E.H. José-Emmanuel Van Impe

J Van Impe
José-Emmanuel Van Impe werd geboren te Mere op 22.12.1935. Hij werd p
riester gewijd op 24.09.1960.

Op 30.06.1960 werd hij benoemd tot subregent in de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas tot 1973. (opvolger van E.H. Alfons Heirbaut). Vanaf schooljaar 1969-70 nam hij ook het secretariaat waar.

Op 1 augustus 1973 werd hij benoemd als godsdienstleraar in het Rijkstechnisch Instituut en het Atheneum te Aalst.

Hij was zondagonderpastoor in Wieze (01/07/1975), in Kerksken (03/10/1982) en in Moorsel (03/05/1987). Hij was pastoor in Zonnegem (03/05/1987).
Daarna werd hij aalmoezenier in Brakel in het Sint-Franciscustehuis (01/01/1999) en rector van de zusters van Sint-Franciscus te Opbrakel (01/03/2001).

Hij overleed op 16 januari 2020 in het Woonzorgcentrum Groendorp te Horebeke.
 
De uitvaartlitrugie heeft plaats op zaterdag 25 januari om 10.30u in de kapel van de Zusters van Sint-Franciscus te Opbrakel (Sint-Franciscusstraat 2).

Bij zijn afscheid aan de Normaalschool in 1973

Op 15 oktober 1960 werd E.H. José Van Impe tot subregent benoemd in de Bisschoppelijke Normaalschool. Hij volgde er E.H. Alfons Heirbaut op, die onderpastoor werd te Beveren-Waas. Hij verbleef in de school tot 30 juli 1973 toen hij door mgr. de bisschop van Gent benoemd werd tot godsdienstleraar aan het Rijkstechnisch Instituut te Aalst.

Het drukke en rijk-gevulde leven van José Van Impe in deze school in enkele regels weergeven is onbegonnen werk. Waarmee was hij niet begaan, waaraan heeft hij niet gezwoegd, waar heeft hij geen sporen nagelaten? Deze eenvoudige regels zijn dan ook slechts een schuchtere poging en een teken van dank vanwege de schoolgemeenschap voor zijn werk hier in de school.

E.H. Van Impe werd geboren te Mere op 22 december 1935. Velen dachten dat hij verwant was met de taaie bergbeklimmer uit de Ronde van Frankrijk die ook van Mere is. Hoewel dit niet zo bleek te zijn, toch had hij een trek gemeenschappelijk; wanneer hij zich achter iets zette, trapte hij met volle fors tot dat hij de bergkroon bereikt had.

Toen hij subregent werd had hij de zorg voor de jongsten op de oude slaapzaal. Hij was verantwoordelijk voor de speelzaal, het boekenfonds, de schoolgids, de filmvertoningen en gaf ook nog enkele uren godsdienstles. Hij trachtte voor de studenten iets meer te doen dan alleen maar orde te scheppen. Hij bracht meer netheid en ontspanningsmogelijkheden in de speelzaal, leerde de jongens basketbal spelen en spaarde zich geen moeite opdat zij het in de vrije tijd zo aangenaam mogelijk zouden hebben. Voor  boekenfonds en voor 'De katholieke Schoolgids' zorgde hij voor de leefbaarheid op financieel gebied.

Vanaf september 1970 veranderde zijn opdracht. Hij werd secretaris en nam ook een groot deel van het economaat voor zijn rekening. Met dezelfde ijver heeft hij deze taak gedurende drie jaren waargenomen. Niets was hem teveel om aan collega's een dienst te bewijzen. Steeds was hij er op bedacht overal orde en netheid te scheppen zodat het uitzicht van de school, met de geringe middelen waarover we soms beschikten, toch steeds verbeterde.

De school was met de jaren een stuk van hem geworden. Hij realiseerde zichzelf door de dienst aan deze gemeenschap, waarvoor hij met volle ijver oprecht leefde. Hij was een van die mensen die nog in de school geloofde en ze niet zuiver als een arbeidsmidden aanzag. Woorden zijn mager om dertien jaren uit het leven van een mens weer te geven. Alleen wanneer men op stille dagen in de school van lokaal tot lokaal, van de ene naar de andere hoek rondtrekt, leeft het beeld van de ware Van Impe. Overal is hij geweest, overal liet hij iets na; zijn leven op school was gevuld en gemotiveerd. Men zal hem niet zo maar vergeten. Toen op 9 augustus omstreeks 10 uur de verhuiswagen vertrok, werd een rijkgevulde bladzijde van het leven van deze priester omgedraaid.

Wij weten dat hij in zijn hart dikwijls verlangde naar het apostolaat dat hem nu werd toevertrouwd, en wij wensen hem daar vele schone en vruchtbare jaren.

(GS in 'Kasteelgalm', herfst 1973)