Jos Andries

j andries
Geboren te Beringen op 06.09.1921.

Hij behaalde in 1940 het diploma van onderwijzer aan de Bisschoppelijke Normaalschool.

Hij werd onderwijzer in Temse. Vanaf 1942 tot 1943 werkte hij bij de Nationale Voedings- en Landbouwcorporatie.

Vanaf 1946 tot 1973 was hij onderwijzer aan de gemeentelijke jongensschool te Kruibeke.

In 1973, na zijn onderwijsloopbaan, werd hij directiesecretaris in de Normaalschool tot in 1981, toen hij met pensioen ging.

Bij zijn afscheid aan de Normaalschool in 1981

Jaren voor de oorlog, - de echte, van 1940-45, want de andere hadden wij niet meegemaakt -, leerde ik Jos Andries kennen op de speelplaats van de dorpslagere school te Kieldrecht. Hij was geen kameraad van mij. Dat kon hij zich niet permitteren, want hij was ouder en zijn vader was 'gendarm', wat hem bij de jongens op de speelplaats, - 'de koer' noemden wij dat toen -, een zekere status gaf. Wij, jongeren, keken met een ontzag naar de groten op. Het waren de mannen die iets durfden, niet bang waren. Zij durfden de blik van de meester trotseren, iets wat wij niet riskeerden. Omdat zij durfden doen wat wij kleine mannen graag zouden nagedaan hebben, hadden zij gezag over heel de koer.

't Is allemaal lang geleden. Toch herinner ik mij dat Jos Andries een van de zachtzinnigste was. Hij zou ons gespaard hebben wanneer de groten zich al te driest tegen de kleinen keerden.

Later is hij naar de Normaalschool gegaan om er in 1940 zijn onderwijzersdiploma te behalen. Hij was met zijn familie toen ook verhuisd naar Tielrode en zo was ik hem uit het oog verloren. Hij deed een tijdje dienst als onderwijzer in Temse. Vanaf 1942 tot 1943 werkte hij bij de Nationale Voedings- en Landbouwcorporatie. Toen moest hij 'onderduiken' om te ontsnappen aan de bezetter, die hem met vele anderen naar Duitsland wilde voeren om daar te werken. Na de oorlog, vanaf 1946 tot 1973 was hij onderwijzer aan de gemeentelijke jongensschool te Kruibeke. Daar heb ik hem voor het eerst terug ontmoet en hoorde ik over hem omdat een familielid van mij op zijn parochie onderpastoor was. Eigenlijk was Jos weinig veranderd, zelfs uiterlijk herkende ik hem. Hij was getrouwd, had een gezin gesticht en was volledig in de parochie geïntegreerd. Hij was secretaris van de C.M. en was er meer dan administratief met de zieken en noodlijdende mensen begaan. In het zangkoor, het ACW, in al wat er in de parochiegemeenschap leefde, werd Jos actief betrokken. Altijd op een stille dienstvaardige wijze, want luidruchtigheid lag hem niet. In 1973, toen aan de normaalschool - zijn oude school - een plaats open kwam als studiemeester, solliciteerde hij ervoor. Hij wilde als afsluiting van zijn onderwijsloopbaan nog eens iets anders doen. Wij hebben er heel wat over gepraat en toen heeft hij de stap gezet. Zo is Jos Andries op die acht jaar die hij in de Normaalschool heeft doorgebracht vóór hij met pensioen ging een vertrouwde figuur geworden op het secretariaat.

Wij hebben hem allen leren kennen en waarderen. Hij zocht gemakkelijk contact en was vlug thuis bij alle collega's. Trouw en bescheiden, correct en met een voorname levensstijl deed hij zijn werk. Niemand kon hem iets misvragen, steeds was hij tot dienst bereid. Voor hem ging van toen af een nieuwe wereld open waarin hij graag vertoefde en waar hij zichzelf kon zijn.

Wij, zijn collega's, leerden hem kennen als de gevoelige, zachtzinnige man die zich in de loop van zijn leven een heel stuk cultuur had verzameld. Hij hield van de natuur en men kon hem geen groter plezier doen dan hem te bezoeken en met hem door de Kruibeekse Polders te wandelen. Hij was een mens van het water die uren kon zwoegen om zijn oude boot reisvaardig te maken. Hij genoot van zijn tuin en zijn vogels en ook echt kunstgevoel en smaak was hem niet vreemd. Als huisvader van grotere kinderen heeft hij ons geduld geleerd in de omgang met studenten die het moeilijk hadden of al eens lastig waren. Gesprek won het bij hem van strengheid. Hij was gelukkig op school en wij met hem.

Al is hij nu op pensioen, toch is hij jong gebleven en zal hij niet stilzitten. Hij is een van die gelukkige mensen die weet waarmee zijn dagen te vullen. Wij denken en hopen dat het heimwee naar de Normaalschool hem nog wel te pakken zal krijgen en dat hij hier regelmatig zal binnen waaien. De afstand is niet ver en zijn hart zal deze zeker overbruggen.

(E.H. Georges Stuyts in 'Kasteelgalm,herfst 1981)

Lees ook hoe hij zijn internaatstijd in de Normaalschool beschrijft: klik hier.

 

 

{gotop}