Diplomajaar 1912
Eerste rij: 1 2 3 4 5 6 E.H. Amaat Joos, 8 9 10 11 Jan De Smedt,
Tweede rij: 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Derde rij: 22 23 24 25 26 27 28 29
Vierde rij: 30 31 32 33 34 35 36 37
Vijfde rij: 38 39 40 41 42 43 44
Gediplomeerden
Naam en voornaam | Geboortedatum | Geboorteplaats | Woonplaats | Overleden | Plaats | |
1 | Anthoni Alfons | 22.11.1892 | Kessel | Kessel | + | |
2 | Beerens Eugeen | 05.02.1892 | Parike | Geraardsbergen | + | |
3 | Bernaers Petrus | 24.10.1892 | Zwijndrecht | Zwijndrecht | + | |
4 | Boghaert Raymond | 01.05.1893 | Zomergem | Ursel | + | |
5 | Bovyn Marcel | 02.12.1893 | Zottegem | Sint-Gillis-Dendermonde | + | |
6 | Buggenhout Emiel | 29.08.1892 | Opwijk | Opwijk | + | |
7 | De Backer Cyrille | 03.06.1893 | Oostakker | Aalst | 1968 | |
8 | De Poortere Maurits | 20.07.1893 | Kruishoutem | Mariakerke (Gent) | + | |
9 | De Snoeck Renaat | 18.01.1892 | Gent | Gent | + | |
10 | De Sutter Joris | 08.03.1893 | Maldegem | Maldegem -Donk | + | |
11 | Engels Leo | 10.05.1893 | Sint-Amandsberg | Gent | 11.05.1965 | Gent |
12 | Heyman Alfons | 03.02.1893 | Sint-Niklaas | Sint-Niklaas | + | |
13 | Maes Jan | 05.06.1893 | Anderlecht | Bekkerzeel | 09.11.1918 | Brugge |
14 | Noël Hendrik | 12.07.1893 | Sint-Lievens-Houtem | Anderlecht | + | |
15 | Rohart Karel | 15.03.1893 | Ledeberg | Sint-Amandsberg | 01.10.1918 | Staden |
16 | Rombaut Maurits | 05.03.1893 | Wachtebeke | Zaffelare | + | |
17 | Roosens Polydoor | 09.10.1892 | Denderwindeke | Meerbeke (Ninove) | + | |
18 | Saelens Theodoor | 05.06.1892 | Strijpen | Zottegem | + | |
19 | Schockaert Omer | 01.12.1893 | Impe | Impe | + | |
20 | Smet Nestor | 04.07.1893 | Meerdonk | Meerdonk | 20.06.1960 | |
21 | Steynen Edward | 26.10.1893 | Schoten | Merksem | + | |
22 | Tollenaere Cyrille | 13.05.1893 | Zeveneken | Zeveneken | 1971 | |
23 | Valcke Maurits | 23.10.1892 | Laarne | Lochristi | + | |
24 | Vandecatsyne Oscar | 30.08.1891 | Nederbrakel | Sint-Kornelis-Horebeke | + | |
25 | Van den Berghe Jules | 20.01.1893 | Aarschot | Aalst | + | |
26 | Vandeputte Michel | 27.03.1892 | Leupegem | Etikhove | gesneuveld | De Panne |
27 | Van de Velde Jules | 19.11.1892 | Parike | Aalst | 1963 | |
28 | Van Gele Jozef | 16.08.1893 | Poeke | Poeke | 04.12.1959 | |
29 | Van Heuverswijn Ernest | 04.04.1893 | Zingem | Mons | + | |
30 | Verhaegen Gilbert | 08.12.1893 | Balegem | Balegem | 11.11.1918 | Brugge |
Weetjes
- Karel Rohart, Michel Vandeputte en Gilbert Verhaegen sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog.
- Cyriel Tollenaere werd eerst onderwijzer aan het Sint-Lodewijkscollege te Lokeren en studeerde verder. Na de Eerste Wereldoorlog, op 14 september 1919, trad hij in het klooster te Lokeren bij de Minderbroeders. Op 16.08.1925 werd hij priester gewijd en van toen af stond hij gedurende 45 jaar in het onderwijs, waarvan 36 jaar in Chili. Hij vertrok naar dit verre missiegebied in oktober 1928. Gedurende 8 jaar was pater Maxentius bestuurder van het seminarie te La Serena. Na zijn nieuwe afreis in 1966 werd hij bestuurder van een mannen- en vrouwenderde orde, bestuurder van een naaikring en biechtvader in de paterskerk te La Serena.
In de kijker
Leon Engels
Leon Johannes Engels werd geboren in Sint-Amandsberg op 10 mei 1893. Hij groeide op in Destelbergen. Zijn kindertijd kende geen grote zorgen en Leon bracht hem al spelend met zijn 2 broers en 2 zussen door op de gronden rondom het station van Destelbergen. Zijn vader, Franciscus Engels, was onderchef van het station en Engels’ moeder, Rosalie De Brauwer, was een vroedvrouw. De opvoeding van hun kinderen was streng maar rechtvaardig. Leon behaalde zonder moeite zijn getuigschrift van de lagere school en was zelfs primus. Hij werd toegelaten in de Bisschoppelijke Normaalschool van Sint-Niklaas en op 1 augustus 1912 ontving hij zijn diploma voor onderwijzer. De familie kende echter ook haar noodlot. Tijdens Leons studietijd verongelukte zijn vader bij het aaneenkoppelen van 2 treinstellen. Afgestudeerd keerde Leon Engels terug naar zijn thuisgemeente Destelbergen en werd daar leerkracht van de plaatselijke jongensschool. Hij was ook een zeer actief lid van de gemeenschap. Engels participeerde ondermeer aan alle kerkdiensten en processies. In deze beginjaren van het volwassen leven kon hij bovendien zijn artistieke kant tentoonspreiden: hij dichtte, schreef artikels, speelde klarinet bij de dorpsfanfare,… In tussentijd was er ook een vrouw in zijn leven gekomen. Tussen hem en Anna Maria Van Doorslaer, ook geboren in Destelbergen, was al een tijdje een romance ontstaan, maar verder dan toevallige en minder toevallige ontmoetingen bij het station ging het niet. Anne Marie studeerde in de normaalschool in Gijzegem en na een succesvolle studie kon ook zij als leerkracht aan de slag, weliswaar in Sint-Niklaas. Engels en Van Doorslaer bleven elkaar maandelijks treffen rond het station dat zo’n belangrijke rol speelde in hun leven.
WOI als keerpunt
De Grote Oorlog veranderde het leven van iedereen. Op 4 augustus 1914 trokken de Duitse soldaten België binnen. Anne Marie moest haar school verlaten, keerde terug naar haar geboortedorp en werd daar onderwijzeres bij een wijkschool. Engels bleef initieel bij zijn moeder om voor haar en zijn zussen te zorgen in het bezette Destelbergen. Zijn 2 andere broers hadden zich al gemeld als oorlogsvrijwilligers. Gelukkig voor het gezin was hun dorp geen oorlogsgebied. Toch werd het voor Leon geen rustige bezetting. Gedurende één van zijn lessen kwam de burgemeester hem opzoeken om hem te waarschuwen. Hij moest op de vlucht voor de Duitsers en zonder te wachten vertrok hij. De exacte reden hiervan heeft Leon nooit verteld aan zijn kinderen en dat geheim is dan ook meegenomen in zijn graf. Via een bekende boer van de streek kreeg hij eten en geld voor zijn vlucht en kon Leon een boodschap doorgeven aan zijn moeder: “Moeder, ik ga mijn broers opzoeken”. Vooraleer hij definitief vertrok, maakte hij nog een omweg naar de school van zijn geliefde Anne Marie en vroeg haar mee te vluchten. Dit kon ze niet, maar geen van de twee verwachtte dat het weerzien 4 jaar lang op zich zou laten wachten.
Via een tante, wiens schip was aangemeerd bij het Schipdonkkanaal, bereikte hij Nederland. Hoewel het schip daar aan de ketting werd gelegd, kregen zij toch de toestemming om Nederlandse wateren te bevaren. Na de nodige stempels en papieren kreeg hij de papieren als Belgisch vluchteling en nam hij afscheid van zijn tante. Engels belandde na dagenlange omzwervingen in het vluchtelingenkamp van Ede. Dit kamp was verdeeld in 4 dorpen, met elk zijn eigen barakken, eetzalen, ziekenzalen,… Het was een gemeenschap op zich en had zelfs zijn eigen kapel, gesticht door gevluchte missionarissen van het Heilig Hart van Borgerhout. In dat kamp kon hij fungeren als leerkracht voor de kinderen, gaf hij turnlessen en Franse les aan vluchtelingen. Ook richtte Leon een toneelbond mee op. Als geletterde was hij bovendien briefschrijver voor ontelbare mensen. De heimwee werd verzacht door een nieuwe vriendschap met 4 andere gevluchte leerkrachten. Het strijdgeweld werd echter nooit vergeten en de oorlog bleef zijn gedachten teisteren.
In 1916 meldde Leon Engels zich samen met 4 vrienden aan als oorlogsvrijwilliger voor het leger. Via Rotterdam geraakten ze met een schip in Engeland, waar ze een opleiding kregen als brancardier. Na enkele maanden bereikten ze via Cherbourg De Panne en werden ze ingelijfd in het 16e linieregiment in de sector Diksmuide. De verhalen van Leon aan zijn kinderen over deze periode zijn verschrikkelijk. Gewonden, verminkten, doden,… waren een onderdeel van het dagelijks leven. Gasaanvallen maakten tevens talloze slachtoffers. Toch verscheen er een lichtpunt voor Leon tijdens dit oorlogsgeweld: hij kwam weer in contact met zijn 2 broers. Ze ontmoeten elkaar in de loopgraven tijdens een zware beschieting. Het bleef echter bij dit sporadische treffen.
Einde en nasleep van de oorlog
In 1918 was het einde van de oorlog in zicht. Het eindoffensief was volop aan de gang en ook Leon Engels moest mee op pad. In de vroege ochtend van 9 november 1918 sloeg het noodlot toe en werd hij getroffen door een kogel in de rechterschouder. Leon bevond zich op dat moment in een bietenveld in Lovendegem, niet ver van zijn geboortedorp Destelbergen. Na zijn operatie in een ziekenhuis in Brugge, belandde hij in Rouan voor een volgende operatie. Maandenlang bleef hij daar om te revalideren. Hij eindigde zijn ‘soldatencarrière’ als reserve onderluitenant en ontving meerdere eretekens. In 1928 werd hij wegens bewezen diensten ridder in de kroonorde, maar niemand in de familie hechtte hieraan veel belang.
Maart 1919 keerde Leon Engels als invalide terug naar zijn Destelbergen. Hij werd daar herenigd met zijn 2 broers, die ook gekwetst waren, en de rest van zijn familie. Vooral het weerzien met Anne Marie was pakkend. De lange oorlogsjaren had de affectie voor elkaar niet doen verminderen. Integendeel. Ze trouwden dan ook nog in 1919. Tijdens en na zijn herstelperiode bleef Leon zeer actief in het sociale weefsel van de buurt. Hij engageerde zich onder dere meer en meer als behartiger van de verzuchtingen van de oud-soldaten van zijn dorp. Op die manier kwam hij logischerwijze bij VOS terecht, stichtte hij mee de plaatselijke afdeling en zetelde hij in het bestuur. Leon keerde terug naar de dorpsschool van Destelbergen en zou daar nog jarenlang de plaatselijke jeugd vormen. Zijn wens voor een blijvende vrede verdween nooit. Op 11 januari 1965 overleed Leon Johannes Engels in Gent.
Michel Cardon
(Bron: http://vosnet.org)
- Cyriel De Backer
Cyriel De Backer
- Raymond Boghaert
Raymond Boghaert
- Cyrille Tollenaere
Lees meer over Cyrille Tollenaere: klik hier.
- Alfons Heyman was oud-onderwijzer, kapitein-kommandant bij het Belgisch leger. Oud-strijder 1914-1918 en 1940. Hij werd gedurende drie jaar als krijgsgevangene opgesloten in Prenzlau. Hij kwam ziek naar huis terug. Hij werd aangesteld als sector-chef van de spionnagedienst Marc en op 15 september 1943 aangehouden door de Gestapo. Opgesloten in de gevangenis te Gent werd hij door de Duitse Krijgsraad vrijgesproken en hervatte hij zijn werkzaamheid in de spionnagedienst tot op 17 juli 1944, toen hij aan de Gestapo ontsnapte en moest onderduiken tot aan de bevrijding. Op de oud-leerlingendag van 25 april 1946 zag hij zijn klasgenoten terug.