E.H. Gustaaf Van De Merlen

Geboren te Zwijndrecht op 10.03.1909

08.04.1934: priesterwijding

06.09.1935: leraar te Zottegem

20.08.1936: leraar te Dendermonde

11.06.1937: zondagsonderpastoor in de parochie Sint-Amandus te Opdorp tot 11.09.1938

30.08.1938: leraar aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas

20.10.1949: onderpastoor in de parochie Sint-Martinus te Lede en aalmoezenier in Lede, Kortrijk, Gesticht van Meesen

22.01.1958: pastoor van de parochie O.L.Vrouw-Hemelvaart in Watervliet tot 31.03.1968

31.03.1968: uittreding

 

Een normalist getuigt:

"Hij bereidde zijn lessen voorbeeldig voor, was geduldig en vol toewijding! Hij schreef borden vol opdat ons toch maar geen enkel voorbeeld zou ontsnappen! Hij had trouwens alles op fiches staan, en dat is iets wat wij toch nog wel eens vermelden als wij onder elkaar zijn."

 

Bij zijn afscheid aan de Normaalschool in 1949

De oudste leraar was met collega's en studenten zo lang al vertrouwd geraakt dat nu precies niemand hem graag zag heengaan. Zelf getuigde hij spontaan, de avond van zijn benoeming: "Het spijt me voor de studenten, ik zag ze gaarne; ik had met dàt jaar weer zo vol moed mijn lessen begonnen."

Veertien jaar is E.H. Van de Merlen leraar geweest, eerst te Zottegem, daarna te Dendermonde en elf jaar op de Normaalschool. Honderden onderwijzers, in wie hij met ongelooflijk geduld... naar de mogelijke wiskundige aanleg peilde tijdens hun normaalschooljaren en die hij bij de eindexamens dagen lang zorgvuldig voorbereidde, zullen zich zeker zijn proffesorale hoedanigheden en methodische gaven te binnen roepen. Hij had iets van de liefde voor het minutieuze; geen enkel detail vond hij onbelangrijk en meende hij te mogen verwaarlozen.

In het officie van de heilige, die gevierd werd de dag van zijn benoeming, lazen we: "brevis illi somnus" d.i. hij was zeer spaarzaam met zijn slaap. Dàt was ook op de leraar toepasselijk.

Vol zorg en belangstelling, geïnspireerd door zijn vindingrijkheid, had hij als leraar in de natuur- en scheikunde verbeteringen aangebracht: hij mocht fier gaan op 'zijn' groeiend laboratorium. Op de zolders van de normaalschool, en God weet waar nog?!! zal men stoffelijke resten vinden van zijn ensceneringskunst en -talent bij de toneelopvoeringen.

De directeur, zijn collega's en talrijke oudcollega's, zijn normalisten en zijn honderden oudleerlingen, wensen hem te Lede veel vruchtbaar priesterwerk, en steeds welkom in hun midden.

(Bulletin - 1949 - 6e jaargang - nr. 3)

 

 

{gotop}