Walter De Bock

Plastisch kunstenaar, grafiek, schilderkunst, beeldhouwkunst, fotografie

 

w.debock01
Walter De Bock werd geboren te Sint-Niklaas op 14.03.1937 en woont nu nog steeds in het ouderlijk huis. Zijn vader Cyriel (03.04.1907) was onderwijzer (gediplomeerd in 1929) en schoolhoofd in Temse-Velle. Walter liep drie jaar school in het College te Sint-Niklaas voor hij werd ingeschreven in de Bisschoppelijke Normaalschool. In het College werden educatieve filmen getoond, waarvan één over een priester die zich bekommerde over straatkinderen in Zuid-Amerika hem sterk aangreep. Die gedachte liet hem niet los… Hij wou zelf iets doen voor Zuid-Amerika…

Hij behaalde het diploma van onderwijzer in 1956 en werd onmiddellijk, samen met zijn klasgenoot Eddy Picavet, benoemd in een stadsschooltje in de Priesteragiewijk of Don Boscowijk te Sint-Niklaas. Tussen 1951 en 1957, bouwde de Nationale Maatschappij van Goedkope Woningen en de sociale huisvestigingsmaatschappij Sint-Niklaasche Bouwmaatschappij een grote typische naoorlogse volkswijk van meer dan 500 woningen. De plechtige opening van deze wijk maakte deel uit van het koninklijk bezoek aan de stad op 4 november 1956.

Het schooltje was een barak (= een eenvoudig gebouw voor meestal tijdelijke huisvestiging) en de leerlingen waren de ‘brakkers’ (= kwajongens, straatbengels). Eddy Picavet had het klasje met eerste, tweede en derde leerjaar, Walter De Bock het klasje met vierde, vijfde en zesde leerjaar, en René Dath (O1923) was directeur en onderrichtte de vierde graad. Later kwam er ook Robert Wuytack (O1953) bij. In de voormiddag werd in de klassen gewoon les gegeven. In de namiddag waren er creatieve activiteiten of trok men naar buiten. Zelfs tijdens vakantiedagen stond de schoolpoort soms open en vonden de wijkkinderen er spontaan hun weg voor socio-culturele en creatieve activiteiten. Met de (kunst)werken van de leerlingen werd zelfs deelgenomen aan een expositie in het Hessenhuis te Antwerpen.

Het stadsschooltje had dus wel zijn eigen manier van werken. Dat botste wel eens met de inspecteur, maar uiteindelijk tolereerde deze de werkwijze en kreeg de school een uitzonderingsstatuut.

Foto van de locatie van het schooltje in de Don Boscowijk.

Don Boscowijk
   1 Drie klaslokalen met ingangshall in één blok.

   2 Een grote hangaar als overdekte speelplaats en werkplaats voor de leerlingen van de derde en vierde graad.

   3 en 4 Wellicht locaties van de toenmalige stadsdiensten (Groendienst).

 

In 1958, toen de Don Bosco-wijk in Sint-Niklaas in volle expansie was, wilden enkele KWB'ers dat er iets gebeurde voor de talrijke kinderen in de parochie. Naast filmvoorstellingen wilde men de jongeren ook poppenspel aanbieden. Walter De Bock, Robert Wuytack en enkele anderen staken de koppen bij elkaar en richtten 'Oekedoeleken' op, (een ‘Waas' woord voor dikkopje). In het parochiezaaltje bij de kerk waren de kinderen getuige van de eerste avonturen. Er werd op dat moment vooral met draadpoppen gespeeld. De eerste succesverhalen waren o.a. 'Waar de sterre bleef stille staan', 'Mieke miserie', 'Smidje Smee' en 'Jan zonder Vrees'. Tot op heden bestaat het poppentheater ‘Oekedoeleken’ nog steeds en is het een toonaangevend gezelschap.

Tijdens de sinterklaasperiode speelden Walter De Bock en Eddy Picavet sinterklaas en zwarte piet en bezochten de kinderen thuis.

Walter De Bock was ook medestichter van de Sint-Niklase Zwemclub.

In die jaren ontwikkelde Walter zich aan de stedelijke Academie voor Schone Kunsten te Sint-Niklaas in meerdere kunstdisciplines: ruimtelijk schilderen, levend model bij kunstschilder Georges Fonteyn en sierkunsten (keramiek) in de klas van Paul Ausloos. In 1959 kreeg hij de prijs de Barcy en in 1962 was hij laureaat voor de driejaarlijkse prijs voor grafiek van het Waasland.

 

Na vijf jaar werd het stadsschooltje opgedoekt bij gebrek aan interesse van de stad. Een moment voor Walter De Bock om zijn ‘roeping 'Zuid-Amerika’ concreet voor te bereiden. In 1962 begint hij aan zijn theologische en missiologische studies bij de congregatie van de missionarissen Oblaten te Gijzegem en nadien aan het Latijns-Amerikaans College te Leuven. Deze gemeenschap gaf hem ook de gelegenheid verder met kunst bezig te zijn. Hij stelde individueel tentoon en nam deel aan collectieve tentoonstellingen in verscheidene gemeenten en steden in het Vlaamse landsgedeelte met diverse collage-, schilder- en beeldhouwwerken met thema’s als ‘De Nieuwe Mens’ en ‘De Kosmische Christus’ naar Teilhard de Chardin. Als lid van de Piet Stoutkring nam hij deel aan exposities op uitnodiging van de Koninklijke Wase Kunstkring. De stad Sint-Niklaas kocht van hem drie schilderwerken: ‘Wedergeboorte’, ‘Verlangen’ en ‘Reiken’. In de Don Bosco-kerk hangt het kruisbeeld van ‘De Verrezen Christus’. In Madrid maakte hij muurschilderingen en stelde hij tentoon met ter plaatse geschilderde kunstwerken.

In 1969 vertrekt hij als missionaris naar Bolivia. Hij werkt er als priester-arbeider in de steengroeven van Oruro, in de tinmijnen rond de hoofdstad La Paz, in de rijstkolonies van Santa Cruz, in een publiciteitsmaatschappij en –drukkerij in La Paz. De bevrijdingstheologie is zijn inspiratiebron voor zijn doorgedreven sociaal engagement. Hij wordt lid van de bevrijdingsbeweging ISAL (Kerk en maatschappij in Latijns-Amerika) en Tupac Katiri (E.L.T.K.)(Ejercito de Liberación Tupac Katiri), en nam deel aan de stadsguerrilla in La Paz. Hij breekt met de Kerk. In 1972 huwt hij met de Boliviaanse Juana Irene Gonzales, een kunstenares in textielkunsten. In 1974 keert hij terug naar België. Hij neemt dat jaar deel aan de internationale  ‘Levende Vlaamse Kunst’ in het Provinciaal Hof te Brugge en stelt ten toon met ’20 Politieke Posters’. Deze posters ontstonden als protest tegen de terreurregimes in Latijns-Amerika en vooral na de coup van Pinochet in Chili. Deze werken werden gemaakt als muurschilderingen. Angst, ontgoocheling, stilzwijgen, lijden, foltering, hoop en vertwijfeling, zelfmoord, onmenselijke inspanningen, clandestiene vergaderingen, ondergrondse drukpersen, onderduiken, arrestaties op een vroege morgen, met gijzelaars praten, slachtoffers ophalen, boodschappen doorsignaleren, kapotgaan in donkere betonnen vochtige kelders zijn de thema's van deze posters.

In 1976 keert hij terug naar Bolivia. Zijn eerste dochter wordt er geboren. Hij stelt er beeldhouwwerk tentoon in het Museo Nacional del Arte in La Paz met ’50 Rostros de 5 Continentes’.

Het leven daar werd hem onmogelijk gemaakt (kreeg o.a. huisarrest) en in 1976 moest hij, onder de dictatuur van generaal Hugo Banzer, het land verlaten. Hij vestigt zich terug in het Waasland, wordt weer zeer actief als kunstenaar, maar vergeet zijn Latijns-Amerikaanse achtergrond niet. Hij maakt dia- en fotoreportages over Latijns-Amerika, o.m. voor SAGO in Antwerpen (Studie- en Actiegroep voor Ontwikkelingssamenwerking, opgericht in 1969, die ijverde voor solidariteit met Latijns-Amerika. Van beginjaren ’70, met de opkomst van de dictatuur in Bolivia, ging er bijzondere aandacht uit naar dit land.)

Hij kwam terug in het onderwijs terecht (Steendorp, Broederschool Sint-Niklaas) en is 4 jaar lesgever talen in het Migrantencentrum in de Kazernestraat te Sint-Niklaas.

Hij neemt deel aan de opbouw van mobiele huisatelierworkshops in samenwerking met Chileense vluchtelingen en andere allochtonen.

Hij werkt aan consciëntiseringsgerichte gelegenheidstentoonstellingen rond de rijkdom en rechten van de indiaanse gemeenschappen in Latijns-Amerika, in samenwerking met W.A.I.A. (Wase Actiegroep Indiaans Amerika), W.I.Z.A. (Werkgroep Indianen Zuid-Amerika) en K.W.I.A. (Steungroep Inheemse volkeren).

In het Cultureel Centrum ’De Cactus’ in Brugge maakt hij een muraal met titel ‘De Overspanning’ en op het nieuwe stedelijk kerkhof van Sint-Niklaas wordt van hem het beeldhouwwerk ‘Man en Vrouw’ geplaatst.

In 1991 stelt hij in zaal ‘Ganesha’ te Temse 25 grafieken tentoon onder de titel ‘Intermezzo Feminino’.

Op uitnodiging van de Koninklijke Wase Kunstkring voor haar 72ste tentoonstelling in 1993 maakt hij, in samenwerking met zijn oud-collega Robert Wuytack, het werk ‘Fuga Vitae’. In datzelfde jaar neemt hij deel aan het artistiek transportproject ‘Arthista 93’ in de Watermolen te Temse met ruimtelijke werken: ‘Ikarus’, ‘Verstilde Beweging’ en ‘Ter zee, ter land en in de lucht’.

In 1998 pakt hij uit met een fototentoonstelling ‘Belgisch Graniet’, in de stadsschouwburg te Sint-Niklaas, van opnamen in de dienstvertrekken van de Salons voor Schone Kunsten te Sint-Niklaas.

Op 28.10.2006 wordt hij medeoprichter van de beweging en op 10.06.2007 van de partij C.A.P. (Comité voor een andere Politiek; gestopt als partij op 17.12.2011).

In augustus 2007 is er een overzichtstentoonstelling met ook nieuw beeldhouwwerk in de Dacca-zolder van het Gemeentelijk Cultureel Centrum te Temse met als thema ‘Vrouwen op Zolder’. Het gaat om monotypes, collages, schilderwerken en beeldhouwwerken. Vrouwenfiguren staan centraal in de kunstwerken, vandaar de titel van de tentoonstelling.

debock01In juni 2009 werkt hij mee aan een conceptueel interactieve expo, samen met Ingrid De Ruyte, in de Julien Revis-zaal, een kloostergang van de vroegere abdij van Baudeloo in Gent met als thema ‘Gelaten… Verval?’ In datzelfde jaar stelt hij tentoon in Kunstforum Schelderode (bij Merelbeke) in samenwerking met Craig Clarcke en als thema ‘Tussen droom en werkelijkheid’.

Dame met hoedIn 2010 maakt hij een reeks van 30 schilderwerken, geïnspireerd op vrouwen met feesthoeden op ‘Waregem Koerse’.

In 2011 werkte hij een solo-expo uit met 100 kleurfoto’s (304x405mm) van éénzelfde vrouwelijke etalagepop: een dramatisch fotoverhaal ‘Metamorfose’. Deze foto’s werden ook ingediend bij ‘De Canvascollectie’ in 2012.

Voor een cultureel-sociaal-poëtisch-muzikaal evenement met hoofdthema ‘Water’ in oktober/november 2012 werkt Walter nog eens samen met Ingrid De Ruyte voor de foto- en schilderijententoonstelling ‘Water – zee – licht’ in de raadzaal van het gemeentehuis te Belsele.

In La Paz (Bolivia) is er van juni tot augustus 2012 straatfotografie ‘El Cambio’ en ‘Rostros’.

In 2013 maakt hij drie kunstmappen met telkens een honderdtal kleurtekeningen en met tekst ‘Illusie als zelfrealisatie’: ‘De gevleugelden’, ‘De geliefden’ en ‘De Dansers’.

debock1022013 - 'Dansers' - 2 tuinbeelden in gips (100 cm en 150 cm)

walterdebock07

 

Hij illustreert het boek ‘Het speelgoed van de puma’s in flarden’ (Don Lucca –Lanno 2014), koldergedichten van Luc Schepens.walterdebock04Tekening uit het boekwalterdebock06Tekening uit het boek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Met ’20 Politieke Posters’ neemt hij in 2014 deel aan de expo ‘De Grote Oorlog’ van kunstkring Pogen-Fenix te Hamme.

 

Ook als schrijver/dichter maakte Walter De Bock zich verdienstelijk. Hij schreef twee onuitgegeven romans: ‘Zij zal Troost heten’ (De absurde geschiedenis van het failliet van een kathedraalbouwer.) en ‘A-Ω en terug’  (Een constructieroman in de vorm van reisontmoetingen tussen de vele ‘ikken’ van éénzelfde personage.).

In 2006 gaf hij in eigen beheer zijn debuutdichtbundel uit: ‘Crónicas del amore’, met episch lyrische liefdeskronieken.

Met eigen poëzie naam hij deel aan ‘Archipel’ en ‘Nacht van de Broze Dichters’ in 2013 en 2014.

In 2007 volgde een deelname aan de 13e poëzieprijs van de Culturele Centrale Boontje (Linx).

In 2011 pakte hij nog uit met twee dichtbundels vol liefdesgedichten: ‘Por senderos del amor’ en ‘El monte de los angeles’.

In 2014 verleende hij zijn medewerking aan de officiële hommage aan de Boliviaanse musicus en schrijver (El huerfano cósmico’) Mario Gutierrez (+Antwerpen 1994) in Brussel en Antwerpen.

Als bewust stijlongebonden kunstenaar wordt elke creatieve uitdaging voor hem een uitnodiging om samen persoonlijke grenzen te verleggen en onontgonnen betekenissen – omtrent een nieuwe zingeving aan mens en maatschappij – te verkleinen.

 

Lees ook over Walter De Bock: klik hier.