Danklied van een bejaarde
Dank aan hen die mij vergeven
dat nu en dan mijn handen beven,
en aan hen die luider spreken
en mijn stilte zo doorbreken.
Dank wanneer men wil verstaan
dat door ouderdom voortaan
ik heel wat trager word bij 't eten.
Soms wordt mij dit gebrek verweten.
Dank aan hen die blijven luisteren
als ik zacht begin te fluisteren
over de mooie tijd van toen,
die ik graag zou overdoen.
Dank aan hen die mij verzorgen
met geduld, vandaag en morgen,
en die hun aandacht naar mij richten
en zo mijn eenzaamheid verlichten.
Dan voor ieder vriendelijk woord
dat zo zelden wordt gehoord.
Dank voor ieder nederig werk.
Jullie inzet treft me sterk.
Dank om vriendschap mij gegeven,
bron van vreugde voor mijn leven,
de gave van een echte band,
een liefdevol hart, een open hand.
Dank aan hen die om mij geven
ook op 't einde van mijn leven,
mij zullen bijstaan in het lijden,
zorgend wijd hun mantel spreiden.
Moge God hen ooit belonen,
mild zijn groet liefde tonen,
want wat je aa mij hebt gedaan
dat heb je aan de Heer gedaan!
E.H. Hugo Verbeke - oud-leraar