Onderwijzers klas 1949 - Damme 12.08.1957

Het was één van die mislukte zomerdagen van de oogstmaand, toen we 's morgens in Brugge de bus namen Dammewaarts.

Volgens de radio waren we de 12e augustus en mochten we ons verwachten aan neerslagvlagen, afgewisseld met breder wordende opklaringen.

"Wie we daar hebben!" en "Hoe stelt ge 't nog?" dat vroeg me Elie T'Hooft, die reeds op de bus zat.

Vóór het stadhuis van Damme stond Jacob Van Maerlant op ons te wachten. In de afspanning 'Lamme Goedzak' waren de meiden nog aan de kuis en de rest van Damme genoot volop van de deugddoende morgenrust. Over de hobbelige kasseien ging het naar de landelijke villa van onze vriend Antoon Noë, die nogmaals wou bewijzen dat de Belgen van thans nog even 'herbergzaam' zijn als hun voorouders. Ik verschoot ervan hoe die mannen van de klas 1949 er goed op vooruit gegaan zijn, want ten huize Noë stonden reeds een viertal wagens geparkeerd.

                                               1 2 3 4 5 6 7

"Schön war die Zeit!" en weldra kwamen de oude herinneringen aan moeder Normaalschool weer boven, want we waren met zeven man om onze ervaringen te vertellen.

Wij moesten natuurlijk allen onderdoen voor de welbespraaktheid van 'Lodde'. De vier vrouwtjes, die eraan gehouden hadden hun man te vergezellen, worden na een half uurtje naar de keuken gezonden om te zorgen voor een Breugheliaans middagmaal. Vanzelfsprekend werden vóór de middag nog enkele 'bezienswaardigheden' van Damme bezocht, die elkeen in de gewenste stemming brachten.

Alvorens aan tafel te gaan werd er nog een 'ballonnetjeswedstrijd' gehouden, die door onze schalkse gastheer op band werd gebracht. We lieten het ons lekker smaken! Tijdens de siësta rolde Toon (Noë) enkele filmpjes af die hij zelf had opgenomen en waaruit zijn veelzijdig talent nogmaals bleek.

's Namiddags werden enkele zware bieren geproefd, terwijl de vrouwtjes een babbeltje sloegen rond de koffietafel.

Juist op het ogenblik dat ons alcoholgehalte begon te stijgen, was het uur van scheiden weer aangebroken.

Het was waarlijk spijtig, Karel en Willy, dat ge voor die dag belet hebt moeten geven. Maar... volgend jaar hopen we dat minstens 15 man van de partij zullen zijn te Ingooigem, waar onze vriend Firmin (Demeyere) het werk wel zal opknappen. Ik mag natuurlijk niet vertellen wat er reeds vast op 't programma staat, maar wie iets van letterkunde afweet zal wel raden wat er te Ingooigem mag verwacht worden. Wilfried (Lammens), mogen we volgend jaar op u rekenen voor het opdragen van een heilige mis ter zielrust van onze betreurde vriend Willy De Zutter? 

Dus zoals afgesproken mannen van klas 1949, allen op post begin augustus 1958 voor ons volgend rendez-vous en breng gerust uw vrouwtje mee. Hoe meer zielen, hoe meer vreugde.

Roger

(Kasteelgalm 1957 - 14e jaargang nr. 3)