstvorm. Contacten met kunstenaar-pastoor Valery Stuyver (°1916) van Vlassenbroek leerden Paul Cleempoel de liefde tot het beeldhouwen in hout. Nog later kwam de dichter aan het woord. Schrijven deed hij al lang graag. Graag schrijven was hem bijgebracht in de voorbereidende klas in de Normaalschool bij Julien Dhont. Toch zou Paul Cleempoel zich pas echt gaan toeleggen op poëzie nadat een zwaar ongeval in 1974 hem zeven maand in een ziekenhuis gehouden had.

Schilderen was hoofdzaak. Individuele tentoonstellingen deed hij vanaf 1961, al hield hij dat heel beperkt. Een expositie in Sint-Amands (aan de Schelde) deed een van zijn werken belanden in de collectie van de gerespecteerde kunstkenner en kunstmecenas Maurits Naessens en dat leverde hem een ticket voor de tentoonstelling 'De Jonge Schilder' in 1968. Een wedstrijd voor aquarel in Antwerpen inspireerde hem om opnieuw aquarellen te schilderen. Voor hem is veranderen van techniek een middel tot vernieuwing, vermits ieder materiaal zijn specifieke behandeling verlangt.

Als dichter deed hij vaker mee aan wedstrijden, en niet zonder succes. Wedstrijden beschouwt hij als een middel om een vergelijkingspunt te vinden en een gelegenheid om zich met anderen te meten. "Als het werk goed is, is de kans groot dat het eruit komt. Je wordt dan ook meestal gelezen door mensen die iets kennen van poëzie. Als je een belangrijke prijs wint, is dat veelal een aanbeveling voor de eventuele uitgever, je moet dan niet komen aandraven met adelbrieven van gekende of beroemde dichters."

Paul Cleempoel herkent zich in de uitspraak van de Latemse kunstenaar Hubert Malfait (1898-1971): "De Leie kan ik niet schilderen, omdat die te poëtisch is. Ik mis er het hoekige, het bonkige." Voor hem is er eveneens een onderscheid tussen het poëtische en het plastische onderwerp. Zijn plastisch onderwerp: het landschap (het vluchtige, het impressionistische). In zijn werk is er echter ook een voortdurende wisselwerking tussen beide aanwezig. Poëzie en schilderkunst doet hij vaak samensmelten.

"Ik kan niet over alles schrijven, kan niet alles schilderen. Er zijn onderwerpen die me aanspreken, die ik bewonder, er zijn er die me weinig of helemaal niets zeggen. Elk onderwerp verlangt een welbepaalde stijl, techniek. Ook elk materiaal laat zich op een eigen manier bewerken."

cleempoel104Paul Cleempoel in zijn woning, vol met (kunst)boeken
De poëzie van Paul Cleempoel wil een totaal-sfeerbeeld oproepen van een bepaalde situatie. In die zin sluit ze aan bij het analytisch kubisme, dat probeert een totaal-beeld te geven door de werkelijkheid te analyseren in onderdelen, die daarna samengevoegd worden, zodat een veelzijdig beeld verkregen wordt. Strakheid, gebaldheid, kernachtige beelden en suggestie kenmerken zijn gedichten. Poëzie ontstaat bij hem uit bewondering voor het onderwerp. Ze wordt niet met ideeën gecreëerd, heeft geen boodschap te verkondigen en behandelt niet de grote levenskwesties als ziekte, liefde en dood, noch de persoonlijke gevoelens.

 Naar vorm vertoont zijn poëzie overeenkomsten met het werk van Roland Joris (°1936). Deze streeft ook strakheid na, creëert een sfeer met zo weinig mogelijk woorden. Hoe minder woorden gebruikt worden, des te meer suggestiviteit het gedicht behoudt. De dichter observeert intens en registreert de realiteit en laat voldoende ruimte aan de lezer, zodat die zich kan inleven. Een gedicht is niet bedoeld om gevoelens mee te delen, wel om suggestie te zijn in zo weinig mogelijk woorden.

cleempoel105De dichter kijkt en registreert als het ware met een camera. De manier waarop hij kijkt, wordt onderwerp van het gedicht. De beweging van de camera komt tot uiting in wat hij schrijft. Het registreren is een zintuigelijk registreren: zien, horen, gewaarworden... Het weergeven gebeurt bijna fotografisch: zo onbevangen mogelijk. Clichés worden bewust vermeden. De beelden dienen origineel en suggestief te zijn. Het gedicht wordt gecomprimeerd realisme, zoals een haiku. De dichter komt er niet in voor. De ik-vorm is gebannen.

Schrijven begint bij Paul Cleempoel met het verzamelen van indrukken over een gegeven. Daarna wordt geschrapt tot het overbodige weggevallen is en de kernmaterie overblijft. Die materie wordt bewerkt, gemanipuleerd in een tiental versies, die daarna aan een selectie onderworpen worden tot er één gedicht overblijft. Een gedicht is af als het een zekere spanning veroorzaakt. Die spanning kan aanwezig zijn in de vorm van én in de inhoud. Voor Cleempoel wordt de vorm van een gedicht meer en meer het belangrijkste. De inhoud wordt eerder aangewend om een vorm te verwezenlijken. Aan de klank wordt veel aandacht besteed. Een woord is meer dan een betekenis. Zo zal Paul Cleempoel eerder het woord 'kat' gebruiken dan het woord 'poes'. Poëzie kan voor hem ook een zuivere klankevocatie zijn.

cleempoeldichtbundelZijn poëzie leunt aan bij het schilderen. De titels van de gepubliceerde dichtbundels 'Schilderkunst' en 'Schetsboek' maken dit reeds duidelijk. In deze bundels zijn schilderijen vaak het onderwerp van een gedicht of een cyclus.

Schilderen en schrijven heeft voor de auteur te maken met de stelling "Kunst is de leermeesteres van de natuur'. De natuur heeft geen stijl. 'Kunst ordent chaos. Een kunstenaar componeert een landschap tot een geïntensifieerd, nieuw, expressief gegeven. Wie een schilderij van Cézanne gezien heeft met de 'Mont Sainte-Victoire' erop, en daarna voorbij Aix-en-Provence rijdt, zal ongetwijfeld, onbewust, die hele streek daar, met de berg, door de bril van Cézanne zien."

Een dichter werkt steeds vanuit een traditie, sluit zich aan bij wat voor hem ligt. De mens is een voortzetter. Zo bewondert Paul Cleempoel de poëzie van Marsman (1899-1940) (gedicht 'Denkend aan Holland'), Bernlef (1937-2012), Roland Joris (1936), Kris J. Van Geel (1917-1974; de natuurgedichten) en bepaalde gedichten van Felix Timmermans, Karel Van De Oever (1879-1926) en Marnix Gijsen.

Tijdens de talrijke poëzie-avonden in het Waasland georganiseerd door het poëzietijdschrift 'Vers' (met in redactie o.a. Frank Pollet, Freddy Van Hove, Guido Colpaert, allen bekende namen in de Normaalschool), werd vaak werk van Paul Cleempoel voorgelezen. De auteur zelf stond nooit op het podium. Hij vindt dat zijn poëzie wel kan gezegd worden, maar niet geschreven is om gedeclameerd te worden. Een dichter hoeft voor hem niet zelf zijn poëzie voor te dragen, zoals een toneelschrijver ook geen acteur hoeft te zijn.

De kunstenaar in het onderwijs

"Positief" is dat je je als kunstenaar beter kan inleven in wat een kind presteert. Wie niet creatief is, kan zich moeilijker inleven in de creativiteit van een ander. Wie zelf een discipline beoefent, begrijpt die discipline beter."

Toch zijn voor Paul Cleempoel de eigen creativiteit en de creativiteit van de leerlingen gescheiden gebieden. Voor sommige kunstenaars kan het werk van kinderen en jonge mensen inspiratiebron zijn voor het eigen werk. Dit is zeker niet zo bij hem. "Ik werk niet naïef, wat kindertekeningen altijd zijn."

(Freddy Van Hove in 'Kasteelgalm', lente 1986)

Palmares

Beeldend kunstenaar

    Selectie De Jonge Vlaamse Schilder, 1968, Lions Club Antwerpen-Steen
    Selectie Provinciale Prijs voor Beeldhouwkunst, 1975
    Selectie Aquarel, Lions Club Antwerpen 1985

Dichterpoezie1983Een gedicht van Paul Cleempoel werd in dit bundel opgenomen.

    Selectie Prijs voor Poëzie Vlaamse Club, Brussel, 1977, 1978, 1979, 1980, 1981, 1982, 1983, 1985
    Selectie Yang-Poëziewedstrijd, 1980
    Laureaat Poëzieprijs Vers, Sint-Niklaas, 1981
    Laureaat Poëziewedstrijd van de stad Blankenberge, 1982
    Laureaat Poëziewedstrijd, V.T.B.-Roeselare, 1984
    Uitgaven: Dichtbundels:
                        - ‘Schilderkunst’ 1981
                           (Eerste prijs Poëziewedstrijd VERS, Sint-Niklaas)
                        - ‘Schetsboek’ 1983

Weetjes 

- Paul Cleempoel heeft een grote bewondering voor Afrikaanse kunst. Dat hadden ook kunstenaars van de 20e eeuw, zoals de Spaanse schilder Pablo Picasso en de Franse schilder Henri Matisse. Hun schilderijen kondigden de kubistische manier van werken al aan in de jaren die volgden. Die invloeden zie je ook in de werken van Paul Cleempoel. Zijn woonkamer en zijn expositieruimte, gevuld met zijn beeldhouwwerken en schilderijen, brengen je in een Afrikaanse sfeer.

- Paul Cleempoel maakte ook jaren deel uit van een quizploeg met o.a. Etienne De Meulenaer, Guido Colpaert en Hubert Weyn, allemaal bekende normaalschoolgezichten. In december 1983 won hij met zijn ploeg het kwistornooi van de Wase Persclub en werd de winnende ploeg beloond met een reis naar Amerika. Paul was de man in de ploeg die de kunstvragen moest beantwoorden. Met succes blijkbaar.

- In zijn atelier ligt netjes verpakt zijn volledig dichtbundel 'Penseel' (2008), klaar om gepubliceerd te worden. Een uitgever kan hier onmiddellijk mee aan het werk.

- In december 1963 ontwierp Paul Cleempoel een reeks van 4 kerstkaarten voor de verkoop door de leerlingen van de Vrije Technische School. Deze verkoop bracht 30 000 frank op.

- cleempoel102Paul Cleempoel rustend voor zijn atelierAchteruitleunend in zijn zetel in zijn atelier en kijkend naar één van de vele Afrikaanse voorwerpen (mes) die zijn atelier vullen, schreef hij in juli 2018 het volgende gedicht.

                                        In een goed gedicht

                                        staat niets te veel,

                                        niets te weinig.

 

                                        Kunstig gesmeed

                                       als een Afrikaans mes,

                                       met een gaatje erin.

 

- Paul Cleempoel schrijft ook wel eens een haïku.

                                      Zonnevlek. Strak vlak

                                      op een muur: Edward Hopper.

                                      Geen eenzame vrouw.

Bekijk hieronder een reeks van zijn schilderwerken.

 

Portretten

Beeldhouwwerken