Te laat geboren?
Mijn dorp van toen lag weggeborgen,
achter de dijk, een kraag van riet.
Wie er niet zijn moest, kwam er niet...
zodat wij, kind'ren, zonder zorgen
de straat opkonden naar de scholen
langs smalle paden kattenkwaad,
met mist omringd en ver geblaat,
terwijl we stiekem fruit ontstolen...
Mijn dorp van nu verlengt de steden
en wordt bebouwd door de forens
of door een ander jachtig mens
die op mijn paden, platgereden
en in steriel beton gevangen,
op zoek gaat naar wat flarden rust
en daarmee - stil en onbewust -
mijn plompverloren dorp doet hangen!
Ik ben allicht te laat geboren,
want stadse drukte zegt me niets.
geef mij maar bomen en een fiets
die rijdt langs wat ik ben verloren.
Zo ben en blijf ik heimatschrijver.
Hoewel ik leuks weet in de stad
blijf ik veel liever in dit gat
en vis mijn zomers aan mijn vijver...
Paul Vereecken – onderwijzer 1976