Eddy Picavet

picavetfoto
Eddy Picavet werd geboren te Sint-Niklaas op 26 januari 1937. Hij behaalde het onderwijzersdiploma aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas in 1956. Vrij jong bleek dat hij over artistieke en creatieve talenten beschikte. Als kind speelde hij in 1947 al mee bij de Katholieke Gilde van Sint-Niklaas in “De Kathedraalbouwer” (Lode Cantens) in regie van Dries Waterschoot. Hij was in regie van André Vanderveken ook het Kindeke Jezus in “En waar de Sterre bleef stille staan” (Felix Timmermans) bij K.B.M.J.; het zoontje van Franz Gruber in “Stille Nacht” (Etienne Goethals); het zoontje van de groenteboer in “ De Klucht van de brave Moordenaar” (Jos Janssens); de titelrol in “Neo, een held der Catacomben” en de priester in “In rode Greep” (Arie Van der Lugt). edy.picavetx1 Peer De Bruycker (mondharmonica), 2 Marcel Picavet (gitaar), 3 Staf Pauwels (mondharmonica), 4 Eddy Picavet (viool), 5 Frans De Brandt (gitaar), 6 Florent Verdonck (banjo)Tijdens de vakantieperiode trad hij ook, samen met zijn broer, op met het orkest van de K.W.B.-Don Bosco. Op de planken staan was toen al voor hem een heerlijkheid.

Zijn eerste opdracht in het onderwijs - schooljaar 1956-1957 - verliep in het nieuwe stadsschooltje aan de Priesteragiewijk te Sint-Niklaas. Het schooltje was een barak ( = een eenvoudig gebouw voor tijdelijke huisvesting) en de leerlingen de “brakkers” (kwajongens, straatbengels). Eddy kreeg het eerste, tweede en derde leerjaar toegewezen; zijn collega en vriend Walter De Bock (O1956) ontfermde zich over vierde, vijfde en zesde leerjaar. René Dath (O1923) was er directeur en titularis van de vierde graad.

Het jaar daarop vervulde hij zijn legerdienst. En na een maand in Beveren (Sint-Martinusschool) werd hij op 1 december 1958 benoemd tot onderwijzer aan het Sint-Lodewijkscollege te Lokeren. Hij zou liefst 26 jaar lang in zijn “Kabouterland” blijven, daar waar het rode lantaarntje brandde als de eerste klassertjes aanwezig waren.  Zijn laatste jaren (van 1986 tot half 1992) was hij directeur van de afdeling Oude Heerweg, in opvolging van André Haentjens (O1950).

Na het overlijden van zijn schoonmama verhuisde hij met zijn gezin naar Lokeren, waar hij zich snel integreerde en actief deelnam aan het culturele leven. In 1964 stichtte hij, samen met zijn collega Amaat Drossens (O1943) het Lokers Jeugdtoneel als bijafdeling van de kon. toneelvereniging “Lust naar Kunst”, nam drie jaar later het voorzitterschap over. En bleef dit tot 1987. Lag het in de bedoeling jongere mensen kansen te geven toneelervaring op te doen, dan werd dit vlug een gezelschap van volwassenen dat voor kinderen optrad. Naast toneelvoorstellingen verzorgde men ook tal van jeugdnamiddagen, niet alleen in de Durmestad maar over heel Vlaanderen. De belangrijkste producties waren “Kabouters in de Stad” (Lode Cantens), “Ten, het bloemenvadertje” (Yvonne Waegemans), “Schildwacht pas op!” (Alex Wilequet), “Hoera voor zon en regen” (Hep van Delft), “Dag ezels!” (Marietje Scheltema), “Krentenkoek met Krieken” (Alice Toen), “Jawel, het gulzige varkentje” (Jo de Borger). In het totaal zo’n 500 voorstellingen tussen 1964 en 1987. Men trad op in het Festival van het Amateurtoneel in N.T.G.-Gent, voor Jeugd en Theater te Brussel, de viering van de B.G.J.G. in het Cultureel Centrum De Warande in Turnhout. Naast voorzitter en regisseur was Eddy ook auteur van meer jeugdspelen zoals o.a. “Hellebaard of Strijkstok”, “Het Geheim van de Graaf”, “Peter, Conny en de Toverstokjes”, “Repelsteeltje”, die als luisterspel op antenne gingen bij het jeugdprogramma “De Omnibus” op B.R.T. o.l.v. Tony Van Looy en Joost Noydens. Hij schreef ook “Het Communiefeest”. Tussendoor werkte hij ook mee met “De Bende Van der Straeten” voor Radio 2 Oost-Vlaanderen.

Voor de Lokerse culturele raad monteerde hij ook de revues “Souvenirs” (met Roger Bolders) “Lokeren, waar is de tijd”, “Gezoarde, ik zien o geiren” en “Daknam is altijd schoon!”. Hij tekende ook voor meer 11 juli-vieringen en presenteerde, samen met Danny Van Malderen, jaren het internationaal volksdansfestival. Hij werkte ook samen met Luc Philips, Wim Lanckrock en Dries Wieme.

Blijkbaar bleef er ook nog tijd over om met de volkskunstgroep “Edelhart” (Zottegem) als violist op te treden op het Wereldfestival van Schoten, Edegem, Jambes en mee te reizen naar tal van festivals in Duitsland, Hongarije, de Verenigde Staten en Rusland.

Was schrijven altijd al een tweede natuur, hij was ruim dertig jaar medewerker bij het regionaal weekblad “Het Vrije Waasland” en het publicitair weekblad “Deze Week”. Hij tekende voor het algemeen nieuws, de gemeenteraad, de actualiteit. In 1992 werd hij redacteur bij “De Grote Ronde”, tijdschrift van de Vlaamse Volkskunstbeweging. Later werd hij een tijdlang hoofdredacteur van “Danspunt” en nam samen met Willy Cobbaut in 2006 de draad weer op met het driemaandelijks tijdschrift van de VVKB, “De Driesprong”,  waarvan hij tot vandaag nog medewerker is.

Om zijn verdiensten voor de volkskunst in het algemeen en de Europeade in het bijzonder, werd hij in 2010 tijdens de Europeade in Klaipeda (Litouwen) opgenomen in de “Confrerie van de Vrienden van de Europeade”.

eddy.picavet.brieven1De publicatie van “Brieven uit de Durmestad” in 1977 bleek een verre aanleiding tot het schrijven van zijn cursiefjes, enige poëzie en gelegenheidsteksten naar het voorbeeld van Simon Carmiggelt, Jos Ghysen, Gaston Durnez en Louis Verbeeck. Zijn eerste bundel werd “Midden onder ons”. Later volgde nog o.a. “Herinneringen”, dat hij opdroeg aan zijn goede vriend André Vervaet. laatsterozenIn december 2018 publiceerde hij zijn “Laatste Rozen”.

Stadsgids-Lokeren, meiheer van Daknam en dertien jaar voorzitter van de “Orde van Meidames en -Heren”, mag hij beslist worden omschreven als een bezige bij, een culturele duizendpoot. Gelukkige vader ook van Ann, die in 1998 met haar gezin emigreerde naar Canada en haar oudste dochter die het geluk vond in Japan; Dirk, kinesist, en Bart (regent Wiskunde BNS 1990) die de toneelmicrobe erfde en o.a. tekende voor tekst en montage van het openluchtspel “Sinay 1798” op de Dries van Sinaai (2018) en zestien jaar regisseur was bij Muzart (Beveren) waarmee hij elk jaar een jeugdmusical uitbouwde.

“Nu ben ik wel uitgezongen!”, vertelde hij weken geleden nog. “Het is goed geweest. Ik ben echt gelukkig dat ik dat allemaal heb mogen en kunnen realiseren. Dat dank ik in de eerste plaats aan mijn lieve echtgenote Lieve de Castro (+2008). Om te besluiten: “In de avond van het leven blijft dankbaarheid een grote zegen!”

eddy.picavet02