Bezen
Wat in 't schoon Nederlands een kus
of zoen beduidt,
zou in deze streek
naar verluid
een bees, toot of tootje wezen, dus
In West-Vlaanderen noemt men dat
een toot, tuut of toet
of pieper zondermeer
gelijk hoe ze het doet
smakkend, piepend of schuddend met haar gat
Een zoals een kus in A'pen
waar het ook wel toot, toet of mondje wordt genoemd
zegge men rond Brussel vooral toch bees
blijkbaar wordt er heel wat afgezoend
is 't niet beter dan mekaar wat aan te gapen
1978In Limburg houdt men het maar bij poen
en luistert naar wat men in Zeeland hoort
zoals men daar geeft een kos
zegge men in Noord-
en Zuid-Holland gewoonweg zoen
Of in Ronse en die kanten
waar men 't liefst een muultje geeft
daar geeft men ook wel eens een bees
terwijl men in Nederlands-Limburg ook van muultjes leeft
naar 't schijnt weet men ook daar van wanten
Nou, ja, en als je in Noord-Nederland kussen wil
tuut, toot of toet voor kinderen
maar 't liefst geef je daar een smok
terwijl men je in Dalen-Zwinderen
tegelijkertijd een smok, doetje en duukske geven wil
In Biesbos en Noordoostpolder
geef je voor 't zekerst een poes
terwijl men in Nederlands-Limburg
't liefst vraagt aan zijn snoes
of je haar een nuutje of snuutje geven mag op zolder
In Limburg-Antwerpen-Brabant drielandenpunt
geeft men naast kus dan ook
een mondje of een bek
nu kan je gelijk toch waar je komt, ook
geven wat zij jou of jij haar gunt
Je weet nu ook dat het zowel kus, kos, zoen, smok, tuut mag wezen
als toot, toet, pieper, bees, mondje, snuutje, nuutje, bek of poes
en muultje, poen, doetje of duukske
je kan nu ook wel zeggen: mag ik je kussen, zoenen, toten, Loes?
maar best vraag je niet in deze streek of je haar eens mag... bezen
Walter Van Hecke - 5 Menswetenschappen klas a - 1978