WIJDOPEN BRIEF - Paul Vereecken (O1976)
jachtige verzen bij aquarel van Aleydis
Aan mijn predatoren.
Ik duik, ik vlieg en draag
mijn bonte oorlogskleuren.
Ik hou het brede broedsel drijvend,
de uitgestrekte jonge toom
in ’t brede zog van moeder eend.
Ze prikte plichtsbewust
de gaten in het eigen dons
en bouwde zachtjes zorgend
aan het weldadig warme nest
dat gisteren de koele ruimte koos.
Ik heb mijn blinkend felle tooi
nog ééns gespiegeld in het klare water
waar ik, onder het razende gesnater
van mijn ontzette kreekgenoten,
ontzield mijn plotse einde vond.
De laatste pen uit mijn verlaten veren
heb ik langsheen bebloede oevers
aan een verwaaide dichter meegegeven.
Aan hem dank ik dit verder leven.