Diplomajaar 1860

Opleiding 3 jaar

Gediplomeerden

Naam en voornaam Geboortedatum Geboorteplaats Woonplaats Overleden 
1 Balcaen Camille 22.12.1840 Elsegem Elsegem +
2 Bosman Joseph 03.06.1837 Lebbeke Lebbeke +
3 de Groote Placide 06.05.1836 Sint-Lievens-Houtem Zonnegem +
4 de Proost Jean Baptiste 07.10.1841 Neigem Neigem +
5 de Smet François 20.06.1841 Dendermonde Dendermonde +
6 Drowaert Florimond 10.08.1939 Sint-Niklaas Sint-Niklaas +
7 Gossye Pierre 15.05.1938 Sint-Maria-Horebeke Sint-Maria-Horebeke +
8 Holluyn Jean 01.06.1836 Auwegem Ouders overleden +
9 Schepens Sévérin 25.09.1841 Kalken Kalken +
10 Steyaert Jules 10.11.1841 Evergem Evergem +
11 Van Brabant Adolphe 26.05.1838 Wetteren Wetteren +
12 Van Daele Charles Louis 02.02.1835 Sint-Niklaas Sint-Niklaas +
13 van Hecke Auguste 27.03.1840 Merendree Merendree +
14 Verhoeye Camille 21.12.1840 Zeveren Zeveren +

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Weetjes dat a

- Camiel Balcaen was gemeenteonderwijzer te Petegem.

Tijdens de woelige schoolstrijd (1879-1884) werd in 1880 door de Kamer van Volksvertegenwoordigers een parlementaire commissie aangesteld die als opdracht kreeg een 'onderzoek te doen over den zedelijken en stoffelijke toestand van het lager onderwijs in België, over de uitslagen der wet van 1 juli 1879 en over de middelen, om de uitvoering dier wet te belemmeren.' De hoorzittingen gebeurden per kanton. Op 6 december 1880 was dit voor kanton Deinze. Uit hoofde van zijn ambt werd Camiel Balcaen opgeroepen om te getuigen. Hij legde volgende getuigenis af: "Hevige sermoenen zijn gehouden te Petegem tegen het ambtelijk onderwijs, zonder nochtans de wet te noemen, maar op een manier dat iedereen wist waarop het aankwam. Er werd gezegd dat allen die dit onderwijs ondersteunden, in de ban der H. Kerk waren, enz. Dat heeft geduurd tot voor een maand, dat is het tijdstip van het vertrek van de onderpastoor Geltmeyer. Tijdens de zending, geëindigd voor 8 dagen, hebben al degenen die hun kinderen in de gemeenteschool hebben en verklaarden dat zulks geschiedde met hun goedkeuring, geen absolutie gekregen. Ik heb mij nooit aangeboden tot de biechtstoel. Ter gelegenheid van de doop van een kind van zekere Vernau, is de meter geweigerd wegens de schoolkwestie. Een van mijn leerlingen, een jongen van 15 jaar, alsook een meisje van 13 jaar, hebben de absolutie niet ontvangen in de loop van verleden jaar met kerstdag. Ik heb horen zeggen dat Geltmeyer bij de gemeenteraadsleden omliep voor de verschillige stemmingen betrekkelijk de scholen, om hen te beletten iets te doen voor het ambtelijk onderwijs. Bij zekere De Sloover Leo, heeft de onderpastoor zich aangeboden om hem aan te zetten zijn kinderen uit de school te trekken. Hij heeft dit gedaan ten gevolge van het bezoek zijner eigenares, vergezeld van een andere dame, maar tegen zijn dank, zoals hij mij heeft verklaard.

Rousseau, bediende van de staatsspoorweg, heeft insgelijks daarvoor het bezoek ontvangen van de onderpastoor Geltmeyer, dit verschillende keren, maar Rousseau heeft wederstand geboden, en sedertdien wordt hem de absolutie geweigerd. Er zijn wel een twintigtal kinderen in de gemeente van bedienden van de Staat: er zijn daar slechts 2 van in mijn school. Scheerlinck heeft een dochter te Mesen in het gesticht, en een jongen in de kadettenschool van Aalst, zijn andere kinderen zijn in mijn school. De onderpastoor heeft hem willen dwingen zijn kinderen uit mijn school te trekken. Scheerlinck heeft zich een weinig willen tonen als gedwongen zijnde om zijn kinderen in school te houden, maar dat lukte niet, tot dan uiteindelijk een vermogend heer is tussengekomen, die gemaakt heeft dat hij de sacramenten voortdurend mocht ontvangen. Scheerlinck heeft daardoor toch in zijn winkel geleden. Er zijn 42 leerlingen in mijn school. Eertijds had ik er 150 in de winter, 100 in de zomer. Mijn school is gemengd. Vóór de schoolwet waren er jongens alleen. In mijn onderwijs is niets veranderd sedert de schoolwet, noch in de boeken, noch anders. Ik denk dat de meeste leerlingen die mij verlaten hebben, in de katholieke school zitten. De jongen van 15 jaar, waarvan ik hoger sprak, is Baziel Grootaer (41). Hij was orgelblazer en klepper (= klokkenluider): hij heeft zijn ontslag gekregen omdat hij de gemeenteschool bleef bijwonen."