Overlijden Lucien Marin

Op 29 augustus 2016 overleed te Beveren Lucien Marin. Hij is geboren te Sint-Gillis-Waas op 4 juni 1936.

Lucien was 12 jaar lang (van 1969 tot 1981) huisbewaarder op het 'buitengoed' van de Bisschoppelijke Normaalschool, de Hoge Kouter.

Hij is de vader van o.a. Bruno, oud-leerling van de lagere oefenschool en van de Humaniora, en de broer van oud-oefenschoolonderwijzer Urbain Marin.

Er is gelegenheid tot groeten in het rouwcentrum, Nieuwstraat 11 te Sint-Gillis-Waas op vrijdag, 2 september 2016 van 19 tot 20 uur.

De familie neemt afscheid in intimiteit.

rouwbriefmarin

Afscheidsbrief 

Onze Lucien,

Mijn oudere broer met wie ik samen met mijn tweeling-zus Jeannine opgroeide tussen de gevelde bomen, een klompen- en kistenfabriek en een groot huis in de Statiestraat. 'Insulinde', wat de vertaling is voor Indonesië, een huis van 1927 met vele kamers… en als het goed weer was konden wij vanop de hoge zolder (21m hoog) de basiliektoren van Hulst zien door het ronde vensterken.

Ik mocht ook bij hem slapen in een van de grootste kamers met erker die 's avonds het straatlicht liet binnen schijnen. Hij vertelde dan over zijn kindertijd. Twee maanden geleden nog vertrouwde hij me toe dat de oorlogsjaren de mooiste waren uit zijn jeugd. Hij genoot dan van de huiselijkheid, de gezelligheid en de bescherming van onze ouders. Onze pa was toen altijd thuis, en hij genoot dan van het spel met wielrenners, een zelfgetekende piste en teerlingen.

Als kleine broereman luisterde ik gefascineerd naar zijn verhalen over het einde van de Tweede Wereldoorlog en de bevrijding door de Polen en de Canadezen. Ik was 12 jaar en hij nam mij mee naar Breendonk. Hand in hand liepen we door deze hel, ik kneep in zijn grote hand maar voelde mij veilig en beschermd. 

Ik heb steeds naar hem opgekeken. Hij deed dingen die ik niet kon. Lucien was een goed voetballer en vooral een gedreven sportman. Met een echte koersfiets, een paarse Mercier, ging hij werken in Peruwelz (190 km), in een houtzagerij die pa daar gekocht had. Daar kon hij dan ook Frans leren en kreeg hij een leidende functie in de  klompen- en kistenfabriek. Fysiek zat het hem niet mee. Zware rugklachten, gevolgd door een rugoperatie dwongen hem naar ander werk uit te kijken.

Ik was toen onderwijzer in de Normaalschool in de Kasteelstraat in Sint-Niklaas en stelde hem voor te solliciteren als huisbewaarder op het Normaalplein 'de Hoge Kouter'. Het werden daar voor hem mooie jaren en zijn kinderen konden er opgroeien in een fantastische omgeving. Het werd voor hen een heerlijke jeugd. Daarna brak voor hem een moeilijke tijd aan, maar hij vocht terug en kwam naar de Statiestraat met Hilda. Een relatie die hem terug op de sporen zette en zijn leven een andere kleur en toekomst  gaf.

Later vond hij ook de weg naar de academie  van Schone Kunsten in Sint-Niklaas. Ik had het voorrecht om er zijn leraar te zijn. Alle leerlingen noemden mij Urbain, hij hield het bij 'meester'. Hij was graag gezien in het schildersatelier Pieter-Benidickt-De-Maere achter het station in Sint-Niklaas. Zijn eerste tekeningen maakte hij op bruin geschilderde klompen. Hij beheerste 'het ritsen' als geen ander. Hij wist alles over de klompen.

Lucien was stil en gebruikte geen moeilijke woorden. Hij was geen grootprater, maar een dromer. Hij genoot van mensen en wist wat graag-zien betekende. Hij was een verteller en had zin voor humor.

Hij vertaalde de stilte met olieverfschilderijen uit Zuid-Frankrijk: Quissac, Sérignac, Sauve en La Canourgue. Als kleine kunstwerken kregen zij hun plaats bij zijn kinderen en Hilda. Hier voelen wij het zachte zuiderlicht met hoge blauwe luchten. Hij bleef een romanticus en wou de warme kleuren en de sfeer blijven vasthouden. Een levenskunstenaar en een genieter.

Wij blijven deze mooie herinneringen koesteren.

Het ga je goed dierbare broer, goeie reis naar de overkant, maar wij zullen je missen.

Je broer Urbain