Oud-leraar E.H. Antoine Rubbens: negentig!

Op 11 oktober 2023 werd oud-leraar E.H. Antoine Rubbens negentig jaar. Op 01.11.1962 werd hij benoemd tot leraar opvoedkunde aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas in vervanging van E.H. Roger Beirnaert die directeur van de Normaalschool werd benoemd.

Op 01.09.1964 volgde een benoeming tot professor in de dogmatiek op het Groot-Seminarie te Gent en verliet hij de Normaalschool.

Ter gelegenheid van zijn negentigste verjaardag verscheen in het parochieblad van de Emmaüsparochie Destelbergen Heusden Melle een interview met de negentigjarige.

E.H. Antoine Rubbens, 90 jaar jong, 65 jaar priester

We ontvangen meer dan we kunnen geven

a rubbens2023We volgen Antoine Rubbens van het huis van de zusters van Liefde van Jezus en Maria in Melle, naar de overzijde van de Caritasstraat, waar hij zijn kantoor heeft in het gebouw van het psychiatrisch Centrum Karus. De priester stapt gezwind met vaste tred. “Ja, ik ben een stapper, dat mag je zeker al schrijven”, merkt hij lachend op terwijl hij herinneringen ophaalt aan diverse routes die hij bewandelde, naar Santiago de Compostela, naar Assisi, naar Aken langs de GR die vlakbij zijn woonst in Laarne passeert, enzovoorts.

Ik werd geboren op 11 oktober 1933 in Smetlede en wij moesten een half uur stappen om hetzij een bus, hetzij een trein te kunnen nemen. Amper negen jaar, ging ik op internaat (pensionaat, zei men toen) bij de zusters van de Visitatie in Bottelare. Daar deed ik mijn plechtige communie. Voor het vormsel gingen we naar Gent, waar een missiebisschop ons vormde.

Ik herinner me nog goed dat ik, toen mijn papa op bezoek kwam, samen met hem van Bottelare naar Gontrode wandelde, naar de Watermolen. Daar woonde zijn zus, die gehuwd was met Omer De Vos. Ik bracht er vaak mijn vakanties door, bij die oom en tante. Overigens vind je op het oude kerkhof rond de Sint-Martinuskerk in Melle het graf van de familie Everaert, waarvan mijn grootmoeder langs moeders zijde een telg was. Ik had dus al van jongsafaan een band met de huidige Emmaüsparochie.

In 1958 werd u tot priester gewijd. Hoe groeide uw roeping?

Geleidelijk aan. De keuze voor het seminarie was destijds zeker geen abnormale weg. Ik volgde Grieks-Latijnse humaniora aan het Heilig Maagdcollege in Dendermonde en daar waren telkenjare toch wel een vijftal retoricaleerlingen op een klas van dertig, die eraan dachten om priester te worden. En dat waren zeker niet de domste leerlingen (lacht). Zo bijvoorbeeld Arthur Luysterman, die later bisschop van Gent werd, hij studeerde er twee jaar voor mij af. In Leuven, waar ik als seminarist filosofie studeerde, was de latere kardinaal Godfried Daneels een jaargenoot van mij.

Ik werd gewijd in Gent, in mei 1958, door Mgr. Calewaert. In dat jaar werden er 28 priesters gewijd in het bisdom Gent. Zes jaar later zou ik naar dat Gentse Grootseminarie terugkeren, als professor dogmatiek.

Op 11 oktober 1962 – uw verjaardag – werd het Tweede Vaticaans Concilie geopend. Leefden die ideeën toen al bij de seminaristen?

Van een concilie was in 1958 nog geen sprake, de aankondiging ervan in januari 1959 kwam als een verrassing. Ik woonde toen in  een Waaslandhuis in Leuven, waar ik na mijn wijding heen was gestuurd om theologie te studeren. Ik herinner me de eerdere teleurstelling bij die studenten, die er woonden,  toen in oktober 1958 Johannes XXIII verkozen werd tot paus : “Zo’n oude man!”, klonk het.

Bij de opening van het Concilie was ik leraar aan het Gentse Sint-Lievenscollege en daar was toen het enthousiasme goed voelbaar. Kort daarna werd ik leraar opvoedkunde aan de Bisschoppelijke Normaalschool in Sint-Niklaas, en de directie daar nodigde mgr Leo De Kesel uit. Deze Gentse hulpbisschop vertelde heel enthousiast over het concilie. Toen wat later de teksten bekend werden, voelde dat werkelijk aan als een nieuwe lente.

U startte uw carrière in het onderwijs. Welke boodschap hebt u voor jonge mensen die voor onderwijs kiezen vandaag?

Dat het nog steeds de moeite waard is om met jonge mensen op stap te gaan, om hun blik te openen. Al is het niet makkelijk vandaag. De tijd dat de leerkracht alles wist, is voorbij. Er is veel informatie, maar ook veel desinformatie.

Hoe kijkt u terug op uw rijkgevulde carrière in het onderwijs en de zorgsector?

Ik ben vooral dankbaar om het vele dat ik mocht ontvangen. Weet u, we ontvangen meer dan we kunnen geven. Eigenlijk hebben anderen steeds voor mij beslist waar ik zou terecht komen. Slechts twee keer heb iets gevraagd aan het bisdom en twee keer is mij dat toegestaan. Eerst om inspecteur lager onderwijs te mogen worden en - toen ik pensioengerechtigd was - om aalmoezenier te mogen worden in het Psychiatrisch Centrum Caritas in Melle – thans Karus.

Vanwaar uw keuze voor Karus Melle?

Ik kende het centrum doordat ik 18 jaar lang proost was van de CM en van het NVKVV, Nationaal Verbond van Katholieke Vlaamse Verpleegkundigen. Ook kwam ik er een vrouw uit Smetlede bezoeken, toen zij hier opgenomen was. Als professor kwam ik hier met de seminaristen. Zij moeten tijdens hun opleiding ook de zorgsector leren kennen. Zo was ik zelf als professor aan het seminarie betrokken in Caritas Gemeenschapsdienst en in Securex, een kleine kliniek aan de Coupure waar enkele zusters werkten van de congregatie van de Zusters  van de H. Jozef, een congregatie die ook zorgde voor de kliniek Hl. Familie De Briel (vandaag AZ Sint-Lucas nvdr).

Het eerste ziekentriduüm dat ik meemaakte als seminarist, was in Banneux. Ik schrijf nog altijd  teksten voor het blad van Banneux, net zoals in Middelares en Koningin en ik publiceer(de) ook tal van preken op de website preken.be. Het zijn er wel 900… 

Dankbaar om wat ik mocht beleven en om wat ik nog kàn

Inmiddels bent u hier in Karus ook al 25 jaar actief in de pastoraal.

Inderdaad, sedert 1998 heb ik in het Psychiatrisch Centrum de pastoraal mee ondersteund. Hier zijn sinds lang pastorale werkers en ik heb veel waardering voor hun inzet. Zij trekken de werking en ik mag er mee van genieten. Ook op dit vlak is er een verschuiving en verruiming merkbaar, van pastoraal naar zingeving.

Pastoraal is een aanbod aan de zorgvragers en medewerkers vanuit de eigen katholieke geloofsovertuiging. Zingeving richt meer de aandacht naar de existentiële noden. Elke mens wordt gerespecteerd in zijn eigen overtuiging. Als pastores gaan we een stukje mee op weg in de persoonlijke zoektocht van elke mens naar zin, verdieping en betekenis.

De zustergemeenschap behield de naam Caritas.

Dat klopt, 21 zusters vormen hier nu een oudere gemeenschap waar ook zusters uit andere kloosters van de congregatie bijgekomen zijn.  Ik mag  dagelijks met hen de eucharistie vieren. Wellicht glimlachen zij even bij deze zin uit psalm 90: “Zeventig jaar duren onze dagen of tachtig, als wij sterk zijn”. Velen van hen zijn de 90 voorbij.

U bent nu zelf 90.

Ja; en als ik daaraan denk overweegt dankbaarheid, om wat ik mocht beleven èn om wat ik nog kàn. Elke dag kan ik wat minder dan gisteren. Weet u, als men over ouderdom spreekt, benadrukt men de wijsheid en publiceert men dikwijls mooie poëzie. De realiteit is minder poëtisch. Ik zie veel miserie bij ouderen. Ik denk vaak na over de periode die komen gaat: wat als ik sommige dingen niet meer zal kunnen, als ik zal moeten loslaten…

Wij wensen priester Rubbens alvast nog mooie gezonde jaren toe!

Nicole Lehoucq in 'Kerk en Leven'