E.H. Jan De Beul

jandebeul
Geboren te Dendermonde op 17.12.1921

Doctor in de biologische wetenschappen.

Overleden te Gent op 20.05.1977

Priesterwijding op 28.04.1946 te Gent

Vanaf 14.08.1950 leraar aan het Sint-Maartensinstituut te Aalst

Vanaf 24.08.1951 leraar biologie in de lagere en middelbare normaalschool, tevens prefekt van de regentenschool.

Op 02.09.1961 benoemd tot rector en leraar aan het Sint-Paulusseminarie te Drongen

Op 29.09.1961 kanunnik te Gent Sint-Baafs

Op 26.07.1965 rector van het Hoger Technisch Instituut Sint-Lievens te Gent

j debeul

1955debeulSchoolreis in 1955: E.H. De Beul in de Nete

Laureaat van de Koninklijke Vlaamse Academie

In haar zitting van 10 november 1951 heeft de Koninklijke Vlaamse Academie, afdeling Wetenschappen, E.H. Jan De Beul, doctor in de biologische wetenschappen, bekroond met zijn verhandeling over 'De Overerving van de vochtigheidsreactie bij Drosophila-Pseudoöbscura Fr.' en hem de titel verleend van laureaat van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.

Deze eervolle onderscheiding wijst op de degelijke specialisatie en de zeer verdienstelijke opzoekingen waaraan E.H. De Beul zich in de biologie heeft gewijd.

(In 'Bulletin' 1951 nr 3)

In memoriam

DE MENS

Eenvoud is het sieraad van de groten. Wat was Jan De Beul groot. Niettegenstaande zijn academische titel en de steeds hogere functies is hij altijd zichzelf gebleven: eenvoudig. Door deze opvallende eenvoud was hij de vriend en vertrouwensman van zovelen. De massa aanwezigen bij zijn uitvaart was hiervan het mooiste bewijs.

In de omgang had hij onmiddellijk iedereen door. Hij had een uitzonderlijk aanpassingsvermogen en vond steeds voor iedereen het gepaste en verstaanbare woord. Hij had echter een hekel aan holle woorden en uiterlijk vertoon, vooral wanneer deze moesten dienen om domheid te verbergen.

In gezelschap kon hij zowel de onopvallende guitspecht als de vinnige debatter zijn. Het was zijn grootste genoegen met scherpzinnige, rake - maar nooit kwetsende - zinspelingen zijn vrienden te plagen en ze zo (figuurlijk) op hun paard te zetten. Als debatter was hij demokraat wat de opvattingen maar aristokraat wat de geest betreft. Zijn tussenkomsten getuigden steeds van een uitzonderlijk verstand, een alzijdige belangstelling en een steeds bijgeschoolde kennis. Over al wat interessant is kon hij met gezag meepraten. Aan onnozelheden verspilde hij geen tijd.

DE JEUGDVRIEND - LERAAR

Jan De Beul had een charismatische gave om met de jeugd om te gaan. Niemand kon zich in de wereld van de jeugd inleven als hij. Zo kende hij de jeugd als geen andere. Evenals de Emmaüsganger ging hij met de jeugd op weg. Tijdelijk zelfs in dezelfde haardracht. Zo werd hij door haar aanvaard. Steeds wist hij wat er gaande was en onder de oppervlakte broeide. Conflicten met de jeugd heeft Jan De Beul nooit gehad. Hij kon ze steeds voorkomen.

Vriend zijn van de jeugd en door haar aanvaard worden was voor hem een ideale uitgangsstelling als leraar. Maar zijn kwaliteiten als wetenschapsman en als leraar waren, omgekeerd, aanleiding om aanvaard te worden. Als doctor in de biologische wetenschappen was hij uitzonderlijk competent.

Tot op het einde van zijn leven is hij bijgebleven met de laatste gegevens over de wetenschap. Hij ging zo op in zijn vak en zijn onderwijs dat hij in de leraarszaal, - met volle overtuiging - eens zegde tot de psychologen: "Er zal een tijd komen dat de biologie alles zal verklaren en de psychologen overbodig zullen zijn". Deze uitspraak getuigde dat Jan De Beul een visionair was. Zijn onderwijs was steeds op de toekomst gericht. Van het eenvoudig leven van de cel, over de plant en het dier kwam hij tot de mens.

"De levensopgang van de mens had voor hem een aparte positie in de levende wereld". Deze visie legde hij vast in zijn boek 'Van cel tot mens'. Met zijn uitzonderlijk groot verstand kon hij veel opnemen en op een bijzonder eigen manier verwerken om het daarna in eenvoudige, voor iedereen bevattelijke woorden verder te geven. Denk aan zijn talloze, zeer geapprecieerde bijdragen over W.O., verschenen in de 'Katholieke Schoolgids'. Denk aan zijn onvolprezen radiouitzendingen over biologie voor de 15 tot 18-jarigen. 200 uitzendingen en nog interessant.

De tekst voor de laatste utzending werd afgewerkt op zijn ziekbed in de kliniek Over deze uitzendingen zegt de B.R.T. zelf: "Bij elke nieuwe uitzending is de verrassing over zijn stijl, zijn didaktische aanpak, de inhoud, weer even groot. Hij doet het nu al jaren op de hem eigen manier: met de fijnzinnigheid van de verteller en de wetenschappelijke nauwgezetheid van de leraar". Door zijn visonaire kijk op de wetenschap, door zijn helderklare en begrijpelijke manier van voordragen heeft hij bij vele onderwijzers en regenten "de verwondering gewekt en de speurzin aangewakkerd". Het bijbrengen van deze wetenschappelijke instelling is bij vele leerlingen bepalend geweest voor de keuze van hun loopbaan. Jan De Beul beschikt over een buitengewone werkkracht. "Steeds kalm, maar altijd bezig wist hij met alles begaan te zijn, zonder de indruk te verwekken dat hij het druk had". "Voor zijn studenten was hij steeds toegankelijk - behalve als zijn deur openstond en zijn radio speelde: dan was hij niet thuis". 

DE PRIESTER

Voor wie hem kende was Jan De Beul een vroom, een diep gelovig priester. Hij liep er niet mee te koop. Hij uitte dit in zijn uitgebreide pastorale zorg. Hoeveel studenten, oud-studenten, collega's en oud-collega's heeft hij - ongeweten -  begeleid en geholpen in hun religieuze en familiale problemen. Ook buiten de studenten was hij pastoraal aktief: het personeel, de hospita's van zijn studenten, tot de geburen toe, kwamen met hun problemen bij hem. Zijn priester-zijn uitte zich ook in zijn bereidwilligheid om biecht te horen en mis te lezen. Hij deed dit bij de E. Broeders en bij de E. Zusters Clarissen. Als de geloofwaardigheid en de waardering van een priester-leraar kan afgemeten worden aan de bezoeken van zijn oud-leerlingen dan was Jan De Beul een zeer geloofwaardig en zeer gewaardeerd priester-leraar. Al wie hem kende zal dit beamen.

Als proost van het Sint-Lucasgenootschap werden ook de katholieke geneesheren van Gent in zijn pastoraal werk betrokken.

Zijn priesterlijke ijver kwam ook tot uiting in zijn bekommernis en materiële inzet voor zijn vrienden en oud-collega's missionarissen: Piet Huysmans en wijlen Flor Hofmans.

Jan, uw afsterven laat een opvallende leemte na: voor uw familie, voor uw vele vrienden, voor het bisdom, maar wij citeren uw eigen woorden: "Zoals alle begin van leven een wonder is, zo is ook het levenseinde een mysterie. Sterven is voor elke mens een onontkoombaar levenslot waarover God beschikt". Jan, uw oud-leerlingen, al uw oud-collega's uit de normaalschool danken u en vergeten u nooit.

Dit in memoriam werd neergeschreven na een gesprek met E.H. Georges Stuyts, oud-collega van E.H. Jan De Beul.

(André Van de Walle in 'Kasteelgalm', zomer 1977)