August Van Acker

G Van Acker

Geboren te Temse op 12 juni 1926.

Licentiaat opvoedkundige wetenschappen en licentiaat beroepsoriëntering en -selectie

Vanaf 01.09.1963 leraar opvoedkunde in de lagere en middelbare Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas.

Hij ging met pensioen op 1 september 1985.

Overleden op 15 juni 2006.

 

 

 

 Encyclopedia augusta universalis

opgemaakt bij het afscheid van 'Gust' op 27 juni 1985

encyclopedia van acker

De A van... 

* AUGUSTUS: kerkvader, belijder en bisschop, wiens 'Confessiones' moeilijk de concurrentie met die van zijn naamgenoot doorstaan.

*AMELBERGA: maagd, leerlinge van Landrada, lief van Karel Martel, idool der Temsenaars, over wie Gust meer kan vertellen dan alle historische bronnen.

*APPARTEMENT: luxueuze verblijfplaats, waarin Gust nu zijn intrek genomen heeft en waarvan hij nu stilaan de geneugten leert kennen.

*ASSISENZAAK: vorm van rechtsprcedure met jury van gezworenen, ooit door Gust verrijkt tijdens een zitting over hoertjes van de Bennesteeg; tijdens deze zitting heeft Gust zijn kennis van het Gents fel uitgebreid.

*AUTO: vierwielig vehikel, dat Gust pas omstreeks zijn veertigste heeft leren kennen, dat vijftien jaar meegaat en aan zijn eind komt in een onvriendelijke verzoening met autobussen.

*AMBROSIA, ...

* AUGUSTE ET DOCTE ESPRIT!

De B van...

*BÜHLER, Charlotte, geboren Malachowskij, vakgenote van Gust en zijn eerste liefde.

*B.N.S.: ofte école normale piscopale, tot september 1985 werkterrein van de gevierde.

*BORSTBEELD: beeldhouwwerk dat door hierboven genoemde zal worden geplaatst in de wintertuin, ter vervanging van 't Heilig Hart, en ter herinnering aan het pedagogisch werk van Gust Van Acker.

*BLAZER: herenjasje, meestal blauw met koperen knopen, dat Gust heeft leren kennen tijdens zijn verblijven aan Engelse Colleges, en dat hij nu nog bij hoge gelegenheden als vestimentaire versiering draagt ter afwisseling van...

*BRUIN: kostuumkleur, glimmend of niet, door Gust bij  voorkeur gedragen op stralend zomerse dagen.

BORDEELSLUIPER: soort van suède sportschoenen, waarmee Gust de vrije tijd doortrippelt.

BOEKENTAS: leraarswerktuig, het liefst zwart van kleur, met twee zakken erbovenop; kan zeer lang meegaan wanneer je er niet veel instopt en het steevast op dezelfde plaats neerlaat.

*BAGGERMAN: Helvetoloog,  die over de contreien van Maloja bijna zoveel weet als Gust.

*BEOTIER: mensensoort waarmee Gust zich het meest omringd weet!

De C van...

*CATECHISMUS: of de 'Christelijke Onderwijzing of Verklaering, gedeeld in vijf delen en eenenveertig lessen voor de katholieke jonkheid van het Aertsbisdom en alle andere bisdommen der provincie van Mechelen', livre de chevet van Gust, dat hij nog van buiten kent, ten bewijze waarvan hij de volgende vraag beantwoordt: "Hoe maekt men het teeken des Heiligen Kruises"?

*CELIBAAT: zie 'Huwelijk'

COWBOYHEMD: veelkeurige en geruite hemdensoort uit Texas, door Gust bij voorkeur gedragen onder een zwaar gespikkelde Harris-tweed-jas, en met bijhorende fluorescerende das.

De D van...

*DAS: vestimentair versiersel; komt ook zeer fel uit op overhemden die sluikreclame maken voor Karel Van Miert.

*DOSSIER: bundels papier, waarover Gust gebogen zit, ermee rondzeult en ze opbergt in één van de duistere krochten dezer school, alleen aan hem en zuster Eduarda bekend.

*DRAF: meestal in de uitdrukking: "In gestrekte draf", wijze van voortbewegen waarop Gust zich klassewaarts begeeft.

De E van...

*ECHOLALIE: zenuwstoornis waarbij de zieke onwillekeurig woorden of zinnen van zichzelf of anderen herhaalt; door Gust alleen bij anderen waargenomen.

*ENFIN: meestal gevolgd door 'mannen': exhorterende stoplap van Gust om zijn normalisten tot aandacht te dwingen.

*ENGELS: soort bestaardtaal die zelfs negers en Arabieren kunnen leren, door Gust enkel geapprecieerd wanneer ze geproduceerd wordt door ene William uit Straatvoorde. En dan nog...

*ERRARE HUMANUM EST...

De F van...

*FEMINISME: emanciperende vrouwenbeweging die Gust graag wil steunen wanneer de aanhangsters ervan over iets anders leren praten dan over wasprodukten, luiersmerken en het coloriet van kinderfaecaliën.

*FLAMINGANT: één van de grondhoudingen van Gust waaruit zijn levensvisie wortel schiet.

*FOBIE: psychische afwijking, aan Gust in talloze vormen bekend, en waarvan hij er dagelijks nieuwe ontdekt. 

De G van... 

*GELD: aards slijk, voor Gust een volkomen onbelangrijk materieel verschijnsel, dat hij evenwel in abundantie bezit.

*GESCHRIFT: door Gust als schrijfconste, als calligrafie beoefend, wat wel even iets anders is dan het produceren van 'die hiërogliefen van mijn voeten'.

*GOOSSENS: Pol: pennelikker van een morgenlijke krant, en oud-katholiek aan wie Gust met christelijk leedvermaak obstinaat alle steun weigert.

*GIJ ZIJT NIET MEER GELIJK WELEER...

De H van...

*HEMD: zie COWBOY, zie DAS

*HERNIA: rugkwaal, de enige ziekte die Gust kon vellen, maar die hem ook de gelegenheid bood het hele oeuvre van Cyriel Buysse te herlezen.

*HOLLANDERS: Bataven, mediocre navelstaarders, betweterige zedeprekers, die volgens Gust niet alleen de taal in de lage landen aan het verloederen zijn.

*HULLE: Eric Van -: priester-onderwijzer, Helvetenbekeerder, pastoor tot Temse-Velle, die zich volgens Gust voortbeweegt met de bevalligheid van een oude stootkar en met het geluid van een roest draaihek.

HUMANISTISCH VERBOND: genootschap van gefrusteerde papenvreters en geuzen, die Gust dagelijks in de combativiteit jagen en hem de meest onchristelijke uitingen ontlokken.

HUWELIJK: zie ook CELIBAAT: soort van commerciële transactie in de vleessector, waaraan Gust zich niet begeeft zolang je het vlees per kilo kunt kopen en niet een heel beest hoeft te nemen; het is dan bovendien altijd vers.

De I van... 

*INDEX LIBRORUM PROHIBITORUM: kerkelijke boekenlijst waarvan Gust alle aangebrande gevallen gelezen én geannoteerd heeft.

*IN PARTIBUS INFIDELIUM: nog te kerstenen gebieden die Gust na zijn oppensioenstelling met zelotische ijver gaat bestormen.

*IK MOET ER NIET VAN WETEN...

De J van... 

*JEUNESSE: "Ce n'est pas un âge, c'est un climat du coeur..."

*JIOE-JITSOE: Japanse worstelmethode die Gust al jaren louter verbaal beoefent.

De K van...

*KRETSCHMER: één van Gusts psychologische geliefden, in wiens typologie hij ons allen een plaatsje geeft.

*KLASDAG: een in het onderwijs steeds zeldzamer voorkomende vorm van tijdsindeling, en die daarom, wanneer hij dan toch voorkomt, ten volle gebruikt moet worden.

*KRANT: bundel bedrukt papier, die Gust bij het ochtendgloren memoriseert, en tussen acht en halfnegen oratorisch debiteert.

*KRUIS: door Gust veel gebruikt in de volgende uitdrukking: "In zijn kruis gevat", wat dan staat voor: "In zijn taas getast", "In zijn bout gepikt" of "Op zijn pik getrapt".

De L van...

*LANGLAUF: één van de verplaatsingswijzen van Gust, gezwind beoefend tijdens de sneeuwklassen, maar door niemand van ons ooit waargenomen.

*LODEN BUIZEN: samen met het duimzuigen bij de zuigelingen alom bekende gevolgen van de uithuizigheid der ouders.

*LONDENSTRAAT: vroeger werkterrein van Gust, waar ze "wel kunnen poepen, maar hunne naam schrijven niet!", toestanden waarin ook wij meer en meer verzeild geraken.

*LEZEN: een van de vormen van taalvaardigheid, door Gust nog altijd zonder enig oculair hulpmiddel beoefend, en nagenoeg synoniem van memoriseren.

*LUISTEREN: een andere vorm van taalvaardigheid, bij Gust nooit tot volle ontwikkeling gekomen en in embryonaal stadium gebleven.

De M van... 

*MALOJA: Zwitserse refugie van Gust, waar onnoemelijke zaken konden gebeuren, schromelijke vergissingen en, horresco referens, wulpse uitspattingen die beter het daglicht niet zien, maar die Gust in de beslotenheid van zijn gemoed ten eeuwigen dage bewaart.

*MELCHTAL: waar de pastoor de uitgestoken, maar helaas niet gewijde hand van Gust negeerde, en alleen die van het vrouwelijke schoon accepteerde.

*MENAPIËR: zie BEOTIER.

*MUSEUM: plaats waar Gust het grootste deel van zijn weekends doorbrengt.

*MANNEN DER TRANSATLANTIEKERS, MIJN BROERS...

De N van...

*NARCOLEPTIE: ziektetoestand, die Gust aan de geïnteresseerden kan uitleggen binnen het tijdsbestek van 47 minuten.

*NICARAGUA: land in Latijns-Amerika, dat Gust op zijn eerstvolgende buitenlandse reis zal bezoeken ter ondersteuning van het aldaar gevestigde regime.

*NIETTEGENSTAANDE de guurheid des weders en den aangenamen walm des koffiedranks: inleidende zin van de uitvoerige begroetingsformule uit het Augustijns vocabularium.

*NESTOR: rol die Gust jaren lang in deze school heeft gespeeld.

De O van...

*OOK voor de onderwijzer en de kleuterleidster is de moderne wiskunde een voornaam punt.

*ONDERWIJZER: basisvorming van Gust, die hij aan tientallen heeft doorgegeven.

*ORNITOLOGIE: vogelkunde, tak van de biologie waarvan de biologen hier op school samen bijna zoveel weten als Gust in zijn eentje.

*O.T.I.K.: aanwakkerende kreet door Gust jarenlang uitgegalmd bij het begin van elke les: "Onze tijd is... kostbaar!".

De P van...

*PALLIETERKE: lijfblad van Gust, rechts rioolkrantje, dat door de weelderige kantoren van de hele familie Van Acker van hand tot hand wordt doorgegeven, en dat Gust pas na drie weken van buiten kent.

*PEDAGOOG: soortnaam, afkorting van pedagoochelaar; staat in Van Dale tussen 'pedaal' en 'pedant', maar naarmate je Gust beter leerde kennen, leerde je er mee leven, en ging je ze nog sympathiek vinden ook.

*PENISNIJD: een van de sleutelbegrippen uit de vuile cursus van Gust, waarover hij de belangstellenden straks graag zal inlichten.

*PERSOONLIJKHEIDSEVALUATIE: amusement voor mensen met veel tijd, door Gust steeds copieus uitgewerkt en met niet aflatende ijver geresumeerd en voorgelezen.

*PENSIOEN: nieuwe levensstaat van Gust, waarin hij tijd tekort zal hebben om te lezen wat hij zich voorgenomen heeft.

*PILA: boer, wonende op een afgelegen erf op Zwitserse hoogten, slechts te bereiken na een overlevingstocht door Siberische sneeuwvelden, een tocht van vijf minuten, door Gust in Maloja dagelijks in alle ontberingen afgelegd. Zijn belangstelling geldt evenwel meer de Gentse boerin aan wie hij telkens één plakje 'Bündnerfleisch' ontfutselde.

*PRO REGIBUS ET..., TE ROGAMUS, AUDI NOS!

De Q van... 

*QUAND JE NE PARLE, JE NE PENSE PAS!

*QUI M'AIME, ME SUIVE! Maar wij blijven nog een tijdje!

De R van...

*RESUMEREN: werkwoord dat 'samenvatten' betekent, iets wat Gust al jaren probeert te realiseren, maar dat hem tot nogtoe niet is gelukt.

*ROSE: zachte kleur die bij hemden voorkomt in het tussenseizoen, en die ter veruitwendiging van het pedagogisch eros als een blos het aanminnig aanschijn van Gust kan sieren.

*RUG: lichaamsdeel waarmee het bij Gust allemaal begonnen is!

*RUYS, Manu: topjournalist en redactionele competentie, die precies dezelfde gedachten koestert als Gust, maar alleen één dag vroeger.

De S van...

*SIGAARTJE: eigenlijk een overbodig genotmiddel van het decadente Westen, maar waaraan Gust toch niet altijd kan weerstaan.

*SNOK, SNOKKER, SUPERSNOKKER: adjectief of substantief, synoniem van 'onnoemelijke feiten' ofte van 'een redelijk goedkope wintervakantie'.

*SPORT: leidt bij de meestal te intensieve beoefening ervan tot ademnood, die dan verholpen wordt door EHBO-gediplomeerden, die, volgens Gust, hun stiel geleerd hebben op een 'katsjoe Zjan'.

*STOEL: vast steunpunt in de leraarszaal, van waarop Gust de microwereld bekijkt en die in macro-bewoordingen commentarieert.

*SUISSE: preconciliaire, met hellebaard uitgeruste beschermer van Gods tempel, sinds Paus Johannes-Paulus II weer toegelaten en in het kader van de pensioenwetgeving een geoorloofde cumul voor bezadigde en gezagvolle ere-leraars.

*SUIKERNONKEL: betrekkelijk kapitaalkrachtige burger, wiens aardse goederen, wanneer hij ze niet vlug genoeg aan zijn neven en nichten overlaat, voor tachtig procent aan de gemeenschap toekomen. En zo hebben we er allemaal nog iets aan!

*STEUERMANN...

De T van...

*TAAS: zie KRUIS

*TANTUM ERGO: lijfhymne van Gust, die hij 's morgens aanheft bij zijn gymnastiek-oefeningen ter voorkoming van rugkwalen.

*TELEFOON: weer een van die dure, overbodige moderne communicatiemedia die Gust best kan missen.

*TEMSE: dorp aan de Schelde, al in 870 vermeld, gallo-romaanse naam, waar Gusts wieg en enkele andere dingen stonden, waaronder de 'Zaat' (met een 't'), en die om Capse en andere rode roerselen het meest in het nieuws komt.

*TYPELES: nu demonstratieles, didaktisch hoogtepunt van de week, lange tijd gegeven in het BNS-colosseum, waarna Gust gewoonlijk het woord nam en het nooit meer teruggaf!

*TSACH EENS EEN CNAPE...

De U van...

*UITHUIZIGHEID: zie 'loden buizen'.

*UITLEGGEN: tic nerveux van Gust, het liefst beoefend volgens het principe: 'Obscurum per obscurius'. 

*URBANUS DE ANUS: volgens Gust het toppunt van de spiritueel-culturele ontplooiing van het Vlaamse volk.

De V van...

*VERANTWOORDELIJKHEID: deugd; wanneer iedereen ze consequent zou beoefenen, zou het heel wat vlotter lopen in deze wereld.

*VISIE: de blik op oneindig en het verstand op nul!

*VLAAMSE LEEUW: hymne waarbij Gust, alle rugklachten vergetend, rechtveert, en waarvan hij zelfs de tweede strofe kent!

*VUILE CURSUS: geleerd: psychopathologie, meesterstuk van het didaktisch kunnen van Gust, waarin hij in schier onverstaanbare termen wetenschappelijke verklaringen geeft van de zuiverste porno! Tot groot jolijt van de veelvermoedende maar weinigbegrijpende studenten!

De W van...

*WAGNER: lievelingscomponist van Gust, iets waarvoor hij graag uitkomt, ondanks de verwijten van crypto-fascistoïde neigingen, komende vanuit onderontwikkelde hoek.

*WARME LANDEN: morzel grond tussen Belsele en Waasmunster, arbeidsintensieve dienstverlenende sector, waarvan Gust de precieze zakencijfers elke week onder ogen krijgt.

*WEGVALLEN: - van lessen, oorzaak van onbeheerste woede-uitvallen waartegen Gust in de loop van de jaren afweermechanismen heeft leren hanteren.

De X van...

*XANTHOPROTEÏNEREACTIE: scheikundig proces dat Gust aan de scheikundigen en biologen straks zal uitleggen.

*XENOGLOSSIE: het spreken van een vreemde taal, iets wat Gust zelfs in het Nederlands kan!

De Y van... 

*YANKEE: waarover je bij Gust, ondanks alles, niet te veel kwaad mag vertellen.

De Z van... 

*ZUSTER: troosteres der bedrukten, toevlucht der zondaars, stut en toeverlaat van vrijgezellen.

*ZWIJGEN: nog een aspect van taalhandelen dat Gust nog moet leren beoefenen.

*ZU NEUEN UFERN LOCKT EIN NEUER TAG! (Goethe, Faust).

L.D.M., 27 juni 1985

Prent A Van Acker

Herinneringen aan leraar August Van Acker

Leraar Van Acker onderwees met veel gebaren en in een eigen taalgebruik. De vierdejaars normalisten uit 1969 tekenden zijn uitspraken op. Zie hieronder een bloemlezing.

 

"Iedereen die flink studeert zal een diploma behalen; de activiteit is de hoofdzaak."

Er zijn er genoeg waaraan de kinderen later met plezier terugdenken. Bijvoorbeeld: we gaan kastanjes knuppelen en laten de eitjes bollen.

Er zijn veel van die dingen die je niet eens kunt voorbereiden. Maar a.u.b., kom niet in de klas geparachuteerd om W.O. te geven. Het onderwerp mag niet zomaar in de klas zweven. Als je W.O. geeft over het circus moet je dat doen als het circus ter plaatse is, liefst op de dag dat de mensen op hun dieren rond de markt defileren. (Ziet ze rijden, 't zijn de mooist'al van ons land.)

Er is veel materiaal en er zijn veel organen waaraan aandacht dient besteed. Dat is een minimum eis, dat is de onderbouw. Als je je duit in het zakje wil doen, dan moet je maar derdehandsafkooksels lezen van Freud. Want toen Freud de libido sexualis vond bij een zuigeling stond deze met de mond vol tanden. Ja, toen was Freud een kei in de kikkerpoel. Maar dit zijn maar details. Je moet zeer vaak worstelen tegen de bijzaken. De bijzaken, die de pil gemakkelijker hebben doen schuiven bij de leerlingen, worden gemakkelijker onthouden. Er zijn altijd onderwijzers die zichzelf daardoor zand in de ogen strooien. Daarom moet je het onderwerp goed motiveren, bv.: "Kom jongens, we gaan een uurtje staatsburgerlijke opvoeding doen." De onderwijzer trekt aan de vlag en de leerlingen zuigen aan het Belgisch volkslied. Sleur de leerlingen er echter nooit met de haren bij. Als dit niet gebeurt kunnen we het beschouwen als een gelukkige fout. Maar zorg er steeds voor dat de stof doorworsteld, doorboord en doorkneed wordt. Dat hebben we nu al genoeg gezien, dat kun je al fluiten. De leerlingen moeten steeds weten waar ze aan toe zijn, want als je bij de directeur aanklopt dan verwacht je daar meneer Stuyts te zien en niet Nixon. Vestig de aandacht voornamelijk op de hoofdzaken. Zij nemen bijvoorbeeld een mens waar als een geheel. Maar let op, er zijn altijd gefrusteerden bij die niets anders te doen hebben dan naar je puistje te kijken. Maar kom, laat ons hierover heen wippen.

Sociaal gezien moet iedereen wat water in zijn vrijheidswijn doen. Je mag nooit een kind met één poot uit het nest trekken. We weten allemaal dat we niet zijn zoals we willen zijn. Kijk maar naar mij: ik had liever een Papoea geweest, maar nu ben ik maar een zoeloe. Een zeer belangrijk punt dat we niet mogen vergeten is het volgende: Er moet gemeenschap zijn tussen ons allemaal. We moeten de leerlingen zeker en vast initiëren door een verhaal te vertellen: "Het is vandaag de dag dat een man op hoge jaren in het bezit van een fiets zeer actief is geweest in de bond der grote gezinnen. We moeten daarom eens goed naar zijn wortel gaan zien."

De manier waarop de onderwijzer met de leerlingen omgaat, moet een pareltje zijn uit de Stille Oceaan. (Definitie van water volgens Van Acker: "Het is H2O waar je geen speld kunt tussensteken. Bekijk die definitie nu eens nuchter. Water drinken kan een ideaal zijn. Het ideaal dat men wil bereiken kan echter zeer banaal zijn, bv.: iemand komt ernaar streven de grootste bierzuiper te zijn van de klas of nog Köhler heeft een lange tijd met apen gespeeld tot deze naar de USA uitgeweken zijn.) Maar kom, we zijn nu aan het afdwalen. Ik kan u nu even goed gaan vertellen dat ik naar Spanje gehuppeld ben en op één week tijd Spaans kan knabbelen. Het gaat hier echter niet om woordjes die we aan het knabbelen zijn maar wel om de psychologie.

We moeten er nu ook van overtuigd zijn dat de hormonen inwerken op de spieren, want als de sluitspieren van je broek niet goed werken dan doe je in je broek. Iemand die daarom blij is kan met zijn handen beginnen dansen. Maar zeg, wat scheelt er u? Ge zijt zo rumoerig. Hebt ge soms wind in uw broek? De gepensioneerden van het vierde jaar zijn weer vermoeid. Dat komt zeker doordat de klas bezwangerd is door mazoutgeuren. Maar ja, daarover kunnen we boekdelen schrijven. Weet je soms niet dat ik ook uitgedroogd ben van de dorst? Ik weet dat wij allemaal fysisch gecondisioneerd zijn, want als ik een duif zie vliegen en zeg: "Kom, laat er ons eens achter vliegen dat zul je zeker zeggen: Zeg, zijt gij zot?"

Maar goed, we gaan verder met de lichamelijkheid. Ik zou jullie daarvoor eens willen wakker schudden. Natuurlijk hebben we daar verschillende aspecten:

1 Iemand kan zijn neus krullen van de tandpijn.

2 Iemand kan aanleg hebben om op zijn 25 jaar een 30-jarige kletskop te hebben.

3 Kleine katjes moeten veel eten om een grote hond te worden.

4 Op Allerheiligen schiet iedereen op draf met zijn bloemen.

5 Als je uitgeput bent zeg je: Moeder, draag mij naar mijn bed. Maar let op, volgens sies of kiekero zijn sommigen moe geboren.

6 Als kinderen groeien krijgen ze een scheut. Want zeg, kijk eens, Jantje heeft geschoten.

7 Als je kwaad bent op iemand ben je in staat om hem een klap te geven op zijn kop en hem een been af te zagen.

8 Vroeger ging men per trotinet naar de markt. Nu al per raket. Max Planck zegt dat deze laatste het vlugst gaat.

9 Let echter op voor lichtzinnigheid. Je moet altijd je rechterhand geven, anders moet je je steeds afvragen: "Hoe kan ik ze nu best pakken. (ze = hand)

10 In de stad wonen mensen van hier en van daar en ze gaan mekaar zo nuchter mogelijk voorbij.

11 Expressie behoort ook tot het domein van de lichamelijkheid. Enkele voorbeelden:

     a Een Zwitser kan jodelen van blijdschap.

     b Een kat vangt katten op een muizenmanier en niet op een uilenmanier.

     c Kijk eens naar dat manneke. O, die heeft aanleg. Je moet eens kijken wat hij maakt met zijn stempelke potlood.

     d Er zijn echter kinderen die eigenaardige methodes toepassen om in de belangstelling te komen zoals:

            - schuimbekken en in de tafelpoten bijten;

            - sommigen zijn op reis geweest en hebben aan zee een beer geschoten en een buffel getemd.

            - sommigen zitten te piekeren als een uil op een kluit.

     N.B. Een rethorische vraag van Van Acker: " Wie weet wat er kan gebeuren als er iemand gefrustreerd in zijn bed kruipt?"

12 Een otter moet knagen, anders groeien zijn tanden van hier tot ginder.

    Laten we hier eens goed op stil blijven.

13 Inpaksters moeten zeer handig zijn, ze moeten aan alles kunnen trekken en duwen. Ze mogen geen mensen zijn die voortdurend de armen in een knoop slaan.

14 Sommigen denken dat de mens alleen maar het produkt is van aanleg en milieu, maar dat is treut.

P.S. Enkele nota's over de verstandigheid

1 Met een bril zie je er twintig frank verstandiger uit.

2 Er moet verstandige gemeenschap zijn tussen ons allen.

3 Ik zal je een emmer verstand kopen.

Maar kom, maak eens wat licht zodat we snelvoetig  aan de W.O. kunnen beginnen.

A.G.