1, 2 en 3 mei 1992

Caligula

Auteur: Nobelprijswinnaar Albert Camus

Acteurs: humaniorastudenten; in de hoofdrol: Jorgen Cassier (6MW)

Organisatie: het toneelgezelschap van de Sint-Niklase scholierenraad

Regie: Gert Claes uit 6 Menswetenschappen

Een gesprek met regisseur Gert Claes

- Men beweert vaak dat jonge mensen minder interesse voor toneel hebben. Waar komt jouw interesse dan vandaan?

Toneel heeft mij altijd meer geboeid dan film: ik ga vrij veel naar het theater. Een aantal van mijn vrienden zijn lid van een toneelgezelschap. Ook mijn moeder is een fervente theaterbezoekster. Op school wordt er veel over toneel gesproken en in mijn vrije tijd lees ik wel eens meer iets over theater.

- De keuze van Caligula is zeker niet alledaags te noemen. Waarom heb je dit stuk gekozen?

Het stuk sprak me aan: ik ben geboeid door de filosofie van het existentialisme en door de figuur van Caligula, die de dood schuwt, maar toch nog het onmogelijke probeert waar te maken. Met deze keuze zou ik bewijzen dat jonge mensen ook iets anders kunnen dan een komedie spelen. Aanvankelijk geloofde de groep niet in het stuk. Jorgen en ik waren lange tijd de enige die het stuk mogelijk achtten. Gelukkig hadden Jorgen en ik vrijwel dezelfde visie. Jorgen heeft een grote parate kennis over toneel. Ik heb met Jorgen echt heel veel geluk gehad: zijn zegging was goed en dank zij hem is niet alles van mij moeten komen. Caligula zal hij wellicht nooit meer vergeten, want dit stuk heeft zijn studiekeuze helemaal beïnvloed: hij gaat Studio Herman Teirlinck volgen!

- Je hebt Caligula in Parijs gezien. Heeft die voorstelling jou beïnvloed?

Ja. Voor ik het stuk in Parijs gezien had, week ik niet genoeg van de tekst af. Wat ik in Parijs zag, bezorgde mij de inspiratie om het stuk te transponeren naar het modemilieu, wat mij meer mogelijkheden gaf. Ik heb echt geleerd dat er met toneel veel meer te doen is als je iets durft.

- Was het geen risico dit stuk te spelen met een groep jonge mensen zonder toneelervaring?

Ik den dat iedereen zich wel van de risico's bewust was. Ik was er mij in ieder geval de hele tijd van bewust. De groep was pas op de pre-generale overtuigd van het feit dat het de moeite waard was.

- Is werken met leeftijdsgenoten moeilijk?

Vooral in het begin is het heel moeilijk leeftijdsgenoten te regisseren. Je werkt met vrienden, je staat heel dicht bij hen en dan is het moeilijk om je kwaad te maken. Toch is het mij gelukt hen te leren begrijpen dat ze moesten zwijgen en luisteren als anderen aan het spelen waren.

- Was deze voorstelling nu de visie van Gert Claes of die van Gert en de groep?

Ik had het stuk volledig in mijn gedachten. Ik had echt een duidelijk concept en ik mag eerlijk zeggen dat de uitwerking was wat ik wou. Dit betekent echter niet dat de acteurs niet mogen proberen. Soms valt hun inbreng mee, soms kun je er niets mee doen.

- Na de voorstellingen komt de kritiek. Hoe reageer je daarop?

Ik kan alleen maar blij zijn om de kritiek, die was nu eenmaal lovend, ook in de pers. In een weekblad las ik wel dat er in Caligula fouten van een beginnersregie te merken waren. Ik heb daar niet wakker van gelegen: het zal wel normaal zijn dat ik fouten gemaakt heb. Wellicht had ik wel wakker gelegen indien de kritiek slecht zou geweest zijn... na al dat werk!

- Hoeveel tijd heeft de voorbereiding in beslag genomen?

We zijn eind november begonnen éénmaal per week te repeteren 's zondagsavond. Geleidelijk aan hebben wij de frequentie natuurlijk opgedreven. Vooral vanaf de tweede week van de paasvakantie werd er heel intens gewerkt. Toen was voor een aantal mensen het toneel nog nauwelijks te combineren met de school. Wellicht hadden wij minder tijd nodig gehad, indien we meer ervaringen hadden gehad. Nu zaten wij soms volledig in de verkeerde richting te werken. Indien ik sneller van de tekst had durven afwijken, hadden wij wellicht vlugger kunnen werken.

- Hecht je belang aan de lezingen?

Wij hebben het stuk tweemaal gelezen. Toen had ik zicht op de acteurs en kon ik overgaan tot de definitieve casting.

- Was het acteursaanbod voldoende of te groot?

Iedereen die zich aanmeldde, kon meespelen. Wij hebben zelfs kunnen rekening houden met ieders wensen: wie een grote rol wou en dit kon, kreeg die en wie een kleine rol vroeg, kon die ook spelen. Ik denk dat de casting wel goed was.

- Wat was de basis van jouw casting?

Uiteraard was de eerste basis wat ik te horen kreeg tijdens de lezingen. Voor een aantal rollen speelde het uiterlijk mee: Bieke Van Pottelberghe was voor mij de ideale Caesonia, terwijl Wim Maris geknipt was voor Scipio.

- Jorgen Cassier is niet groot. Was dit een voor- of een nadeel?

Voor mij moest hij zeker niet groter zijn. Zijn gestalte was ideaal voor het karakter dat hij moest uitdrukken.

- Jij bent zeer actief: je volgt muziekschool, muziekatelier, je bent bij de scouts, bij een rockgroep, je werkt bij een radio, er is toneel en ten slotte is er nog de school. Is dit allemaal te combineren?

Vóór ik Menswetenschappen volgde, zat ik in de Wetenschappelijke B en toen was het zeer moeilijk mijn vele hobby's te combineren met mijn school. In de Menswetenschappen is dit wel haalbaar. Voor mij mag de school niet primeren boven hobby's; thuis hoor ik natuurlijk anders spreken. Ik weet natuurlijk wel dat tijdens de examentijd de school het laatste woord heeft.

- Wat is nu de beste herinnering aan Caligula?

De vriendenband. Toneel is ideaal om een band tussen mensen te creëren...

(Interview: Dirk Hennebel en Freddy Van Hove in In-fra, zomer 1992)

 

 

{gotop}