Strandwandeling
zonovergoten het zand, lange benen wagen zich
aan hinkelen over de killen zoals in hun lenige dagen
doch hun povere sprong reikt slechts halverwege,
missen de punt onder het teken van de vragen
een sok in het sop is het nuchtere gegeven,
als Latijnse cijfers die de jaren in een lat
griften toen men nog op de poef mocht leven
en een cent evenveel waard was als een lievelingskat
we leven dezer dagen als onder een vreemde macht,
ongewilde kluizenaars nochtans geroepen
tot het mededeelzame, de broederschap van zielsverwanten
die elkaar onbewust zochten zoals roedeldieren samentroepen
de roedel van de geest is niet rijker in aantal
wel in gehechtheid en echtheid:
de rijkste ontmoetingen zijn niet die van het bloed
maar de hachelijke niet geharnaste van het toeval
staf de wilde, de haan - O1967