Appelsienen

Kijk eens, kijk eens in mijn handje

Zit een dikke appelsien

En in moeders rieten mandje

Liggen er nog zeker tien.

En hierboven zit zijn jasje

Of misschien zijn groene pruik…

En hoe keurig spant zijn jasje

Om zijn gele dikke buik.

En daarin een likeurtje

Beter dan de beste wijn

‘k Ruik al door zijn huid het geurtje.

O, wat zal dat lekker zijn!

“Maar het leraartje moet in ’t kraantje

Als men aan het vocht wil zijn…”

Daarom boort mijn mes een gaatje

En dat doet hem heus geen pijn.

En daarin een suikerklontje

En het sap welt naar de bron…

Maar mijn gulzig, gulzig mondje

Ligt aan ’t kraantje van de ton…

Heerlijk is dat prikkelgeurtje!

Heel mijn hartje danst van vreugd.

Heerlijk is dat fijn likeurtje!

Lieve hemel, dat doet deugd!

E.H. Richard Van Achter – leraar 1933-1941