Robert De Geest

robdegeest2
Robert De Geest werd geboren op 11 april 1949. Vanaf 01.09.1955 doorliep Robert de lagere school in de oefenschool van Sint-Niklaas. Daarna volgde hij in de Normaalschool de Humaniora (1961-1967. Hij studeerde verder en werd licentiaat Germaanse Filologie.

Vanaf 01.09.1971 werd hij leraar Nederlands in de humaniora-afdeling van de Bisschoppelijke Normaalschool. (Militaire dienst tijdens het schooljaar 1972-73.)

Op 1 december 1994 ging hij aan de slag in het College in Sint-Niklaas waar hij klasseleraar was van 6 Humane Wetenschappen en leraar Nederlands en Engels in de 3de graad.

Hij ging met pensioen op 01.09.2007.

Hij overleed op 30 januari 2011.

 

Ter gelegenheid van zijn pensionering in 2007 schreef Guido Verstraeten, collega van Robert, een artikel over de onderwijsloopbaan van Robert De Geest in het tijdschrift 'Ic Hou' van het Sint-Jozef Klein Seminarie. Lees hieronder.

Robert De Geest met pensioen

Klassenleraar menswetenschappen en humane met hart en ziel

School is als een gevangenis: Leerlingen en gedetineerden weten dat het slechts voor enkele jaren is. Leerkrachten en cipier hebben (bijna) levenslang aan hun been.

Of Robert De Geest daaraan gedacht heeft toen hij als jongetje op 1 september 1955 de poort van de Lagere Oefenschool in de Kasteelstraat binnenstapte, weet ik niet. Op 30 juni 2007 doet Robert de schoolpoort definitief achter zich dicht. Maar het is niet die van de Kasteelstraat ...

Mijn leraarsloopbaan en die van Robert verlopen praktisch parallel. En dat begon zo: We zijn in het academiejaar 1968–69. Zoals de meeste afgestudeerden van een katholieke middelbare school, en omdat ik de betere germanistiek wou studeren, trok ik naar Leuven. (Waarmee ik niets wil aanmerken op het niveau van mijn collega’s die studeerden aan bijvoorbeeld de universiteit die tegenwoordig reclame maakt door het uitdelen van T-shirts). Als je lid werd van de faculteitskring Germania, kreeg je een gestencild boekje met de namen en adressen van alle studenten van de Germaanse.

Tussen de porren… Robert

Omdat ik nog geen lief had – zo noemden wij dat vroeger –, want mijn vader had gezegd: ‘eerst studeren, en dan pas de liefde’, maar ook omdat ik mijn kansen toch niet voorbij wilde laten gaan, gebruikte ik deze lijst tevens als aantekenboekje. Ik gebruikte 2 kleuren: rood voor de porren – zo noemden wij vrouwelijke studenten – die ik al kende, groen voor diegene die ik om een of andere reden wel zou willen leren kennen. Bij het bestuderen van de lijst van tweede kan, kwam ik de naam ‘Robert De Geest’ tegen. Toen ook al: thuisadres Zwaluwenlaan 4, Sint-Niklaas. Ik bouwde een hypothese op dat een jongeman met zwart haar, steeds op de fiets, die ik vaak in Leuven, uiterst zelden in Sint-Niklaas tegenkwam, deze bewuste Robert De Geest moest zijn. Drie jaar lang hebben we nooit een woord gewisseld, geen vraag gesteld, geen teken van herkenning gegeven.

Collega’s

Maar dan is het half juli 1972. Ik heb proclamatie gehad en heb naar huis gebeld dat alles in orde is en dat ik pas morgen naar huis kom. Ik ben met vrienden in ‘De Appel’, één van de vele alternatieve muziekcafeetjes die in die jaren in Leuven bijzonder geliefd waren. Plots komt de jongeman met het zwarte haar en zijn fiets uit de adressenlijst van de Germaanse naar mij toe en zegt dat hij een jaar les heeft gegeven in de Bisschoppelijke Normaalschool in Sint-Niklaas, dat hij voor een jaar in het leger moet, en dat directeur Stuyts hem gevraagd heeft om voor een vervanger te zorgen. Het was alsof wij elkaar al jaren kenden. Ik heb getwijfeld, maar uiteindelijk dan toch ‘ja’ gezegd. In september 1973, toen Robert het land voldoende verdedigd had en ik op school kon blijven, werden we effectief collega’s. Nu zou ik natuurlijk heel uitgebreid het relaas kunnen geven van die 34 jaar samenwerking, maar misschien is het beter dat ik het doe op de manier van Robert zelf, dus heel beknopt en zakelijk.

Punctueel

Het is zeker geen cliché, als ik zeg dat Robert een perfectionist is in alles wat met het schoolgebeuren te maken heeft. Alles wat hij aanpakt, gebeurt goed, is verzorgd en netjes op tijd. Of het nu lesvoorbereidingen, verslagen, correcties voor de leerlingen, artikels voor Kasteelgalm of Ic Hou, of wat dan ook zijn. Hij heeft vaak maar één woord nodig om iets correct te formuleren. Eén keer een afspraak maken, is voldoende. Een herinnering hoeft niet meer. Ik ben vaak jaloers geweest op zijn manier van werken. Hij kon overal direct aan beginnen. Uitstel bestond niet, en alles scheen zo maar uit zijn pen te vloeien.

Robert kon ook heel verrassend uit de hoek komen. Legendarisch zijn de discussies met (oud-)collega Walter Cools na de oudercontacten in de Wintertuin van de Kasteelstraat. Zij konden zo lang duren dat zelfs directeur Ward De Witte er niet meer voor opbleef en de opdracht gaf zelf de lichten uit te doen en de poort te sluiten.

Of die avond na een rapportuitreiking op het einde van het schooljaar ergens in een Puurs café, toen een plaatselijke kampioen tapbiljart al heel wat pinten van ons had gewonnen en voor de grote winst wilde gaan spelen: tournée generale. Robert had van heel de avond nog niet veel gezegd, alleen met de regelmaat van een klok zijn leeg glas opzij geschoven. Hij stond op, stroopte zijn hemdsmouwen op en begon aan de partij. Met 5–0 droogde hij de man af.

Klassenleraar van 6 menswetenschappen

Elke minister van Onderwijs probeert zijn of haar stempel te drukken op het Vlaamse onderwijs. Ik denk echter dat Robert De Geest een veel grotere invloed op het onderwijs in het Waasland, en zelfs ver daarbuiten, heeft gehad en nog heeft, dan Frank Vandenbroucke ooit zal hebben.

Al die jaren is Robert titularis (of klassenleraar) geweest van 6 Menswetenschappen, later Humane Wetenschappen. De leerlingen kwamen in de jaren zeventig niet alleen uit het Waasland, maar ook uit alle mogelijke gemeenten met het achtervoegsel -gem uit de buurt van Kortrijk, of uit de Antwerpse Noorderkempen.

Jarenlang studeerde meer dan de helft van de leerlingen uit Menswetenschappen voor onderwijzer of regent. Als onze eigen lagere school een afspiegeling is van alle lagere scholen in het Waasland, dan heeft de helft van de Wase mannelijke onderwijzers mogen genieten van de literaire en taalkundige kennis van Robert De Geest. Dat vele van zijn oud-leerlingen, professioneel of als amateur, bezig zijn met poëzie, toneel, jeugdliteratuur, kan zeker geen verwondering wekken.

Met pijn in het hart

Robert had heel graag afscheid van het actieve schoolleven genomen in de Kasteelstraat. De omstandigheden van de fusie tussen Normaalschool en College hebben er anders over geoordeeld. Een moment als dit doet er ons dan toch weer over nadenken of het echt niet anders had gekund. Noch in Gent, noch in Sint-Niklaas scheen de moed aanwezig om alternatieven uit te proberen. Eigen school eerst?

Het schooljaar 1993–1994 werd dan ook het jaar dat alle germanisten van de Bisschoppelijke Normaalschool de kans kregen om ‘het mobiliteitsplan Vlaanderen’ uit te proberen: zij zwermden uit naar diverse scholen in het Waasland, sommigen zelfs tot een eind daarbuiten. Robert scheen geluk te hebben: hij kreeg een school op loopafstand toegewezen: VTS.

Na meer dan 20 jaar Nederlands en Engels in het zesde jaar aso bleek de overgang naar 5 Metaal of Houtbewerking toch niet zo eenvoudig. Gelukkig – verontschuldig me voor de uitdrukking, Theo – werd een collega in het SJKS ziek en kon Robert zijn plaats innemen, al ging het wel om een gedeeltelijke opdracht Duits. Ook al kreeg Menswetenschappen een nieuwe look, een nieuwe naam en een nieuwe invulling, Robert bleef verder hun klassenleraar. Als de klasgroep wat kleiner was, werd hij passend aangevuld met LMT, MTWE of MTWI.

De Geest? De vader of de zoon?

Ondertussen is ook De Geest Junior tot het lerarenkorps van SJKS toegetreden, zodat we aan de leraarskamer vaak geconfronteerd worden met het mopje: Mijnheer De Geest? Wie van beiden, de Vader of de Zoon? Robert, geniet jij maar van: de stapels boeken die wachten om gelezen te worden, je toneelabonnement, je fiets, je tuin, je vakanties aan zee, en zo veel meer, en laat zoon Pieter maar de eer vanaf volgend schooljaar de enige echte mijnheer De Geest te zijn. Bedankt voor al die jaren, het ga je goed.

Guido Verstraeten

(Bron: Ic hou juni 2007)

 

In memoriam

Een stille, lieve man en een toegewijd leraar

Tijdens de begrafenisdienst las zoon Pieter de tekst die zijn broer Thomas had geschreven.

"Meer dan eens wordt gezegd dat op het ogenblik dat mensen sterven, de film van hun leven in een fractie van een seconde voor hun ogen passeert.

Voor mensen die iemand verliezen die ze graag zien, is dat niet anders. Hun film duurt alleen geen vingerknip, maar jaren. Met veel pauzes, met veel korte intense scènes, met veel op het eerste zicht onbenullige zaken, die voor hen toch zoveel betekenen.

Papa, jij speelt de hoofdrol in een voor onze favoriete films. De motieven doorheen je verhaal zijn je gezin, maar ook al je hobby's: je tuin, boeken en dichtbundels, je toneel, je Spaanse les en je radio die altijd speelde.

Wij zullen blijven terugdenken aan jou als we voor je boekenkast staan, als we in de schouwburg zitten, als we de kippen zien scharrelen of je hout zien liggen in de talrijke stapels.

Maar het meeste nog zullen de kleine dingen ons bijblijven: de lichtjes in je ogen die je goed humeur en welbehagen verraadden voor wie je goed kende, de stevige tred waarmee je naar achter in de tuin wandelde, om je daar dan uren te amuseren, je witte petje dat de zon uit je ogen hield zodat je buiten zou kunnen lezen. Je wist zo veel. Er was geen vraag waar je niet tenminste een zweem van een antwoord op had. Of het nu ging over politiek, belastingen, huizen kopen of de natuur.

robdegeest3Maar de laatste weken waren zo moeilijk... De lichtjes in je ogen doofden, de controle en de zelfstandigheid die je zo belangrijk vond, verdwenen. Zoals je ons zelf had gezegd: "Het gaat niet meer." Je besliste zelf om de strijd te staken en te laten gebeuren wat komen zou, hoe pijnlijk dat ook voor je was, voor ons was. Maar we begrepen én respecteerden.

Met waardigheid droeg je je ziekte en met waardigheid verliet je ons. En toch ben je hier nog, ergens. In je boeken, in je tuin, in onze gesprekken... Hoe zouden we ooit iemand als jij ooit kunnen vergeten?

Vaarwel, lieve papa. We gaan je zo missen.