Diplomajaar 1875

Opleiding van 3 jaar

Gediplomeerden

  Naam en voornaam Geboortedatum Geboorteplaats Woonplaats Overleden Plaats
  Arnaut Alphonse 03.10.1856 Knesselare Knesselare 20.11.1943  
  Boodts Charles 20.05.1850 Steenhuffel Steenhuffel    
  Cacheze Louis 19.08.1856 Gijzegem Gijzegem    
  Cools Jean 03.04.1853 Geel Geel    
  Coremans Edmond 07.01.1854 Lippelo Lippelo    
  De Bruyne Théophile 17.02.1855 Klinge Klinge    
  De Gheest Théophile 01.03.1855 Eksaarde Eksaarde 28.04.1929   
  De Keyzer Théophile 18.09.1856 Gent Gent    
  De Marelle Richard 04.02.1856 Zingem Zingem    
  De Neve Camille 10.10.1855 Poeke Poeke    
  De Staercke Henri 16.01.1855 Opbrakel Opbrakel    
  De Vos Basile 23.11.1855 Vollezele Vollezele    
  De Vos François 05.05.1855 Sint-Maria-Lierde Sint-Maria-Lierde    
  Goessens Vital 27.08.1854 Smeerebbe Smeerebbe    
  Lootens Henri 25.12.1855 Aalter Aalter    
  Meire Polydore 24.01.1856 Zingem Zingem    
  Stevens Basile 10.07.1855 Nazareth Nazareth    
  Steyaert Emile 29.07.1855 Evergem Evergem    
  Spruydt Pierre 04.10.1855 Meerdonk Meerdonk    
  Ternest Prosper 10.01.1856 Wetteren Wetteren    
  Uyttersprot César 24.02.1856 Denderbelle Denderbelle    
  Van Belle Jean 30.07.1854 Viane Viane    
  Van Damme Gust 27.02.1855 Voorde Voorde    
  Van den Berghe César 28.04.1856 Zele Zele    
  Van den Driessche Auguste 17.05.1856 Elst Elst    
  Van der Bracht Emile 02.06.1855 Erwetegem Erwetegem    
  Van Gysegem Charles 06.03.1856 Hofstade Hofstade    
  Van Humbeeck Hyppolite 21.10.1855 Moorsel Moorsel  20.01.1913 Massemen
  Van Reeth Jos 15.11.1852 Eksaarde Eksaarde    

 

Koster-Orgelist 

- Jean-Bapist Mehuys, geboren te Olsene op 01.06.1856 en overleden te Olsene op 13.11.1942.

Hij was koster en gemeenteontvanger, Ridder in de Leopoldsorde, vereerd met het Burgerlijk Ereteken 1e klas en de Herinneringsmedaille van de Eeuwfeesten.

Hij is de vader van Marcel Mehuys (O1913).

Weetjes

- Alfons Arnaut is de broer van Juul Arnaut (O1878) en de oom van Jozef Arnaut (O1937). 

- Theophile De Geest is de vader van Florent De Geest (O1910), Gilbert De Geest (O1911), Hector De Geest (O1914) en Cyriel De Geest (O1916) en grootvader van José De Geest (O1936).

O1875degeest

Het onderwijzersgezin De Geest met 1 vader Theophile De Geest (O1875), 2 moeder De Geest, 3 Florent De Geest (O1910), 4 Gerard, 5 Emiel, 6 Hector (O1914), 7 Maria, 8 Reimons, 9 Cyriel (O1916) en 10 Gilbert (O1911). 


- In juli 1878 werd Joseph Van Reet, voorheen onderwijzer in Bokslaar, onderwijzer in de Gesubsidieerde Basisschool Heiende Lokeren. In de schoolstrijd met de nieuwe onderwijswet van 1 juli 1879 konden vele onderwijzers de principes uit de wet niet met hun geweten overeenstemmen en namen ontslag, zo ook Joseph Van Reet op 03.11.1879.

In de kijker

Hyppolite Van Humbeeck

Ten gevolge van de Schoolstrijd werden in België veel Vrije, t.t.z. Katholieke, scholen opgericht.

In Massemen nam pastoor Hendrik De Somer het voortouw in dit project, met koster Alphonsus De Regge, de broer van de voormalige gemeenteonderwijzer Karel De Regge, als enthousiaste medestander. De Somers voorganger, pastoor Augustijn De Smedt, had wel al de basis gelegd voor 'eene school' van katholieke signatuur.

Op 1 mei 1882 startte de Vrije School, waar 'de oude meesteresse' Marie Matthijs en de 'twee brave dochters', Marie Verstraeten en Marie De Corte, de eerste maanden lesgaven. De twee Maries waren 'voor twee à drie maand belast met de Bewaarschool'. Marie De Corte zou acht jaar later huwen met koster Alphonsus De Regge en door de Massemenaars steeds als 'Kosters Mie' genoemd worden. Vanaf eind september 1882 namen de Gentse Franciscanessen van het Crombeen de onderwijstaken over. Enkel Marie Matthijs bleef bij de kleuters van de 'bewaarschool'. Voor deze betaalden de ouders '5 centiemen per week, voor d'anderen die Vlaemsch alleene leren 0.75 per maand en 1 frank per maand voor dezen die de fransche lessen bijwoonen'.

De Gemeenteschool liep nagenoeg leeg tot groot genoegen van pastoor De Somer. 'Wij telden 250 kinderen' en 'bij den aangeblevene Meester waren er nooit meer dan 8 à 12 kinderen' noteerde hij in het Liber Memorialis, sluitende met het triomfantelijke 'Laudetur Jesus Christus in aeternum'. Toch schreef pastoor De Somer ook dat 'de aangeblevene Meester [Hippoliet Van Humbeeck] geerne gezien was van het Volk, gelijk hij ook nadien altijd een goede en rechtzinnige Catholiek is gebleven'.

Na de verpletterende nederlaag van de Liberalen van de wetgevende verkiezingen van juni en juli 1884 kwamen de Katholieken weer aan de macht.

In september kwam een 'Derde organieke Wet' in voege. Een gevolg daarvan was dat de Massemse jongens op 1 oktober 1884 terug op de Gemeenteschoolbanken zaten. De kleuters en meisjes bleven les volgen bij de Zusters. Pastoor De Somer was vrij tevreden met deze situatie. Hij was al tevreden dat de kleuters en de meisjes onder de hoede van de Crombeenzusters bleven: 'Al en hadde de Geuzentijd geen ander goed op Massemen te wege gebracht als zou aldaar, het Klooster te verwekken met zijne Bewaarscholen voor de Kleinen en de Opvoeding der Meisjes onder d'handen te brengen van Religieuzen, dit ware al genoeg voor de Massemnaren om dien geuzentijd zooveele niet te beklagen en om den goeden God te loven en te danken, Hij die nog altijd weet het Goed uit het Kwaad te trekken'.

De gemeenteonderwijzer die zich in het oog van de storm van de Massemse Schoolstrijd bevond was Bernardus Hyppolitus Van Humbeeck. Hij werd geboren in de wijk 'Kryger' te Moorsel bij Aalst op 21 oktober 1855 als zoon van de 47-jarige landman Guilliemus en Joanna Temmerman.

In 1875 studeerde hij af als onderwijzer aan de Bisschoppelijke Normaalschool van Sint-Niklaas. In 1880 werd hij 'gemeenteonderwijzer' in de gemeente. Hij woonde, samen met zijn Wichelse echtgenote Maria Justina Derde, zijn acht kinderen, zijn schoonouders Dominicus Derde en Maria Theresia Van Boven, en zijn schoonzus, in het Schoolhuis. Hippoliet trad heel vaak op als getuige in de Burgerlijke Stand. Dat was praktisch: hij kon schrijven én woonde één 'deur'worp van het toenmalige Gemeentehuis.

rouwprentvanhumbeeck'Hippoliet was geëngageerd in de gemeente. Hij was secretaris van de in 1893 gestichte 'Veeverzekering van Massemen' die haar zetel had in de Gemeenteschool. Hij zou ook gemeentesecretaris geweest zijn volgens Rolande van Heden. Hij hield de spaarboekjes bij van de leden van de in 1900 gestichte 'Maatschappij van Onderlingen Bijstand', gekend onder de naam ''s Kinds Welzijn'.

Hij overleed op 20 november 1913 en was net 58 jaar geworden en weduwnaar.

In de Burgerlijke Stand staat dat hij 'hoofdonderwijzer' was. De door pastoor De Somer omschreven 'geuzenmeester' bleek dan toch niet zo geuzig geweest te zijn.

(Bron: heemkundige Jan Lampaert - (O1983))