verder leren

moeders bed stond in de koelste plaats

alsof de koorts op die manier wel zou verdwijnen

de pijnscheut in haar borst

vader boog , de macho werd verpleger,

wat hij altijd was geweest, wat hij meestal had

verborgen en de zieke kort van adem:

‘ge gaat toch zien dat hij voort kan leren’ -

hij heeft gezworen: ‘drink maar, Liza,

ge zult er goed van slapen en daarbij

we zien wel met ons twee’

op zijn manier was hij een man van eer,

onze vader die in de hel of in

zijn eigen soort van hemel is:

hij is naar school gekomen

de hoofdmeester toonde mijn tekening

- hoe slordig ik toen al buiten de lijnen kleurde -

maar hij pronkte met  mijn opstel en mijn sommen:

‘hij wordt mijn opvolger,’ zei het schoolhoofd,

‘maar hij moet wel veranderen’

vader kwam naar de Normaalschool

waar de leraar zei: ‘wees gerust, hij zal het halen

als hij maar verandert’

de laatste uitslag – het afscheid met grote onderscheiding –

ik belde naar de buren vanuit het onbekende Gent:

hij haastte zich op zijn sloffen,  ik had al neergelegd

en zovelen kwamen hem bezoeken,  zegden:

‘het is geweldig, zo’n student, nu zijt ge toch content?’

en hij dronk zijn glas uit zoals moeder haar poedertje

alsof het nu zijn tijd was om te slapen

ze zagen  met twee,  moeder  ergens starend door een raam

zoals ik hier ziek geleerd, mijn ketterse ziel vol letters,

door de bomen  staar en zie

hoe gezworen eden in de zomerse regen staan

Liza, uw treurwilg verliest zijn haren,

zijn twijgen zien al geel - hij verandert

nog alle dagen maar of hij het halen zal:

ik wil wel maar weet ik veel

Staf De Wilde - onderwijzer 1967